door Karim Van Overmeire in ’t Pallieterke .

De zomervakantie bracht me dit jaar in Baskenland. De wat oudere lezers zullen die streek nog altijd met ETA associëren : de nationalistische organisatie die tot 2011 aanslagen pleegde. Voor de jonge lezers staat Baskenland ondertussen wellicht synoniem met het Guggen­heim in Bilbao, fietsvakanties in de heuvels en ‘pintxos’ en ander lekkers uit de Baskische keuken.

De Baskische nationalisten dromen van een vaderland – ‘Euskal Herria’ – dat de 7 Baskische provincies omvat. Je ziet wel eens ‘4+3=1’ op de muren gekalkt. Die optelsom staat voor de wens om de vier Baskische provincies in Spanje en de drie Baskische provincies in Frankrijk te verenigen. Ik startte mijn verblijf dan ook niet in Spanje, maar in Frans-Baskenland. Frans-Baskenland (of beter : Noord-Baskenland, ‘Iparralde’) is onvermijdelijk het kleine broertje in dit verhaal. In de drie Frans-Baskische provincies (Labourd, Soule en Basse-Navarre) wonen slechts 300.000 mensen, tegenover ruim 3 miljoen in Spaans-Baskenland.

Bestand: Logo van Euskadi Ta Askatasuna.png
Baskenland en Vrijheid

Euskara

Frans-Baskenland kent u misschien van het dichtbevolkte en verfranste kustgebied met de hoofdstad Bayonne en badplaatsen zoals Biarritz, de nog altijd populaire badplaats waar alle chique mensen toch eens moeten geweest zijn. Achter die kuststrook ligt het bergachtige Baskische binnenland dat ook wel toeristen trekt, maar toch veel authentieker is.

Het Baskisch (‘Euskara’) is een van de oudste en meest mysterieuze talen van Europa. Euskara heeft weinig overeenkomsten met enige andere taal. Net zoals de andere regionale talen van Frankrijk heeft ook het Euskara terrein moeten inleveren. Vandaag spreekt zowat 20 procent van de inwoners die taal zeer regelmatig. Nog eens 10 procent heeft een passieve kennis. Die sterke achteruitgang is niet alleen het gevolg van vele decennia Franse taalpolitiek, maar ook van grote verhuisbewegingen. Veel Fransen kwamen aan de Baskische kust wonen, terwijl het Baskische platteland ontvolkte. Ondertussen is het Euskara wel erkend als regionale taal en is het sterk in het straatbeeld aanwezig. Bijna alle plaatsnaam­aanduidingen en wegwijzers zijn tweetalig.

Het onderwijs in het Baskisch is vooral de zaak van de ‘Ikastolas’. In Frans-Baskenland zijn er op dit ogenblik 37 van die privéscholen die zo’n 4.000 kinderen ingeschreven hebben. Honderd jaar geleden spraken de kinderen thuis Baskisch en op school Frans, vandaag is dat vaak omgekeerd. Anders dan in Frans-Vlaanderen, waar alleen de oudste generatie nog een beetje ‘Vlaemsch klapt’, zijn in Baskenland ook veel kinderen vertrouwd met de eigen taal.

Bestand:Grand Bayonne.JPG
Bayonne / Baiona – foto (c) Wikimedia Commons

Frans-Baskenland

De nationalisten vormen in Frans-Baskenland een groeiende macht. De christendemocratisch georiënteerde Baskische Nationalistische Partij (PNV) – die in Spaans-Baskenland zo sterk staat – heeft ook in Frankrijk een aantal verkozenen. De linkse nationalisten hebben zich in 2013 verenigd met het platform ‘Euskal Herria Bai’. Voor die formatie zie ik scores van 10 procent en meer, en bijvoorbeeld tot 27 procent voor EH Bai in de tweede ronde van de ‘départementales’ in 2021. In een aantal kleine gemeenten levert EH Bai de burgemeester.

Bestand:EH Bai.webp

Wat mij vooral opvalt, is hoe ongedwongen de regio de Baskische identiteit uitstraalt. Er zit natuurlijk een stukje toeristische marketing bij. Als buitenlander kan je je euro’s kwijt aan Baskische hesp, Baskische cider, Baskische taart en zelfs onderbroeken met Baskische motieven. Ik laat u zelf raden voor welke producten ik ben gezwicht. Aan alle zelfbewuste Vlamingen die op zoek zijn naar een interessante vakantie op een dagje rijden, kan ik Iparralde in elk geval ten zeerste aanbevelen.