door Nicolas Guermant in ’t Pallieterke .

“Als Frankrijk in het gemiddelde van de eurozone zou zitten, zou het de Fransen en hun bedrijven 155 miljard minder belasten, en zou het 262 miljard minder overheidsuitgaven hebben”

De Franse president Emmanuel Macron zal het opnieuw tegen Marine Le Pen opnemen in de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen. Hoe bracht de ‘hervormingspresident’ het ervan af, de president die bij zijn aantreden aankondigde orde op zaken te stellen in de Franse economie ? In ‘Le vrai état de la France’ (L’Observatoire) maakt Agnès Verdier-Moliné een vernietigende economische balans op van vijf jaar Macron.

Agnès Verdier-Moliné van de rechts-liberale denktank Ifrap is een soort specialist in economische neergang. Ze draagt een liberale stempel en kan er dus nauwelijks van verdacht worden Zemmour of Le Pen te steunen. In haar nieuwste boek zet ze de puntjes op de i. Ook al dateren sommige van haar trieste observaties van vóór Emmanuel Macrons aantreden, toch kunnen we stellen dat hij er niet in geslaagd is de trend om te buigen.

“De vroegere Franse vermogensbelasting, die de rijken zou moeten ‘belasten’, heeft hen er in plaats daarvan toe aangezet naar het buitenland te verhuizen”

Handelstekort op recordhoogte, belastingen een puinhoop

Emmanuel Macron heeft zeker een handelsbalans op halve kracht geërfd, maar die heeft zich onder zijn mandaat ook niet hersteld : in 2021 bereikte het handelstekort van Frankrijk een recordniveau van 84,7 miljard euro. Met de eurozone is het tekort ongeveer 35 miljard, met China is het ongeveer 30 miljard euro.

De vroegere Franse vermogensbelasting, die de rijken zou moeten ‘belasten’, heeft hen er in plaats daarvan toe aangezet naar het buitenland te verhuizen. Twee en een half miljoen Fransen wonen buiten Frankrijk. Sinds de invoering van de belasting op grote vermogens in 1982 heeft meer dan 150 miljard euro samen met hun eigenaars Frankrijk verlaten. Het land liep hierdoor naar schatting 400.000 gecreëerde jobs mis. Macron schafte het fiscale deel van de wet wijselijk af.

Tegelijkertijd worden de Fransen overstelpt met belastingen en bijdragen allerhande. In 2019, zo merkt Verdier-Moliné op, waren er 483 verplichte heffingen in Frankrijk : 214 belastingen, 159 taksen en 110 bijdragen. Alleen al in 2019 zijn vijf nieuwe belastingen ingevoerd : een bijkomende toeristenbelasting in Île-de-France om het project Groot-Parijs te financieren, een belasting op koolwaterstoffen, een heffing op concessies voor waterkrachtcentrales, een bijdrage op mineraalwaterbronnen en een veegbelasting. Frankrijk telt 196 belastingen en belastingcategorieën, meer dan het dubbele van Duitsland (84) en het Verenigd Koninkrijk (86).

De algemene belastingwetgeving telt 3.600 bladzijden. Eind 2021 werd Frankrijk nog altijd voor ongeveer 140 miljard euro meer belast dan zijn tegenhangers in de eurozone. De directe belastingen op huishoudens stegen van 250 miljard in 2017 tot 275 miljard in 2019, een stijging van 25 miljard euro in twee jaar tijd. “We zijn tevergeefs op zoek naar de door de regering aangekondigde belastingverlaging van vijf miljard euro”, zegt Verdier-Moliné. “Franse bedrijven betalen elk jaar 80 miljard meer dan hun tegenhangers in de eurozone. Frankrijk is, samen met Griekenland, het land in de eurozone met de hoogste belasting op ondernemingen in verhouding tot hun toegevoegde waarde.”

“De algemene belastingwetgeving telt 3.600 bladzijden”

Frankrijk leent 1 miljard per dag

In 2022 zal de schuld van Frankrijk 44.000 euro per Fransman bedragen (tegenover 20.000 euro in 2012). “Onder de vijfjarige termijn van Nicolas Sarkozy was de schuld van Frankrijk met meer dan 600 miljard gestegen, onder François Hollande met bijna 400, maar onder Emmanuel Macron zal de stijging, tegen het einde van dit jaar 2022, ongeveer 700 miljard euro bedragen!” Duitsland ligt ver achter op Frankrijk – ondanks een identieke gezondheidscrisis – met 518,5 miljard euro meer overheidsschuld tussen 2017 en 2022.

De Franse overheidsschuld bedraagt 112 procent van het bpp, terwijl de regering had beloofd de 100 procent niet te overschrijden. “Dit is ongelooflijk, want toen we de programma’s van de kandidaten voor 2017 extrapoleerden, waren het eerder de programma’s van Marine Le Pen en Jean-Luc Mélenchon die ervoor zouden zorgen dat we tegen 2022 in de buurt van de 3.000 miljard schuld zouden komen. Wij zullen de komende jaren dus bijna een miljard euro per dag blijven lenen.”

Maar deze schuld is zuiver ‘operationele’ schuld, geen schuld die het land in staat stelt in de toekomst te investeren. Als we alle ‘buiten de balans vallende’ verplichtingen bij elkaar optellen, hebben we het over bijna 8.000 miljard euro aan schulden voor Frankrijk, berekent Verdier-Moliné. Een verzwarende omstandigheid is dat de helft van de schuld van Frankrijk in handen is van ‘niet-ingezetenen’. Ook de particuliere sector heeft een hoge schuldenlast, die 156 procent van het bbp bedroeg in het laatste kwartaal van 2020. “De accumulatie van particuliere en overheidsschuld bereikt 270 procent van het bbp. Frankrijk ligt daarmee net achter Griekenland (330 procent van het bbp) en Portugal, maar ver voor op Duitsland (179 procent van het bbp).”

“De Franse overheidsschuld bedraagt 112 procent van het bpp, terwijl de regering had beloofd de 100 procent niet te overschrijden”

Economische neergang

De economische neergang van Frankrijk is goed gedocumenteerd. Met een bbp per hoofd van de bevolking van 39.030 euro staat het land wereldwijd op de 23e plaats, ver achter Zwitserland (tweede, met 87.000 euro) en Duitsland (zestiende, met 46.208 euro).

Oorzaak en gevolg? Frankrijk is samen met Zweden het Europese land waar de mensen het minst werken: de arbeidsparticipatie van 15- tot 24-jarigen bedraagt in Duitsland meer dan 48,5 procent, terwijl dat in Frankrijk slechts 31,2 procent is, met een verschil van 166 uur per jaar per werknemer dat onder het Europese gemiddelde ligt.

Bruno Lemaire wees onlangs op de goede werkloosheidscijfers (8,1 procent), maar het Europese gemiddelde bedraagt slechts 7,3 procent. Duitsland en Nederland doen het twee keer zo goed: respectievelijk 4,2 procent en 4,3 procent.

Sinds de jaren tachtig, aldus Verdier-Moliné, heeft Frankrijk meer dan twee miljoen banen in de industrie vernietigd en 58.000 banen sinds het begin van de jaren 2000. “De Franse industriële sector telde in 1980 5,5 miljoen banen in loondienst, in 2017 waren dat er nog maar 3,2 miljoen en in 2021 3,1 miljoen (tegen 7,2 miljoen in Duitsland). We groeien niet als een gek, we zijn net aan het herstellen van een recessie van bijna 8 procent van het bbp”, besluit ze.


“Als we alle ‘buiten de balans vallende’ verplichtingen bij elkaar optellen, hebben we het over bijna 8.000 miljard euro aan schulden voor Frankrijk”

Een recordtekort en misleidende groei

Het jaar 2020 staat voor het ergste begrotingstekort dat Frankrijk ooit heeft gekend: 209 miljard euro. Of -9,1 procent van het bbp in 2020 en -8,2 procent van het bbp in 2021. In 2020, het jaar van de coronapandemie, bedroegen de tekorten in Europa gemiddeld 7,2 procent. Frankrijk behoort nu duidelijk tot de slechte leerlingen in Zuid-Europa, aangezien Duitsland, Luxemburg, Nederland, Denemarken en Zweden allemaal, zelfs in 2020, een tekort hebben van minder dan 5 procent in verhouding tot hun nationale rijkdom. In 2021 zijn de bedrijfsuitgaven zelfs met 48 miljard gestegen ten opzichte van 2020.

Ook de goede economische groeicijfers zijn misleidend. De groei van 7 procent in 2021 kwam voor bijna een derde door overheidsuitgaven. De Franse overheidsuitgaven zullen dit jaar 60 procent van het bbp bedragen (het EU-gemiddelde is 53 procent).

Een steeds zwaardere bureaucratie

De personeelskosten in de overheidssector zullen tussen 2017 en 2022 in vijf jaar tijd met meer dan 20 miljard zijn gestegen. “Deze toename is duidelijk een gevolg van het feit dat de president zijn doelstelling om het aantal banen in de overheidssector met 120.000 te verminderen, heeft laten varen. Men voorziet over de periode van vijf jaar zelfs geen daling van 120.000 banen in de overheidssector, maar een stijging van 120.000 banen naar een record van 5,8 miljoen ambtenaren.”

Alleen al aan de bezoldigingen van de staat, inclusief pensioenen, is met 137 miljard aan uitgaven 10,3 miljard meer uitgegeven dan in 2017. “Onder het presidentschap van Nicolas Sarkozy was de loonmassa van de staat, pensioenen niet meegerekend, met 2,5 miljard gestegen. Tijdens het vijfjarige mandaat van François Hollande bedroeg de stijging 5,3 miljard euro. Dit staat tegenover 7,6 miljard euro extra onder Macron tussen 2017 en 2022.” Deze regeerperiode zal de duurste zijn van allemaal, wat de stijging van de kosten van overheidspersoneel betreft: tussen 20 en 30 miljard euro meer in vijf jaar, een record.