COLUMN – door Dirk Richtus – www.doorbraak.be .
Franz Fühmann schreef boeken in de DDR.
Burgers verslonden massaal boeken in de Duitse Democratische Republiek, ondanks de heersende censuur.
De communistische Duitse Democratische Republiek (DDR) stond bekend als ‘Leseland’ : een land waar de mensen hun geest verrijken door te lezen. Tegelijk was lezen voor de burgers een soort compensatie voor ervaringen van de wereld die ze in de dagelijkse realiteit moesten missen.
Bij de Berlijnse uitgeverij De Gruyter verscheen onlangs het derde deel van een reeks boeken over de geschiedenis van het boekenwezen in de Sowjetische Besatzungszone (1945-49) en haar opvolger, de DDR (1949-1990). De drie boekdelen vormen een aanvulling op de vijfdelige reeks Geschiedenis van de Duitse boekhandel in de 19de en 20ste eeuw. De historische reeks levert boeiende inzichten op over hoe een dictatuur als de DDR omging met het boek als drager van cultuur en wetenschap.
Lering trekken
Vanaf het begin zetten de communistische machthebbers in op de verspreiding van het marxistisch-leninistische gedachtengoed in boekvorm en op literatuur als middel om een humanistische kijk op de wereld ingang te doen vinden bij de bevolking. Vlak na de oorlog al dienden zich veel jonge auteurs aan die hun ervaringen als soldaat of als meeloper van het nationaalsocialisme neerpenden en daaruit lering wilden trekken voor de opbouw van een socialistische maatschappij en een staat die zich als ‘antifascistisch’ zag.
Een van de meest opvallende auteurs was Franz Fühmann (1922-1984) die uit Tsjecho-Slowakije kwam, als soldaat in Sovjet-Russische krijgsgevangenschap belandde en na zijn vrijlating besloot zich in de DDR te vestigen. In zijn prille gedichten en novellen boog hij zich over de vraag waarom hij als jonge man zich had laten meeslepen door het nationaalsocialisme, maar in later werk zou hij zich ook meer kritisch opstellen tegenover het socialisme zoals dat door de DDR zelf werd beleden.
Monopolie
In de eerste jaren na de oorlog moest er na al de materiële verwoestingen en de geestelijke ontreddering werk gemaakt worden van de heropbouw van het land. Het boek diende zich daarbij ook aan als een instrument om de burgers daar warm voor te maken. De belangrijkste uitgeverij van de DDR heette zelfs ‘Aufbau Verlag’ (‘Uitgeverij Opbouw’). Op zich waren er maar weinig uitgeverijen die een licentie bezaten, 78 om precies te zijn, tegenover 2.000 in West-Duitsland.
Dat maakte dat haast elke Oost-Duitse uitgeverij zich specialiseerde in een bepaald thema, bijvoorbeeld landbouw, militaire geschiedenis of literatuur uit een bepaald tijdvak. De uitgeverij in kwestie bezat daardoor als het ware een monopolie, kon hoge oplagen drukken en ondanks de lage verkoopsprijs van het boek toch een mooie winst opstrijken. Het gebrek aan concurrentie tussen uitgeverijen kon wel een probleem zijn voor een auteur wiens manuscript werd afgewezen.
Tegelijk waren boeken nog altijd minder onderhevig aan controle dan de media die strikt de partijlijn volgden
Een voordeel van de rentabiliteit van de uitgeverijen was wel dat ze veel mensen tewerk konden stellen en er zo nauwgezet kon worden gewerkt aan de boeken. Een medewerker van een uitgeverij kon zich jaarlijks gemiddeld aan het productieproces van twee verhalen wijden.
Partijlijn
Dat ging gepaard met een enorme leeshonger bij de burgers. De DDR telde 17.000 openbare bibliotheken tegenover 13.000 in de Bondsrepubliek Duitsland, die vier keer zo groot was. De helft van de DDR-burgers leende minstens een keer per jaar boeken uit tegenover een derde in West-Duitsland. Natuurlijk had dat ook te maken met wat Christoph Links, een gewezen DDR-burger die na de Duitse eenmaking zelf uitgever werd, ‘Weltersatz’ noemt : een ‘vervanging’ van al de ervaringen die de burger zelf wegens de tot Oost-Europa beperkte reisvrijheid niet kon meemaken in de wereld.
Tegelijk waren boeken nog altijd minder onderhevig aan controle dan de media die strikt de partijlijn volgden. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen censuur bestond. Integendeel, ‘gewaagde’ boeken uitgeven lukte vaak pas na een lange strijd.
Verboden boeken
Een bijzonder gegeven was ook de ‘Giftschrank’, letterlijk de ‘giftige kast’. Twee centrale inrichtingen, de Deutsche Bücherei in Leipzig en de Staatsbibliothek in Oost-Berlijn, verzamelden elke Duitstalige publicatie, dus ook boeken die bij een West-Duitse uitgeverij verschenen. Sommige daarvan waren verboden in de DDR en kregen in de catalogus van beide inrichtingen de stempel W (enkel voor ‘wetenschappelijk gebruik’) of ASF (‘afdeling speciale onderzoeksliteratuur’). Boeken met een ASF-stempel mochten enkel met een ‘Giftschein’ (een ‘giftig bewijsstuk’) in een aparte leeszaal worden geraadpleegd.
Na de Duitse eenmaking werden 90 procent van de DDR-uitgeverijen opgedoekt en daalde het aantal medewerkers van 9.000 tot ongeveer 900. Maar ondanks deze kaalslag neemt het boek in Duitsland nog altijd een centrale plaats in in de maatschappij en in het culturele en wetenschappelijke leven.
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
foto’s (c) Wikimedia Commons & Bundesarchiv.