door Carl Deconinck in ’t Pallieterke .

Badminton gaat al een hele poos mee. De vorm is gaandeweg wel al serieus veranderd. De moderne regels zijn ontstaan in de 19e eeuw. Maar de sport is een pak ouder dan dat.

Kenmerken voor de sport zijn twee elementen : de shuttle en de rackets. De eerste bekende sport die gebruik maakte van een shuttle (of shuttlecock) was het jianzi, een traditionele Chinese sport die al beoefend wordt sinds de Han-dynastie, dus ergens tussen 206 voor en 220 na Christus. Doel van het spel was om een shuttle in de lucht te houden met behulp van het lichaam, uitgezonderd de handen.

Jianzi was een afgeleide van ‘tsu chu’, een vergelijkbaar spel, maar met een bal en als deel van de militaire training omwille van de positieve invloed op de reflexen, behendigheid en concentratie.

In de nieuwe wereld bestonden er overigens gelijkaardige fenomenen. De Indianen speelden peteca, waarbij een peteca (shuttle) met de hand over een hooggespannen net moest worden geslagen. De bedoeling is om de grond te raken aan de kant van de tegenstander en vice versa. Oorspronkelijk werd peteca gespeeld op momenten van vieringen met dansen en liederen. Gaandeweg werd dat toneelstuk meer een sportieve activiteit.

Het racket kwam er pas eeuwen later. Men spreekt over de combinatie ‘battledore and shuttlecock’ of ‘jeu de volant’. Battledore was een ander Engels woord voor racket. De combinatie is ook teruggevonden in het Amerikaanse continent, onder verschillende volkeren. In Europa was het vooral een spel voor kinderen. Later won het aan populariteit, vooral vanaf de 17e eeuw. In Frankrijk verving het zelfs geleidelijk de ‘jeu de paume’ aan het hof (zie Pallieterke nr. 6).

Tegenwoordig vindt men in Japan nog steeds een vergelijkbaar spel dat ‘hanetsuki’ heet, een populair nieuwjaarsspel.

Brits India

Lange tijd speelde men de sport zonder veel echte universele beperkingen of regels, en vooral bij de bovenklasse. Tijdens de 18e eeuw introduceerde men allerlei regels. Teams konden 2 tot 4 spelers bevatten, het racket mocht niet over het net gaan of de muren raken, enzovoort.

Het net zoals wij het kennen, zou trouwens uit India komen, waar men een gelijkaardige sport beoefende, ‘poona’. Britse officieren die er in het leger dienden, pikten het op en namen die versie rond 1870 mee.

De rackets bestonden uit perkament of stukken darm die over een houten frame werden gespannen. De shuttlecocks bestaan uit een licht materiaal, zoals kurk, en worden afgewerkt met veren. De bedoeling is om die shuttlecock zoveel mogelijk aan de andere kant van het net te krijgen zonder dat die de grond raakt.

In 1873 introduceerde de hertog van Beaufort de sport op zijn landgoed, ‘Badminton House’ in Gloucestershire, en sindsdien wordt deze sport badminton genoemd. 14 jaar later standaardiseerde men de regels van de Bath Badminton Club. In 1899 werd de eerste competitie ter wereld opgericht, in Engeland, en in 1934 kwam de Internationale Badminton Federatie er. Engeland, Schotland, Wales, Canada, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Nieuw-Zeeland en Nederland waren de stichtende landen. Ons land kende pas een federatie in 1949. De Belgische website ziet er trouwens nog steeds van dat jaar uit…

Thomas Cup

Eerder, in 1948, kwamen de eerste grote toernooien met de Thomas Cup, het officieuze WK voor de mannen, genoemd naar George Alan Thomas die met het idee voor een WK op de proppen kwam. Daarnaast was Thomas ook medeoprichter van de internationale federatie. Hij won maar liefst 21 titels in de sport, ondanks een pauze van vier jaar omwille van de Eerste Wereldoorlog. Alsof dat niet genoeg was, was hij ook tweevoudig Brits kampioen in het schaken en bereikte hij kwartfinales en halve finales in Wimbledon bij het tennis.

Bij de vrouwen wordt het WK dan weer genoemd naar Betty Uber. Zij won 13 titels in het badminton en het was haar idee om ook voor de dames een WK te organiseren. Ze speelde ook tennis en bereikte eveneens Wimbledon, waar ze ooit de vierde ronde haalde. Haar tegenstander zou een jaar later het toernooi winnen.

Pas in 1992 werd badminton een volwaardige olympische sport. De winnaars komen meestal uit Azië en vooral uit China. Ze brachten zo de sport terug thuis.

foto’s (c) Gazet van Hove.