COLUMN – door Siegfried Bracke – www.doorbraak.be .

Dit wordt een zeer foute column. Een lofzang op discipline en tucht. Over het leger als instrument voor sociale verheffing. Over de voordelen van een gesloten systeem. Over de baten van concurrentie en competitie. Over opstaan als dat moet. Nieuwe gedachten over oude vormen.

Er zijn tegenwoordig wachtlijsten in het secundair onderwijs. Voor jonge mensen die in de derde graad Defensie & Veiligheid willen volgen. Die richting bestaat nog maar één jaar. Vorig jaar waren er 550 plaatsen; per 1 september worden dat er 880. Maar dat is dus te weinig. De zogeheten uniformberoepen blijken buitengewoon aantrekkelijk.

Dat is zeer opvallend omdat men in die richting ongeveer alles doet wat in de rest van het onderwijs volstrekt verboden is. Drill, discipline, streng en strikt zijn, meerdaagse kampen (in Leopoldsburg en Kleine Brogel) waarbij men moet overleven op gevechtsrantsoen; het behoort tot het programma. En nog erger : als de leerkracht de klas binnenkomt moeten de leerlingen opstaan en zwijgen. En ze kunnen pas zitten als ze toestemming krijgen. Het is schier vooroorlogs…

Dat opstaan was overigens een eis van Defensie. De directeurs van de zestien betrokken scholen jammerden dat zoiets echt een brug te ver was, ondenkbaar, ondoenbaar. Maar warempel : de leerlingen deden en doen het. Zonder morren. Zonder meer.

Leerlingen getuigen : ja, het is streng, maar wel interessant. Ze krijgen ook les van militairen, brandweerlui, mensen van privébewakingsbedrijven, politiemensen. Die komen met meer dan een praatje. Die geven echt les, met examen en al. De leerlingen zijn onder de indruk.

Cadettenschool

Het doet denken aan de oude Cadettenscholen – ik heb er zelf nog les gegeven. Tot 1991 hadden we er twee, een in Laken en een in Lier. Het waren militair georganiseerde secundaire scholen die voorbereidden op de KMS, de Koninklijke Militaire School. Met grote aandacht voor wiskunde, taal en fysieke weerbaarheid. En bovenal : het leger met alles erop en eraan; het leven in de kazerne, van zondagavond tot vrijdagavond.

Jazeker, je kon er als lesgever hoge eisen stellen. Maar dat was – hoe gek dat ook moge klinken – wederkerig. Wie alleen maar veeleisend was omdat veel eisen in het leger nu eenmaal kan en mag, kreeg vrij snel te maken met de macht van de groep, waartegen niemand op kan. Ik herinner mij hoe op een dag de auto van een collega Frans – een Citroën DS – zonder wielen in de kapel bleek te staan. De man combineerde grote gestrengheid met nog grotere geestelijke en gewone luiigheid. De groep heeft daarmee afgerekend. Er kwam een nieuwe leraar Frans.

Eén van de allergrootste problemen van ons onderwijssysteem is dat je van elk klasje van tienjarigen vrijwel zonder mankeren de toekomst kan voorspellen : je kijkt gewoon naar het diploma van de ouders. En alle pogingen om die systematiek te doorbreken hebben dat probleem alleen maar vergroot, o paradox van het op de hurken gaan zitten. De enige uitzondering ? Het leger.

Bescheiden komaf

Want wie de Cadettenschool niet aankon, viel af. Al in oktober, na amper één maand. Wie het wel kon, kreeg kansen, maar, het werd er ingepompt, moest die wel elke dag waarmaken. Zonder enig onderscheid van rang of stand. Of vader nu kolonel, chirurg of fabrieksarbeider was : het deed er niet toe. Ik zie vandaag op televisie generaals die ik heb gekend toen ze zestien waren. En ik herinner mij ook hun ouders; vrijwel elke maand waren er contactavonden. Vaak mensen van, zoals dat heet, zeer bescheiden komaf.

Ik lees dat de resultaten van de richting Defensie & Veiligheid zeer bemoedigend zijn. Leerlingen die het niet meer zagen zitten, blijken open te bloeien

Ik lees dat de resultaten van de richting Defensie & Veiligheid zeer bemoedigend zijn. Leerlingen die het niet meer zagen zitten, blijken open te bloeienOndanks de georganiseerde onderlinge competitie. Of misschien wel dankzij die competitie : het heeft zin prestaties te leveren. Een aardig idee voor de rest van ons onderwijs : bied kansarme leerlingen datgene wat ze thuis niet meekrijgen en speculeer op hun eerzucht.

De notie van competitie staat in de hele westerse wereld onder druk. Je leest over een Amerikaanse professor die beslist dat in het kader van de strijd tegen ongelijkheid alle studenten dezelfde score zullen krijgen : het gemiddelde van alle examenuitslagen. Een schitterende methode om het einde van de kennisoverdracht te organiseren : na welgeteld één semester was iedereen gezakt.

West Point

Anderzijds valt op hoe bij West Point, de hoogst aangeschreven opleiding voor officieren in de Verenigde Staten, gemiddeld 14.000 jonge mensen kandideren. Na een papieren selectie blijven er daarvan 4.000 over. 2.500 komen door examens en fysieke proeven. De 1.200 besten worden effectief toegelaten tot de opleiding in The Beast Barracks. Een keiharde training. Gemiddeld 200 van die laatste 1.200 geven op.

De duizend overblijvers krijgen op het eind ook nog eens heelder teksten die ze van buiten moeten leren. Onder meer deze : ‘The discipline which makes the soldiers of a free country reliable in battle is not to be gained by harsh or tyrannical treatment. On the contrary, such treatment is far more likely to destroy than to make an army.’ En verder : ‘The origin of great leadership begins with the respect of the commander for his subordinates’.

In verreweg de meeste westerse landen komt het leger naar alle middelbare scholen om soldaten en ander personeel te vinden. Ik weet het niet echt, maar ik kan mij voorstellen dat bij ons de koepels dat meteen zouden verbieden. Strijdig met de vrijheid van onderwijs. Zoiets.

Duitse soldaat WO II (figurant)

SIEGFRIED BRACKE

Foto’s (c) Gazet van Hove.