door Picard in ’t Pallieterke .

Een half jaar na de dramatische overstromingen in de Vesdervallei zijn de sporen nog altijd zichtbaar. Ondertussen blijven de analyses en onderzoeken elkaar opvolgen. Er blijft niet alleen de vraag of de overheden te weinig gedaan hebben om de ramp te voorkomen. Historicus Paul Delforge ging ook na of de ramp zo uitzonderlijk was. Zijn antwoord is een genuanceerd ‘neen’.

Paul Delforge is een van de bekendste Waalse historici. Hij bouwde vooral rond de eeuwwisseling een reputatie op als een van de coördinatoren van de ‘Encyclopedie van de Waalse Beweging’. Dit driedelig werkstuk veroorzaakte wel wat ophef omdat daarin vooral Walen of wallinganten waren opgenomen die tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnamen aan het verzet. Geen Léon Degrelle bijvoorbeeld. En de houding van de pro-Franse Waalse rattachisten die positief stonden tegenover het collaborerend Vichy-regime werd goedgepraat. Het lemma van de Waalse regionalist Louis Gueuning kreeg een soms negatieve teneur van zodra de periode behandeld werd dat hij zich aansloot bij het Verdinaso van Joris van Severen. De selectieve aanpak van L’Encyclopédie du Mouvement Wallon tastte de reputatie van Delforge echter niet aan. Hij is nu verbonden aan de Waalse denktank Institut Jules Destrée.

Leon Degrelle (l) bij Adolf Hitler

En het moet gezegd : hij levert hier zeer degelijk werk. Zo boog hij zich de voorbije maanden dus over de vroegere overstromingen in Wallonië in het algemeen en de Vesdervallei in het bijzonder. De centrale vraag was of de ramp van 13-14 juli 2021 zo uitzonderlijk was. Het antwoord van de historicus is genuanceerd. Uitzonderlijk is het aantal doden: meer dan 40. Delforge stelde vast dat het hoogste aantal dodelijke slachtoffer van Waalse watersnood tot dan toe 12 was, bij een overstroming van de Maas in 1880. Ook de duur van de ramp is uitzonderlijk. Pas na twee dagen begon het waterpeil te dalen. Bij de overstromingen van de 19de eeuw gebeurde dat al na 10 uur. De ramp van juli 2021 was om die redenen wel degelijk bijzonder. Maar dat was het dan.

Delforge snorde krantenartikels uit 1878 en 1880 op waarin de Vesder werd beschreven als een “woedende stroom”. In werkelijkheid was er toen bijna elk jaar sprake van ernstige watersnood in de vallei, zij het natuurlijk niet altijd met de omvang van 2021. Delforge stelt vast dat het historische centrum van Verviers 15 meter boven het niveau van de Vesder is gebouwd. Men wist dus dat er een risico was op watersnood. Veel oude herenhuizen in centrum zijn zo ontworpen dat men pas na het bestijgen van drie, vier trappen op het gelijkvloers komt. Delforge: “Men hield constant rekening met 50 tot 60 centimeter water in de straten.” Uiteraard is dat niet het niveau waarop een volledige verdieping onderloopt, maar toch.

File:Roermond Januar 2011.jpg
overstromingen van de Maas nabij Roermond, jan. 2011 – foto (c) Wikipedia

In het volledige Maasbekken zijn er zo’n 260 merktekens op muren of palen die aantonen tot waar het water kwam bij overstromingen. Ook in Namen, waar er sporen zijn van zeer hoge niveaus in 1880, 1926 en 1740. Volgens Delforge hadden die de taak om de mensen eraan te herinneren dat ze in een risicogebied woonden met onstuimige rivieren. “Maar in de loop van de jaren is het besef dat men in een risicogebied woonde, afgenomen”, stelt Delforge. Een van de redenen is dat oudere mensen die de gewoonte hadden te waarschuwen voor het stijgende water overleden zijn. Hij geeft het voorbeeld van Vaux-sous-Chèvremont dat in 1998 zwaar getroffen werd door watersnood. Vroeger woonde daar een man die met een sirene op zijn dak waarschuwde wanneer het waterpeil steeg. De inwoners hadden dan tijd om huisraad en meubels in veiligheid te brengen. Een gewoonte die na het overlijden van de man verdwenen is.

File:La Gileppe 15-04-2007 17-11-26.jpg
stuwdam van de Gileppe – foto (c) Wikipedia

Delforge gaat in zijn analyse ten slotte dieper in op de stuwdammen van de Gileppe en Eupen. Een slechte regeling van het debiet zou de schade door de overstromingen van juli 2021 hebben verergerd. Maar de stuwdam van de Gileppe werd niet gebouwd om overstromingen te beheersen, wel om het niveau van de Vesder te regelen zodat de textielindustrie in de regio voldoende water had. De stuwdam van Eupen (gebouwd in de jaren ’30) diende voor watergedreven elektriciteitsproductie. Pas veel later zag men de stuwdam als een regulator bij watersnood.