door Pieter Van Berkel in ’t Pallieterke .

Bij haar aantreden in oktober 2020 werd er door sommige commentatoren ietwat lacherig gedaan over het Afrikanistiek-diploma van de toen kersverse minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen). Het was tekenend voor de geitenwollensokkenmentaliteit van de groenen dat zij iemand zonder voeling met het hard-wetenschappelijke energiethema, en met een achtergrond in de sociale wetenschappen nota bene, promoveerden tot energieminister, luidde de teneur.

Daarmee werd echter genegeerd dat Van der Straeten wel degelijk een vrij vruchtbare carrière achter de rug heeft als advocate, gespecialiseerd in klimaat- en energierecht. Na haar eerste jaren als Kamerlid en een verkiezingsnederlaag in 2010 richtte ze samen met advocaat Tim Vermeir de firma Blixt op.

Op zijn website wordt het Brusselse advocatenkantoor aangeprezen als “uw juridische teamgenoot voor innovatieve projecten in de energiesector”“Kleine en grote initiatieven zullen zorgen voor de noodzakelijke veranderingen in ons energielandschap”, klinkt het verder. “Ook de uwe willen we verbeten ondersteunen.”

Parallellen

Het was de bekende ecomodernist en pleitbezorger voor kernenergie Michael Shellenberger die er in mei 2021 voor het eerst op wees dat de zakenbelangen en stellingnames van Blixt en het huidige beleid van Van der Straeten enige parallellen vertonen als het aankomt op gas- en kernenergie.

Van der Straetens voormalige zakenpartner Vermeir werkte in de jaren 2000 – lang voor de oprichting van Blixt – onder meer voor Wingas, dochteronderneming van het Russische gasbedrijf Gazprom, en Distrigas, in handen van het Italiaanse gasbedrijf Eni. Hij is tevens vrijwillig wetenschappelijk medewerker bij het Instituut voor Milieu- en Energierecht aan de KU Leuven.

Ook na de oprichting van Blixt toonde Vermeir zich in verschillende opiniestukken een vurig pleitbezorger van gas. “Een kerncentrale is quasi niet regelbaar en heeft minder en minder een plaats in een energiemix met alsmaar meer hernieuwbare energie”, schreef hij bijvoorbeeld in 2012 in De Tijd. “De focus op een gascentrale bij de regering is ook hier logisch: gascentrales zijn schoon, efficiënt én flexibel. Dat de regering haar nek uitsteekt om ze rendabel te maken is meer dan lovenswaardig.”

Zelf werkte Van der Straeten zich in 2016 opnieuw in de kijker, nu als advocaat bij Blixt, toen ze namens een samenwerkingsverband van tachtig Duitse, Nederlandse en Luxemburgse gemeenten, waaronder Aken en Maastricht, de Belgische staat dagvaardde om de zogenaamde ‘scheurtjescentrale’ van Tihange 2 te laten sluiten.

Nadat het artikel van Shellenberger verscheen, benadrukte Vermeir op Twitter dat hij en Van der Straeten intussen geen zakenpartners meer waren. Uit een ondernemersakte, te raadplegen in het Belgisch Staatsblad, blijkt inderdaad dat de Groen-politica in het najaar van 2019 al haar aandelen overdroeg aan Vermeir. Dit gebeurde na haar verkiezing tot Kamerlid, maar voor haar benoeming tot minister.

Vervuilend “groen energiemodel”

doctrinaire en maffieuze club

Zelf blijft Van der Straeten als minister vooralsnog vasthouden aan de kernuitstap. “Voor kernenergie is er geen plaats in dit groene energiemodel”, klinkt het op haar website. “We maken komaf met die dure, vervuilende en gevaarlijke technologie uit het verleden. Kerncentrales houden altijd risico’s in, zeker de oude scheurtjescentrales in België. Radioactief afval is een onaanvaardbare erfenis voor de volgende generaties. Bovendien hindert kernenergie de doorbraak van hernieuwbare energie. Ten laatste tegen 2025 sluiten we alle kerncentrales. Van nieuwe centrales is natuurlijk geen sprake.”

Ook fossiele brandstoffen behoren volgens haar “tot het verleden”. “Olie, steenkool en gas moeten zo veel mogelijk onder de grond blijven. Nieuwe steenkoolcentrales kunnen niet. Alleen aardgas speelt nog een rol in de overgang naar hernieuwbare energie. Schalie- en steenkoolgas zijn uiteraard geen optie”, aldus Van der Straeten, die onlangs nog benadrukte dat nieuwe gascentrales wat haar betreft slechts “beperkt” zullen moeten draaien.

Het is nog maar de vraag hoe dat groene energiemodel in werkelijkheid zou uitvallen. De Britse klimaatdenktank Ember schatte in 2020 dat door de kernuitstap, en het ontplooien van gas als alternatief, België tegen 2030 een van de meest vervuilende Europese landen zou worden. Meer dan 59 procent van onze elektriciteit zou in dat geval afkomstig zijn uit fossiele brandstoffen, terwijl nagenoeg alle andere landen hun aandeel fossiele energie afbouwen. Vorige week schreef de Economische ¬Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (Unece) nog een nieuw rapport over kernenergie, met als besluit dat de klimaatdoelstellingen nagenoeg onhaalbaar zijn zonder kernenergie in de energiemix.