door Julien Borremans in ’t Pallieterke .

Uit een Europese studie moet blijken dat niet-Europese migranten veel minder doorstromen naar de arbeidsmarkt. De belangrijkste reden daarvoor vormt discriminatie. Het is schrijnend – stelt een Vlaamse krant vast – dat anno 2024, gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzingssneeuwbal, niet-Europese migranten soms uit ‘rauw racisme’ niet dezelfde kansen krijgen. Onzin, zo blijkt.

Onder die simplistische veronderstelling zit een diep moraliserende gedachte dat Vlamingen zich laten leiden door ‘racistische stereotypen die diep in het Vlaamse DNA zijn ingebakken’, zoals Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck ooit schreef. “Witte Vlamingen zijn bang voor een ‘replacement’ door niet-witte Vlamingen”, schreef Bultinck. Hij liet zich leiden door blinde haat tegen alles en iedereen die streeft naar meer Vlaamse autonomie.

Opengrenzenbeleid

Terug naar de realiteit. Vlaanderen doet het niet schitterend wat betreft de werkzaamheidsgraad van niet-EU-migranten. We bengelen onderaan het lijstje, maar doen het een stuk beter – maar liefst 10 procent – dan het Brussels Hoofdstedelijk en het Waals Gewest. In de psychotische logica van Bultinck betekent dat dat beide gewesten een stuk racistischer zijn dan Vlaanderen. Dat zullen ze in Brussel toch wel een eigenaardige kronkel vinden.

Tsjechië, Slovakije en Polen hebben een hoge werkzaamheidsgraad wat betreft niet-EU-migranten en prijken bovenaan het lijstje. Het zijn niet bepaald landen die de laatste jaren een opengrenzenbeleid hebben gevoerd. Integendeel.

Waarom doet Vlaanderen het zoveel slechter ? Om de eenvoudige reden dat Vlaanderen deel uitmaakt van België. Dit land heeft de laatste decennia een opendeurpolitiek gevoerd waarbij overwegend slecht opgeleide en laaggeschoolde nieuwkomers de weg vonden naar onze copieuze sociale zekerheid.

In de Vlaamse Rand rond Brussel zijn er scholen waar nog slechts één derde van de leerlingen thuis Nederlands spreekt

Nieuwkomers beschikken daarnaast nog over een slechte kennis van het Nederlands. Enkel wie van buiten de EU komt, moet Nederlands leren. De laatste jaren wordt vooral Vlaams-Brabant overspoeld door migranten die de benen nemen vanuit het armlastige Brussel. In de Rand zijn er scholen waar nog slechts één derde van de leerlingen thuis Nederlands spreekt. Bovendien moeten leerlingen – die vanuit Brussel of Wallonië komen – niet naar de OKAN-klassen, waar een apart traject Nederlands wordt aangeboden. Aangezien ze uit het zuiden van het land komen, gaat het volgens de wet niet om nieuwkomers.

Discriminatie

Bovendien zorgen de grote instroom en de nauwe contacten met de familie en vrienden in Brussel ervoor dat heel wat nieuwkomers ook geen behoefte voelen om Nederlands te leren, waardoor ze segregeren. Daardoor komt het maatschappelijk weefsel steeds meer onder druk te staan.

De Nationale Bank wees er reeds enkele jaren geleden in een studie op dat de kennis van de landstalen onontbeerlijk is. “Iedereen zou taalonderwijs moeten krijgen, zowel actieven als inactieven.” Bovendien moet de taalopleiding ook gekoppeld worden aan de eerste beroepservaringen op de werkvloer.

Inactieven

Vooral niet-EU-vrouwen nestelen zich in de werkloosheid, wat wijst op een hardnekkig cultureel probleem. Terwijl de werkzaamheidsgraad voor Oost-Europese en Belgische vrouwen fel is verbeterd, blijft die voor niet-EU-vrouwen spectaculair slecht. Nog geen 40 procent van die vrouwen is aan de slag.

Vooral niet-EU-vrouwen nestelen zich in de werkloosheid, wat wijst op een hardnekkig cultureel probleem

Dat zwengelt uiteraard de inactiviteitsgraad aan. Stijn Baert berekende dat de inactiviteitsgraad van niet-EU-migranten oploopt tot 44,2 procent. Daarmee is België koploper in Europa. Bij ongewijzigd beleid dreigt die evolutie in een stroomversnelling te komen, want vele honderdduizenden nieuwkomers zullen de weg naar dit luilekkerland aan de Noordzee vinden.

Dat de cijfers zo dramatisch zijn, heeft volgens doctoraal onderzoeker Louis Lippens niet zozeer te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. “De cijfers omtrent etnische discriminatie nemen eerder af”, aldus Louis Lippens. Migranten komen vooral in het kader van de gezinshereniging of als vluchteling naar ons land, terwijl migranten in Denemarken vooral studeren en werken.

Dat zorgt er tevens voor dat migratie heel veel kost. Als de federale regering wil besparen, dan kan ze dat zeker doen door migratie strenger te maken. Om de problemen aan te pakken, zullen de regeringen in dit land op verschillende schaakborden simultaan moeten schaken, terwijl het economisch zowat op de rand van de afgrond bengelt. De volgende federale regering zal meer dan één heilig huisje moeten slopen.

foto’s (c) Gazet van Hove .