door Filip Van Laenen in ’t Pallieterke .
Niet alleen de Franse socialisten zijn zo goed als weggevaagd uit het politieke partijlandschap van onze zuiderburen, ook Valérie Pécresse van Les Républicains zakte op 10 april onder de kiesdrempel van de vijf procent. Het bewees nogmaals dat politieke partijen niet over een sociologisch reservoir beschikken dat hen voor eeuwig een gegarandeerde minimumkoers oplevert.
1,75 procent van de stemmen haalde ze nog, Anne Hidalgo van de PS. Toen ze net verkozen was tot kandidate van Les Républicains dong Valérie Pécresse in de peilingen nog mee naar de tweede ronde. Op 10 april strandde ze op 4,78 procent, te weinig om haar campagnekosten terugbetaald te krijgen door de Franse staat. In 2017 gold het nog als een afstraffing dat Benoît Hamon van de PS ‘slechts’ 6,36 procent haalde in de eerste ronde, terwijl het een kleine ramp was dat François Fillon de tweede ronde miste met 20,01 procent op de derde plaats. De Franse presidentsverkiezingen tonen aan dat het snel naar beneden kan gaan, en kan blijven gaan.
Existentiële vragen
De implosie van twee traditionele centrumpartijen roept existentiële vragen op, niet alleen in Frankrijk. In Vlaanderen zitten twee partijen duidelijk in de gevarenzone, namelijk CD&V en Open Vld. De tijd ligt niet ver achter ons dat het onvoorstelbaar was dat CD&V ooit minder dan twintig procent van de stemmen zou halen. In 2024 hoopt men stilletjes toch nog in de buurt te blijven van de vijftien procent, al zal men niet klagen als men maar boven de tien procent blijft. Maar wat heeft een voormalige machtspartij nog te betekenen als ze met minder dan tien procent van de stemmen in een regering alleen nog maar een kleinere bijrol kan spelen ?
Voor de Open Vld is de val zo diep niet, omdat ze als partij nooit de hoogtes van de vroegere CVP heeft gekend. Maar de partij is er de laatste twintig jaar gewend aan geraakt mee aan de macht te zitten en de lakens uit te delen. Ook voor die partij wordt het een onprettig ontwaken wanneer ze met minder dan tien procent niet meer nuttig, laat staan onmisbaar is voor de vorming van een regering. In die zin heeft Alexander De Croo eigenlijk groot gelijk dat hij volop aan zijn internationale carrière werkt.
Maar er is nog een derde partij die zich in 2024 misschien zal moeten bezinnen over de zin van haar bestaan. Is er voor een ecologische partij in Vlaanderen dan echt geen ander lot weggelegd dan dat ze om de twintig jaar eens aan een regering mag deelnemen, om bij de eerstvolgende verkiezing kopje onder te gaan ? Dat zou dan betekenen dat de partij pas tegen de verkiezingen van 2039 of 2044 opnieuw enkele ministeriabelen hoeft klaar te stomen !
Herverkaveling
Het gevolg is dat het woord ‘herverkaveling’ de voorbije weken weer opduikt in politieke commentaren en analyses. De partij Vooruit komt deze keer in het verhaal niet voor, omdat ze het in de peilingen veel te goed doet om een kartel met een andere partij zelfs nog maar te overwegen.
Een samengaan van CD&V en Open Vld wordt het meest geciteerd. Beide zijn centrumpartijen, de ene met een verleden als een volkspartij, de andere ooit met de ambitie om tot een volkspartij te kunnen uitgroeien. In de wandelgangen vangen we op dat er bij Open Vld wel interesse zou zijn voor een samengaan met de CD&V, maar dat die laatste vooralsnog de boot afhoudt. De twee partijen hebben ontegensprekelijk vele raakvlakken waar wel een compromis te vinden zal zijn, maar in verband met abortus en euthanasie zien we toch een groot probleem dat moeilijk te overbruggen is. Veel meer dan een los kartel lijkt ons dus niet mogelijk.
Groen kartel ?
Een alliantie tussen CD&V en Groen lijkt haalbaarder, om te leiden tot een soort van christelijk-sociale en ecologische partij. Is de invloed van de Boerenbond op de CD&V nog groot genoeg om zo’n samengaan te kunnen verhinderen ? En wat dan met de migratiestandpunten van Sammy Mahdi in zo’n partij of kartel ? Ook hier stuit men snel op allerlei praktische bezwaren voor een echte herverkaveling.
Misschien nog het minst problematisch is een samengaan van Open Vld en Groen. De linkervleugel van de Open Vld valt nu reeds amper te onderscheiden van Groen, en ook de rechtervleugel keurde uiteindelijk de deelname aan de Vivaldi-regering mee goed. Als CD&V de boot blijft afhouden, en bij Open Vld meer en meer het besef groeit dat men niet meer alleen naar de kiezer wil, is er dus nog ‘hoop’ voor een handjevol Vlaamse en federale verkozenen voor Groen in 2024.
Foto’s (c) Gazet van Hove.