door Angélique Vanderstraeten in ’t Pallieterke .
Linkse opiniemakers zijn nog altijd aan het bekomen van het voorstel van Vooruit-baas Conner Rousseau om langdurig werklozen te verplichten hun basisbaan te aanvaarden, zo niet verliezen ze hun uitkering. Eén van die politieke waarnemers trok zich dan maar op aan een ander voorstel van Rousseau : het verhogen van het minimumloon, dat meer mensen aan het werk zou krijgen. Alleen gaat het hier over amper 5 procent van de werkenden, want de laagste lonen liggen hier de facto een stuk hoger.
Het zijn geen gemakkelijke tijden voor de linkse opiniemakers en hun acolieten in de media. Door het malgoverno bij bpost zit bevoegd minister van Overheidsbedrijven Petra De Sutter (Groen) in de hoek waar de klappen vallen. Daarnaast houdt Vooruit-voorzitter Conner Rousseau niet op om zich als ‘flinkse’ politicus te profileren. De 1 mei-vieringen van de socialistische beweging stonden in het teken van zijn voorstel om langdurig werklozen te verplichten een soort van basisbaan te aanvaarden (wat doet denken aan een soort van gemeenschapsdienst, zoals het begeleiden van bejaarden, stadsperken opkuisen,…). Zo niet verliest men zijn uitkering. Wat in de praktijk neerkomt op een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen. Dat Rousseau hier duidelijk kiest voor de Scandinavische aanpak van rechten én plichten voor de werklozen, is een bron van ergernis in Franstalig België. Blijkbaar was het ook voor zelfverklaard progressief Vlaanderen even slikken.
Linkse trofee ?
Maar niet getreurd, Rousseau formuleerde nog een reeks andere voorstellen en daar kunnen de opiniemakers zich aan optrekken. Het was Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck die er in zijn wekelijks opiniestuk aandacht aan besteedde. Waarover gaat het? Welnu, Rousseau wil meer mensen aan het werk en daarom pleit hij ook voor het verhogen van het minimumloon, meer bepaald van 12 naar 14 euro per uur. En hogere lonen maken de kloof tussen werken en niet-werken ook groter, waardoor het interessanter wordt voor een werkloze om een baan te aanvaarden. Bultinck daarover: “Anders dan centrumrechts wil Vooruit dat niet doen door aan de uitkeringen te knabbelen, maar door de lonen op te trekken. Als het ballonnetje van Rousseau over de basisbaan de aandacht trekt van de centrumrechtse kiezer, maar verder een stille dood sterft, is dat niet erg voor de voorzitter. Al helemaal niet mocht hij in de volgende regering de minimumlonen kunnen optrekken. Niet in de media, maar in het echt.”
Kortom, de ‘flinkse’ Rousseau die een linkse trofee binnenhaalt. Klinkt mooi, maar eigenlijk is dit wat België betreft een weinig relevante discussie. Bultinck had er goed aan gedaan zich even te informeren bij economisch geschoolde figuren. De discussie rond de minimumlonen en hun incentive om een baan te aanvaarden, is in België eigenlijk geen beleidsprioriteit of economisch pijnpunt. En dan gaat het niet over het feit dat het Belgische minimumloon met 1.955 euro bruto per maand in Europees perspectief relatief hoog is, maar wel over het feit dat er in België weinig mensen zijn die aan dat effectieve minimumloon werken: goed 5 procent van de werkenden. De meer dan 94 procent anderen hebben een loon dat een stuk hoger ligt. Het is een mythe te denken dat veel mensen in dit land aan relatief lage lonen werken. Bert Bultinck is verwijzend naar het Rousseau-voorstel gelukkig met iets dat niet ter zake doet.
“De keuze van Rousseau is een bron van ergernis in Franstalig België”
Cao’s zorgen voor hogere lonen
De laagste lonen in de verschillende sectoren liggen in werkelijkheid 20 tot 30 procent hoger. Er is dus in België weinig laagbetaalde arbeid. Nemen we er even de sociaaleconomische barometer van de socialistische vakbond ABVV bij, in deze een onverdachte bron. Welnu, volgens die barometer valt in België goed 10 procent van de salarissen onder de noemer ‘lage lonen’. Wat dat bedrag dan precies moet zijn van zo’n laag loon, staat niet in de ABVV-barometer, maar België scoort in Europees perspectief relatief goed.
De verklaring ? Het sterk verankerde systeem van sectorale loononderhandelingen waar de vakbonden er steevast in slagen hogere salarissen dan het minimumloon af te dwingen. En aangezien die collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) gelden voor bijna iedereen in de sectoren, vallen er weinig werknemers door de mazen van het net. De discussie over te lage minimumlonen is irrelevant en de vrees voor ‘working poor’ in België is dus gewoon onterecht.
foto’s (c) Gazet van Hove.