door Filip Van Laenen in ’t Pallieterke .

De Standaard heeft de laatste weken rapporten opgemaakt van de Vlaamse en de federale regering. Op zich is het geen slecht idee om aan het einde van de legislatuur eens verder terug te blikken dan de actualiteit van de laatste weken. Maar de manier waarop De Standaard aan de ministers punten uitdeelt, zegt veel meer over de politieke mening die tegenwoordig op de redactie van die krant heerst dan over de werkelijke prestaties van de ministers.

Is dit nog een ernstige krant ?

Hoe beoordeel je of een regering en haar ministers goed werk geleverd hebben of niet ? Als je die vraag helemaal objectief zou kunnen beantwoorden, dan hoefden we natuurlijk geen verkiezingen meer te organiseren. Zelfs politieke debatten zouden dan overbodig zijn, en dit weekblad zou geen bestaansreden meer hebben. Dat neemt echter niet weg dat je de ministers toch op een aantal objectieve parameters kan beoordelen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop ze het parlement, de pers en de bevolking voorlichten over hun plannen en hun beleid, of ze hun dossiers wel beheersen, en hoe ze orde op zaken weten te houden in hun kabinet.

Alexia Bertrand (O-VLD)

Onmogelijk gedrag maar toch ‘heel goed’ want rood

Je zou denken dat wanneer een minister voor dat laatste punt overduidelijk een buis verdient, er over de rest niet meer gesproken hoeft te worden. Niet zo bij De Standaard. Zo schrijft de krant over een bepaalde minister dat hij aan “ouderwetse powerplay” doet, over zijn “driftbuien” en “woede-uitbarstingen op het kernkabinet” (een eufemisme voor fysiek geweld ?), naast een “belerende en opvliegende stijl”, een “gebrek aan transparantie” en “dovemansgesprekken in het parlement”.

“Petra De Sutter krijgt slechts een voldoende, omdat ze niet genoeg vasthield aan de groene dogma’s”

Het is typerend dat de lezer al weet over wie het gaat, maar het blijft toch wel straf dat Frank Vandenbroucke ondanks dat alles toch nog een ‘heel goed’ toebedeeld krijgt van De Standaard. De reden ? Vandenbroucke hield vast aan een rode agenda in de gezondheidszorg, en stak heel het land in een langdurige lockdown tijdens de coronacrisis. Het zegt oneindig veel meer over de redactie van de krant dan over Vandenbroucke zelf.

Onbekwaam maar toch ‘heel goed’ want groen

Nog een minister die van De Standaard een ‘heel goed’ op haar rapport krijgt is… Tinne Van der Straeten. Slechts één zwak puntje weet de krant op te merken bij de groene minister : “het onvermogen om haar beslissingen helder uit te leggen”. Bovendien lijkt het er zelfs op dat de krant het citaat “Hebt u van mij al één technisch dossier gezien dat niet opgelost is geraakt ?” ernstig wil nemen. Dogmatisch vasthouden aan een partijstandpunt zonder je dossiers te beheersen, en op het cruciale moment bijgestaan te moeten worden door de eerste minister, dat kan je bij De Standaard toch nog de onderscheiding “bekwame en betrouwbare vakminister” opleveren, maar dan wel op voorwaarde dat je dogmatisch vastgehouden hebt aan de groene partijstandpunten.

Groen wordt voorgetrokken door De Standaard !

Laat een N-VA-minister iets gelijkaardigs doen, met daar dezelfde stuntelige communicatie bovenop, om over het leugenachtige “op mijn initiatief” nog maar te zwijgen, en de krant zou hem of haar – terecht – een dikke buis geven.

“Demir krijgt een ‘goed’ op haar rapport omwille van haar groene stikstofprofiel”

Vraag het bijvoorbeeld maar eens aan Ben Weyts, die een ‘onvoldoende’ krijgt, onder meer omdat hij volgens De Standaard geen voeling en geen empathie met het onderwijs had. Dat is ons inziens toch nog altijd een pak beter dan de openlijke conflicten die Frank Vandenbroucke vlotjes aan elkaar reeg, maar Ben Weyts heeft dan ook geen partijkaart van Vooruit. In de plaats van Ben Weyts zouden we ons toch geen al te grote zorgen maken over de ‘onvoldoende’ van De Standaard, integendeel zelfs.

Ben Weyts

N-VA enkel ‘goed’ bij groen beleid

Over N-VA-minister Matthias Diependaele kreeg De Standaard blijkbaar niets negatiefs bij mekaar gesprokkeld, en dus komt hij ervan af met een ‘voldoende’. Maar Zuhal Demir krijgt van de krant wel een ‘goed’ op haar rapport, omwille van haar groene stikstofprofiel. Demir zou misschien toch maar beter eens diep in haar ziel tasten of ze er wel helemaal comfortabel mee is dat soort compliment toegespeeld te krijgen van De Standaard.

Zuhal Demir

Merk trouwens op dat het omgekeerde ook mogelijk is. Petra De Sutter krijgt slechts een voldoende, omdat ze niet genoeg vasthield aan de groene dogma’s en in de plaats daarvan te veel realiteitszin aan de dag legde. Daar waar Van der Straeten zich met hand en tand bleef verzetten tegen het openhouden van enkele kerncentrales, tot ze door de omstandigheden geen kant meer op kon, hielp De Sutter Groen de bocht te maken. Het spreekt voor zich dat zoiets haar aangerekend wordt.

Blauwe dweil ‘voldoende’

Tot slot de regeringsleiders dan. Jan Jambon krijgt een ‘onvoldoende’ als “leider die te vaak het lijdend voorwerp was”. “Dweil” Alexander De Croo krijgt echter een ‘voldoende’ als “CEO van een failliet bedrijf”, ondanks “ook een persoonlijk brokkenparcours”, en met als afsluiter “dat hij de meet haalde met deze bonte bende is al een prestatie op zich”. Dat er naargelang de partijkaart met twee maten en twee gewichten gewogen wordt kan amper duidelijker geïllustreerd worden.

heeft een groen-linkse redactie

Aan pretentie was er duidelijk geen gebrek op de redactie van De Standaard bij het opstellen van het rapport van die twee regeringen, maar ernstig werk kan je dat echt niet noemen. Hoogstens zijn de evaluaties van de ministers nuttig als debatfiches voor straks op de familiefeesten in mei, maar dan alleen voor wie de ideologische lijn van de redactie nog volgt.

foto’s (c) Gazet van Hove .