Bernard Daelemans, hoofdredacteur van Meervoud, en drijvende kracht achter het ‘Vlaams Huis’ in Brussel.

INTERVIEW – www.doorbraak.be – door Christophe Degreef .

Bernard Daelemans is hoofdredacteur van Meervoud en weduwnaar van wijlen Christian Dutoit. Vanuit het Vlaams Huis in de Brusselse Drukpersstraat levert Meervoud al sinds 1992 een links-flamingantische kijk op de wereld en op Brussel in het bijzonder. Voor Daelemans is the sky the limit voor Vlaanderen in Brussel. ‘Brussel kan nooit op zichzelf bestaan, wars van alle Brussels-Vlaamse dromen over een multiculturele stadsgemeenschap. Laat Vlaanderen gewoonweg meer bevoegdheden uitoefenen in Brussel. Hoe meer steken de Franse gemeenschap laat vallen, hoe meer ruimte Vlaanderen hier krijgt.’

champagne …

Kleurrijke figuren

Wie het Vlaams Huis wat kent, weet dat men er niet vies is van een flinke discussie en dat er doorgaans zeer verschillende en kleurrijke figuren over de vloer komen. Voor Daelemans is het een levenstaak om het huis open te houden, in de geest van de in 2016 overleden Christian Dutoit. Onlangs nog werd in de Drukpersstraat een bizar debat gehouden waarbij zowel Peter De Roover als Jean-Marie Dedecker met kerstmuts verschenen. Die laatste presteerde het om er toen voor te pleiten ‘de groenen in den bak te steken’.

Meervoud daarentegen zou er nooit voor pleiten om de groenen ‘in den bak steken’, maar eerder een doorwrochte analyse maken die uitlegt hoe de groenen zich door het grootkapitaal laten beïnvloeden. Maar zover gaan we in dit interview niet. Eerder een poging tot licht-Gramsciaanse analyse over Brussel.

Er is een heersende opinie – ook bij de N-VA – die zegt dat het goed gaat met het Nederlands in Brussel, mede dankzij de enorme investeringen van de Vlaamse Gemeenschap in het stadsgewest. Wat is uw mening daarover ?

Bernard Daelemans : ‘Als het Nederlands voorzichtig stand houdt in Brussel, dan heeft dat inderdaad te maken met de gigantische investeringen van Vlaanderen in Brussel. Dat is onze enige houvast, de enige reddingsboei voor onze taal in deze stad. Wijlen VUB-onderzoeker Rudi Janssens toonde in zijn laatste taalbarometer ook aan dat – voor de Brusselaars die goed tot zeer goed Nederlands spreken – het Nederlands sterker is geworden dankzij het Nederlandstalige onderwijs in Brussel. Wie op een Franstalige school in aanraking komt met lessen Nederlands, die leert de taal absoluut niet.’

‘De openbare diensten in Brussel zijn een ramp. Volgens het rapport van vicegouverneur Jozef Ostyn (haalt rapport erbij) zijn er vorig jaar 1.900 personeelsaanstellingen geschorst omdat zij strijdig waren met de taalwetgeving. De ziekenhuizen uitgebaat door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie zijn al niet veel beter. Een afspraak maken in het Nederlands lukt nog wel, maar de actuele zorgverlening is vaak eentalig Frans. Dat is geen doen voor een tweetalige stad. Dertig jaar geleden waren de diensten van bijvoorbeeld het Brusselse stadsbestuur wél onberispelijk tweetalig.’

Taalwetgeving

‘Kijk, eigenlijk is het simpel : jaar na jaar na jaar heeft men in de Brusselse openbare diensten de taalwetgeving bij benoemingen naast zich neergelegd. Dat beginnen we nu ook duidelijk te voelen. De tweetaligheid is volledig ondergraven. Dat kunnen we objectief staven.’

‘Ik zou eigenlijk concluderen dat het toch niet zo geweldig goed gaat met het Nederlands in Brussel. De agressie tegenover de taal is weg. Maar ze is vervangen door een overschakelen op het Engels. En als je bijvoorbeeld in de zorg wel geholpen wordt in het Nederlands, maar nadien krijg je thuisverpleging – zoals iemand die ik ken – die niet Nederlandstalig is, en je zegt daar iets van, dan word je nog altijd als de extremist beschouwd. Dat is een reflex bij Nederlandstaligen zelf : als je echt structureel ijvert voor een volwaardige plaats voor het Nederlands in Brussel, dan wordt dat door Nederlandstaligen nog altijd als overdreven gezien. Je bent dan niet constructief. Ze leidt ook tot de vreselijke misvatting dat Brussel vanzelf het Nederlands koestert, zonder de inmenging van Vlaanderen en dat het Nederlands door Nederlandstalige Brusselaars zelf kan bewaakt worden. Daar geloof ik dus niets van.’

V-partijen en B-partijen

‘De voormalige griffier van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Daniël Buyle, heeft de politieke evolutie van de Brusselse Vlamingen van de voorbije dertig jaar goed geschetst. Alle Vlaamse partijen hadden vroeger de neiging over de partijgrenzen heen samen te werken om de Vlaamse doelstellingen in Brussel te steunen. Er was een duidelijke strategie : het Nederlands versterken. Dat heeft ook vele vruchten afgeworpen.’

Nu distantiëren de overige Vlaamse partijen in Brussel zich van de N-VA, in de hoop op een goed blaadje te staan bij de Franstaligen

‘Deze strategie is opgegeven. Voor een deel heeft dat te maken met de doorbraak van het Vlaams Blok. De andere Vlaamse partijen voelden zich plots schuldig voor al te Vlaamse reflexen, zeker tegenover de Franstaligen. De rol van het VB werd dan overgenomen door de N-VA, die nochtans sterk verschilt van het VB. Nu distantiëren de overige Vlaamse partijen in Brussel zich van de N-VA, in de hoop op een goed blaadje te staan bij de Franstaligen.’

‘Vroeger was er ook nationaal in alle Vlaamse partijen een Vlaamse strekking. Dat kapitaal aan Vlaamse gevoeligheden is nu echter te vinden in de twee V-partijen. De anderen worden zo stilaan de B-partijen. Deze polarisering is een tendens van de laatste decennia. In Brussel stelt deze polarisering zich misschien het scherpst.’

Onlangs vertelde politoloog Bart Maddens in het Vlaams parlement dat de resoluties zoals het Vlaams Parlement ze in 1999 aannam, vandaag als extremisme worden beschouwd. Bedoelt u dat ?

Daelemans : ‘De traditionele partijen zijn voor een groot stuk teruggekomen op hun vroegere standpunten, inderdaad. Maar ik denk eigenlijk meer aan een andere analyse van Maddens van jaren geleden, waarin hij vaststelt dat de vroegere “samenhorigheid en samenwerking” tussen de Brusselse Vlamingen heeft plaatsgemaakt voor sterkere politieke polarisering precies doordat de Brusselse Vlamingen nu binnen de Brusselse instellingen een gegarandeerde en apart verkozen (van de Franstalige lijsten) vertegenwoordiging hebben.’

‘Partijen die graag samenwerken met Franstaligen, pleiten nu voor het doorbreken van die grendels. Dat was nooit de bedoeling van het federale Belgisch-Brusselse compromis. Als binnen Brussel de institutionele afspraken poreus worden gemaakt, dan moet Vlaanderen via medebestuur meer greep krijgen op de besluitvorming. De historische afspraak was immers : de Brusselaars besturen zichzelf op voorwaarde dat de Brusselse Vlamingen een volwaardige rol spelen in het bestuur van de stad. Als die volwaardige rol op de tocht komt, komt het de Vlaamse gemeenschap toe om haar belangen bij het Brussels bestuur rechtstreeks te doen gelden.’

kruipt voor de franstaligen

Culturele rijkdom

Pleit u dan voor een gemeenschapskeuze, het moeten kiezen tussen taalgemeenschappen in Brussel ?

Daelemans : ‘Pffft… Ik vind ‘moeten’ al een verkeerd begin van de conversatie. We mogen kiezen. Wat een luxe ! Twee naties oefenen een omvangrijk aanbod in de federale hoofdstad uit, samen met de culturele rijkdom die daarmee gepaard gaat. En Brusselaars mogen daaruit kiezen. Dat is toch prachtig ? Dat kan in een gemiddeld Europees land niet.’ Het enige wat in dat licht problematisch kan zijn, is wanneer de financiering gesplitst wordt en de Brusselaars de keuze krijgen voor welk stelsel ze belastingen zouden moeten betalen. Maar ook daar : ik voorzie geen drama’s wanneer er gemeenschapskeuze komt in Brussel.’

‘Er zijn bewust veel misvattingen over die gemeenschapskeuze, zoals voorzien door bijvoorbeeld de N-VA. Als iemand voor het Vlaamse model kiest, staat het hem of haar nog altijd vrij om naar een Franstalig ziekenhuis te gaan of de kinderen naar een Franstalige school te sturen. Het gaat er voornamelijk om welke uitkeringen en belastingen de Brusselaar aan een overheid vastklinken, en die dan ook de keuze voor een gemeenschap zullen ingeven. Men zal niet met een pistool op de slaap verplicht zijn om naar een Vlaamse school te gaan.’

Bart de Wever

In Vlaanderen neemt men in de hoofden steeds vaker afscheid van Brussel. Bart De Wever wou Brussel in 2020 opgeven voor zijn deal met de PS. Misschien moet Vlaams Brussel met die waarheid leren leven.

Daelemans : ‘In het boek De doodgravers van België van Wouter Verschelden heb ik dat ook gelezen. Ik ben daar ontzettend bezorgd over. Als dat het openingsbod van De Wever was, dan staan we er slecht voor. Later heeft De Wever dat bij Bruzz tegengesproken… Ik weet niet wie ik moet geloven.’ Wat ik me wel herinner, is dat De Wever na het mislukken van zijn deal met de PS, zelf heeft aangegeven dat hij in aanloop naar 2024 twee grote problemen voorziet : de financiën en Brussel. Dat neemt mijn angst niet echt weg.’

‘De Brusselse Vlamingen spelen in die mentale verwijdering tussen Brussel en Vlaanderen zelf een uiterst kwalijke rol. Zij lijken het geld uit Vlaanderen normaal te vinden, en gaan van de weeromstuit continu met Vlaanderen in contramine. Dat kan alleen maar slecht zijn voor de perceptie die Vlaanderen over Brussel en de Vlaamse aanwezigheid heeft.’

Meervoud, schrijft fris en raak

Opengrenzenbeleid

Maakt u zich als linkse flamingant in Brussel, zorgen over de verrechtsing van Vlaanderen ?

In Brussel heeft drie vierde van de bevolking een migratie-achtergrond. Natuurlijk ontstaat daardoor onrust en onvrede onder de autochtone bevolking

Daelemans : ‘Dertig jaar geleden hebben we hier in het Vlaams Huis met de actie “Vlaanderen tegen racisme” stelling genomen tegen het toenemende racisme in Vlaanderen. Verplichte inburgering en assertiviteit van Vlaanderen naar migranten was daarin centraal. Strijden voor een integrerende staat is toch niet rechts ? Ikzelf sta op de lijn van Mark Elchardus : de sociale zekerheid staat onder druk als iedereen hier zomaar binnen mag. Meervoud is nooit een pleitbezorger geweest van een opengrenzenbeleid. Kaart de bevolking dat aan, dan vind ik dat allesbehalve rechts. In Brussel heeft drie vierde van de bevolking een migratie-achtergrond. Natuurlijk ontstaat daardoor onrust en onvrede onder de autochtone bevolking.’

Met ‘verrechtsing’ bedoel ik het louter economische denken van de Vlaamse elite, die de facto een voorstander blijft van een vrij en liberaal Europa, van goedkope arbeid, en dus van open grenzen. Zolang er maar goedkope Oost-Europeanen en Arabieren zijn om de rotklusjes te doen, geen probleem…

Daelemans : ‘Het gros van de Vlamingen heeft het financieel goed. Ik denk dat dat de reden is waarom de sociaaldemocratie in Vlaanderen geen hoge toppen meer scheert. Men teert tegenwoordig meer op culturele conflicten dan op sociaaleconomische. De schrijnende realiteit van goedkope buitenlandse arbeid is inderdaad nefast voor een land. Kijk maar naar de Brexit : eerst zette het Verenigd Koninkrijk zijn grenzen open voor Oost-Europeanen, die voor sterke loonconcurrentie zorgden, en de Britse bevolking rebelleerde ertegen, waardoor de Brexit een feit werd.’

‘Heeft de Vlaamse elite er schuld aan dat dit liberale model in stand wordt gehouden ? Wellicht wel. Maar daar een punt van maken, wil natuurlijk wel zeggen dat we de Europese constructie zouden moeten herbekijken. In Oost-Europa zijn er streken ontvolkt door dit model. Wat mij betreft mag dat debat gevoerd worden. Ik ben nooit echt warm geworden van een verregaande Europese integratie.’

Een manager als Jan Jambon heeft een ander profiel dan Bart De Wever, die niet echt neoliberaal is

‘Het beleid in Vlaanderen is nog altijd sterk neoliberaal en de N-VA is daar een voortrekker in. Toen de N-VA in de federale regering zat, is er overal beknibbeld op uitgaven : bij de politie, op personeel. Zekerheden kwamen te vervallen. Een manager als Jan Jambon heeft een ander profiel dan Bart De Wever, die niet echt neoliberaal is. De N-VA heeft zich sterk georiënteerd op de liberale kiezer en dat wreekt zich nu. Maar ik denk dat Bart De Wever op termijn meer op zoek zal gaan naar een sociaaldemocratische correctie. Je ziet dat nu al in zijn Antwerpse coalitie met Vooruit, en in de toenadering tussen hem en Mark Elchardus.’

water bij de wijn ?

Cordon sanitaire

En met Vlaams Belang, toch ook een sociaaleconomisch behoorlijk linkse partij ? Zo zou zelfs Vlaamse zelfstandigheid een gegeven kunnen worden.

Daelemans : ‘Het Belang wil zich inderdaad profileren als een sociaal-voelende partij, meer dan de N-VA. Ik zie het VB echter niet als een linkse partij, eerder als een centrumpartij. Ikzelf ben nooit een voorstander geweest van het cordon sanitaire. Voor mij telt de inhoud : waar zal het VB water in de wijn durven doen wanneer ze zouden besturen ? PVDA wenst geen compromissen te sluiten met de PS, en misschien zal het VB dat ook niet willen.’

‘Het Vlaams parlement is voor iedereen de plek die aangewezen is in het tot stand komen van de Vlaamse onafhankelijkheid. Maar Catalonië heeft ons getoond dat het ook weer niet zo simpel is om gewoon de onafhankelijkheid uit te roepen met een parlementaire meerderheid. De Vlaamse staat zal niet louter ontstaan omdat een meerderheid in het Vlaams parlement dat wil. Er moeten nog andere omstandigheden mee zitten, zoals vakbonden die meewerken, mutualiteiten die meewerken, en een ambtenarenapparaat dat zal meewerken. Alleen zo krijg je een legitieme onafhankelijke staat. Op dit ogenblik zie ik dat nog niet gebeuren.’

‘Het Belgische gedrocht is aan opvolging toe. Wij willen als Vlamingen een volwassen eigentijdse samenleving zijn. De Belgische structuren leggen daar een rem op en zijn een financiële ballast die verhindert dat Vlaanderen een moderne zelfzekere samenleving wordt. We moeten daar van af. België kost ontzagwekkend veel geld en energie, en levert morositeit af. Het zou ook democratisch beter zijn mocht Vlaanderen op eigen benen staan.’

Een historische vergissing

‘Wat met Brussel, in die Vlaamse democratie ? Brussel is een hoofdstad, en niet zomaar een gewest. Wat Vlaanderen betreft, betekent die hoofdstedelijke functie alles. Brussel bestaat bij gratie van de wisselwerking met de taalgemeenschappen in België. Sociologisch gezien is een afzonderlijk Brussels gewest dus onzin, en kan het dus ook nooit op zichzelf bestaan als vierde gewest. Neem nu ook al die Brusselse excellenties die van elke stadsboulevard een woonerf willen maken, zogezegd om de stad te vergroenen. Excuseer, maar Brussel is best al een groene stad met flink wat mooie en grote parken en met een heus woud aan de zuidrand. Mag het ook nog een stad zijn? Al is het maar omdat Brussel niet alleen van de Brusselaars is maar ook van Vlaanderen en de Franse gemeenschap. Brussel lijkt zichzelf tegenwoordig te willen opsluiten in zijn kleine eigenheid, met rekeningrijden, en het buiten pesten van wie hier niet woont.’

Brussel is een verfranst gebied in Vlaanderen. Het probleem is dus in wezen cultureel van aard. Brussel heeft zichzelf vervreemd van zijn geschiedenis. Overal waar Franstaligen een meerderheid vormen, roepen ze administratief-politiek nieuwe entiteiten in het leven die de verdeelstatelijking in de hand werken. Die Franstalige deelstaten beantwoorden misschien aan een culturele en Franstalige politieke realiteit die men wil hard maken, maar niet aan een economische, en ook niet aan een federaal-Belgische. Brussel is economisch gezien vertakt tot ver buiten de concrete morfologie. Brussel had nooit eigen sociaaleconomische bevoegdheden mogen krijgen, maar had zich moeten beperken tot bepaalde culturele bevoegdheden voor de Franstaligen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest had nooit opgericht mogen worden. Het is en blijft een historische vergissing die de stad nog verder vervreemd heeft van de Nederlandstaligen.’

‘Praat met oude Franstaligen zoals Philippe Destatte. Zij geloofden niet dat de Vlamingen eind jaren ’80 akkoord gingen met de oprichting van het Brussels gewest. Hugo Schiltz en Vic Anciaux mogen dan lang geëmmerd hebben over het feit dat het “een hoofdstedelijk gewest” was, met garanties voor de Vlamingen, met respect voor institutionele evenwichten, enzovoort. Maar Vlaanderen is Brussel toen gewoon kwijtgeraakt. En Anciaux heeft dat nadien ook moeten toegeven.’

Onderwijscapaciteit

Terug naar de Brusselse agglomeratie, dan ?

Daelemans : ‘Als ik van een wit papier zou vertrekken, dan zouden het Vlaamse en het Brusselse gewest fusioneren. De Vlaamse staat slorpt Brussel dan op, en laat de Franse gemeenschapscommissie bestaan zodat de Franstalige Brusselaar zijn culturele- en onderwijsbevoegdheden behoudt en een beschermde minderheid in Vlaanderen wordt. Brussel blijft dan tweetalig, en in het Vlaams parlement zullen Franstalige Brusselaars verkozen worden die dan het recht hebben om in hun taal deel te nemen aan de Vlaamse democratie. Het alternatief is ingewikkelde constructies blijven uitvinden, en verder aanmodderen in de huidige verdeelstatelijking van België. De dag dat Vlaanderen onafhankelijk is, zal de verfransing vanzelf minderen, omdat de machtsverhoudingen veranderd zullen zijn. Vlaanderen zal Vlaanderen zijn, met een meerderheidstaal, het Nederlands. Frans is binnen België nog altijd een belangrijke taal, zeker binnen de perceptie.’

Het is wraakroepend hoe slecht het Franstalige onderwijs in Brussel is. En dat is het al twintig jaar lang

‘Op dit moment is de Franse gemeenschap een echt probleem, zelfs het grootste probleem van een stad als Brussel. Het is wraakroepend hoe slecht het Franstalige onderwijs in Brussel is. En dat is het al twintig jaar lang. Vlaanderen kan een nog veel actievere rol spelen om de stad te vernederlandsen, daar waar de Franse gemeenschap steeds meer ruimte laat. Vlaanderen zou de onderwijscapaciteit nog veel ambitieuzer kunnen maken in Brussel. The sky is the limit, wat mij betreft. Laat ons de Brusselnorm op 50% leggen : laat Vlaanderen de ambitie hebben om de helft van de Brusselse kinderen te bereiken.’

stadhuis Brussel

CHRISTOPHE DEGREEF

Foto’s (c) Gazet van Hove – cover : Vlaams Huis Brussel.