door Picard in ’t Pallieterke .

Het debat op de VRT tussen Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken en zijn MR-collega Georges-Louis Bouchez heeft bezuiden de taalgrens een averechts effect gehad. De traditionele partijen verstrengen er als reactie nog het ‘cordon sanitaire’ en het ‘cordon médiatique’ tegen radicaal-rechtse partijen. Komt er nog bij dat de houding van die partijen tegenover het oorlogsverleden nog meer verkrampt is dan vroeger.

‘La Charte de la démocratie, actualisée et renforcée’ heet het nieuwe document dat de Franstalige partijen PS, MR, Ecolo en Les Engagés (de vroegere centristen van cdH) hebben ondertekend. Dat document is een soort van actualisering van het cordon sanitaire tegen radicaal-rechts zoals dat in 1993 was afgesloten. Het hield voor de Franstalige politieke mandatarissen niet alleen in dat er geen coalities zouden worden gevormd met radicaal-rechtse partijen, men mocht in Wallonië en Brussel ook niet in debat gaan met hen. Nadat MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez in Terzake de degens kruiste met Tom Van Grieken (Vlaams Belang) volgden er verontwaardigde reacties van andere partijen en eiste men een herziening van het cordon sanitaire-charter van 1993.

haalde enkele successen in Wallonië

Averechts effect

Bouchez, die met het debat hoopte op een coulantere houding ten opzichte van radicaal-rechts (“In de hoop hen te kunnen wijzen op hun eigen fouten”, stelde hij), lijkt het omgekeerde te hebben bereikt. Want niet alleen is het volgens het nieuwe charter verboden om ook via sociale media in debat te treden met rechts-radicale mandatarissen, de regel geldt “overal en in alle omstandigheden”. Dus geen debat Bouchez-Van Grieken meer mogelijk op de VRT.

In het nieuwe document heeft men het weliswaar niet direct over extreemrechtse, maar over “partijen die door hun ideologie of voorstellen de democratische principes van ons politiek systeem bedreigen”. De MR hoopte met die omschrijving ook een cordon rond de neocommunisten van de PVDA/PTB op te trekken, maar dat konden de andere partijen niet aanvaarden. De partij van Raoul Hedebouw heeft het charter niet ondertekend trouwens, gewoon omdat het als nationale partij in heel België in debat wil gaan, en dus ook in Vlaanderen waar niet zo’n strikt cordon bestaat.

geen cordon rond de communisten

Absurder en absurder

Uit het document blijkt verder dat de verkozenen van de Franstalige partijen zelfs geen video’s meer mogen posten op sociale media waarbij ze bijvoorbeeld in het halfrond van de Kamer in debat gaan met Vlaams Belangers. Dat Franstalige cordon sanitaire, inclusief cordon ‘médiatique’, is ongezien in de Europese Unie. En tamelijk belachelijk als men weet dat veel Walen naar de Franse televisie kijken en er bijna elke dag een verkozene van het Rassemblement National van Marine Le Pen de revue zien passeren.

Walen krijgen haar iedere dag op TV

Bovendien is men anno 2022 vergeten dat er aanvankelijk – en dan is dat na de zogenaamde Zwarte Zondag van 24 november 1991 – een zekere openheid bestond ten opzichte van de verkozenen van toen nog het Vlaams Blok. Er moet nog een opname van bestaan, maar de dag na de verkiezingen werd toenmalig VB-voorzitter Karel Dillen gewoon nog geïnterviewd op de RTBF-radio. In goed Frans uiteraard.

Sinds het charter van 1993 is de situatie totaal veranderd en werd het cordon aan Franstalige kant steeds strenger en absurder. VB’ers kwamen nog aan het woord op televisie, maar nooit live. Zogezegd om de journalisten de kans te geven ‘ondemocratische’ uitspraken te knippen.

Wallonië begint op ‘wijlen’ de D.D.R. te lijken (Duitse Democratische Republiek)

Morele superioriteit

Het extreme cordon past ook in de moraliserende pose van de Franstalige partijen. Het is bijna zoals het DDR-regime dat zichzelf zag als de incarnatie van het verzet tegen het fascisme. De PS, MR en co beschouwen zich als de erfgenamen van een Wallonië dat een bolwerk was van verzet tegen de Duitse bezetter tijdens WO II en in die zin een zekere morele superioriteit heeft. Spreken met de ‘erfgenamen van het fascisme’ is een bezoedeling van deze morele status.

Leon Degrelle (l) bij Adolf Hitler

Absurd om twee redenen. De pijnlijke Waalse, vooral militaire, collaboratie is alom gekend. Léon Degrelle was daar de duidelijkste exponent van. Ten tweede lijkt men steeds verkrampter om te gaan met het oorlogsverleden naargelang de jaren verstrijken. Men vergeet blijkbaar dat onder andere de Franstalige socialisten in de jaren ’70 coalities hebben gevormd met onder andere de Volksunie waarbij niet alleen figuren die na WO II veroordeeld werden minister werden (Hector De Bruyne), maar er in de parlementaire fracties zelfs oud-oostfrontstrijders zetelden. Dat zou vandaag voor meer verontwaardiging zorgen aan Franstalige kant dan in een periode toen WO II nog vers in het geheugen lag.

Foto’s (c) Gazet van Hove.