door Lode Goukens in ’t Pallieterke .

De federale regering deelt veel subsidies uit. Minstens 66 miljard euro, volgens een sommetje van Het Laatste Nieuws. De ontslagnemende staatssecretaris voor begroting Alexia Bertrand (Open Vld) reageerde furieus. Nochtans bleek uit een ‘uitgaventoets’, of uitgaventoets voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers dat transparantie, controle en efficiëntie ver te zoeken zijn bij de federale subsidies.

zette de regering ‘schaak’

De Kamerleden hebben een controlefunctie wat betreft de overheidsuitgaven. Toch was het niet een Kamerlid die de presentatie van de resultaten van die uitgaventoets onder de aandacht bracht, maar een journalist, namelijk onze confrater Jeroen Bossaert (HLN). De titel van zijn artikel sprak boekdelen : ‘Chaos bij federale overheid: amper zicht op wat er met 66 miljard euro aan subsidies is gebeurd’. De reacties op de sociale netwerken waren uiteraard bijzonder voorspelbaar en fel. De reactie van Alexia Bertrand, als ontslagnemend staatssecretaris van Begroting, nog feller.

“Bel et bien contrôlés”

Bertrand (Open Vld) ontkende het beeld dat HLN ophing. “Een bijzonder misvormd beeld”, postte Bertrand op haar sociale media. Haar conclusie was dat ze bij HLN niet kunnen rekenen. Ze voegde eraan toe: “Om u een idee te geven : buiten de sociale zekerheid, beschikt de federale regering over een budget van 37 miljard euro om haar hele werking te financieren. Om dan te praten van subsidies voor bijna het dubbele van dat bedrag is een totaal foute interpretatie van de feiten.”

“Men werkt veel te vaak met de volledige voorafbetaling van die subsidies”

Volgens de staatssecretaris zijn ongeveer 30 miljard euro bestemd voor de sociale zekerheid. Die projecten zijn volgens haar ‘bel et bien contrôlés’ voor hun toekenning en nadien opgevolgd. Tot op zekere hoogte had Bertrand gelijk. Maar wie het rapport leest, zal zien dat er vier top vijfjes in staan van subsidies. Eén top vijf is inderdaad een zeer grote hoeveelheid ‘subsidies’ voor de sociale zekerheid. Maar die drie andere top vijfjes tonen toch een ander beeld van waar het geld naartoe gaat.

Bij de ‘facultatieve subsidies’ leverde dat de volgende ranglijst op :

  1. Fedasil : 370 miljoen euro voor de opvang van asielzoekers
  2. Energie-eiland in de Noordzee : 80 miljoen euro
  3. 56 miljoen euro extra voor ontwikkelingshulp
  4. 51 miljoen euro voor glasvezels
  5. 50 miljoen euro extra voor de metro en premetro via het Brussels Belirisfonds

Schuldkwijtschelding en ruimtevaart

In vergelijking met die andere subsidies lijkt dat niettemin weinig. Bijna 300 miljoen euro gaat van de Belgische staat naar het Europese ruimtevaartprogramma ESA. Opeenvolgend 150, 53 en 52,5 miljoen euro gaan naar humanitaire hulp, 44 miljoen euro wordt uitgegeven aan schuldkwijtschelding door Buitenlandse Zaken.

Bij de gereglementeerde subsidies gaat in de eerste plaats naar 1,5 miljard euro naar de OCMW’s voor het aandeel van de POD Maatschappelijke integratie in de leeflonen en 490 miljoen euro naar de OCMW’s voor terugbetaling van de kosten van illegalen en andere niet in het bevolkingsregister ingeschreven behoeftigen. De pro deo juridische bijstand staat daar derde met 139 miljoen euro subsidie. 97 miljoen euro gaat naar medische kosten die de POD Maatschappelijke Integratie terugbetaalt en 91 miljoen euro gaat naar dringende medische kosten die de FOD Volksgezondheid betaalt.

Alexia Bertrand

Wat staat er in ?

De vraag is dus vooral wat staat er werkelijk in die uitgaventoets van 121 pagina’s. En wat vertelden de onderzoekers bij de presentatie. Dat laatste is te zien op de opname van de hoorzitting in de Kamercommissie Financiën en Begroting van 7 januari. Dat is overigens het enige verslag van die hoorzitting. Bertrand was daar aanwezig.

“Uitgaventoets zijn beleidsevaluaties”, zei Bertrand en ze voegde eraan toe dat ze pas belangrijk zijn in de mate dat ze een impact hebben. In de uitgaventoets rond federale subsidies staat te lezen wat de federale overheid in 2023 aan subsidies uitdeelde. Het bedrag van 66 miljard euro waar HLN mee uitpakte, staat nergens in het rapport. Eigenlijk staan er geen duidelijke totalen in het rapport. Dat verklaart het betwiste optelsommetje in het artikel van HLN. Op zich zijn de aanzienlijke bedragen misschien geen groot nieuws, maar diezelfde overheid weet amper wat daarmee is gebeurd en dat is dan weer wel nieuws.

Wouter Eerdekens van BOSA lichtte de uitgaventoets toe. “Het is een technische analyse zonder politieke inmenging”, “er worden geen veto’s gesteld tegen bepaalde opties door deelnemers” en “het is openbaar”, zei Eerdekens. Eén van de onderzoekers, Steven Nagels, zei dat sommige diensten bijna onmiddellijk de gevraagde gegevens konden geven, maar van andere “moeten we het antwoord nog steeds krijgen”.

“Er is maar één verklaring voor dat lage percentage aan terugvorderingen : de controles zijn ontoereikend”

Geen voorwaarden

Een risico dat de onderzoekers vaststelden was dat geld de federale overheid verliet zonder de intentie tot controle. Ze noemden dat binnen hun werkgroep eigenlijk ‘feitelijke dotaties’ in plaats van subsidies. Uitgaven die wel verantwoord moeten worden noemden ze subsidies. Gek genoeg stelden ze vast dat het doel van subsidies niet altijd in de toekenningsbesluiten staat. “Men werkt veel te vaak met de volledige afbetaling van die subsidies”, was één van de toch wel opmerkelijke kanttekeningen.

Samengevat zijn er dus verschillende soorten subsidies. Bepaalde zijn gereglementeerd of het gevolg van regelgeving. Andere zijn dat niet. De vrije facultatieve subsidies bedroegen in 2023 een 300-tal miljoen euro, volgens Steven Nagels. Daarmee zei hij eigenlijk dat regeringsleden dus voor dat bedrag subsidies kunnen uitdelen.

Kortom het rapport kwam tot een zeer pijnlijke conclusie. Er is te weinig of geen controle en dan gaat het niet enkel over die facultatieve subsidies. Minstens even pijnlijk was dat de Kamerleden die over van alles en nog wat posten op sociale media, doodstil bleven na de voorstelling van het rapport. Tijdens de voorstelling bleken de Kamerleden overduidelijk het rapport niet vooraf gelezen te hebben. De vragen aan de auteurs gingen alle kanten uit, maar gingen zelden over de inhoud. Merkwaardig genoeg vroeg niemand naar de bedragen. Frédéric Daerden (PS) waarschuwde voor het binnensmokkelen van besparingen bij oefeningen zoals een uitgaventoets : “Un risque d’aller vers des économies.”

Inhoud of instrument

In plaats van over de inhoud van de voorgestelde uitgaventoets, namelijk de federale subsidies te praten, dreef de discussie af naar uitspraken over het instrument uitgaventoets. Een mooi voorbeeld vormde de commissievoorzitter Steven Vandeput (N-VA). Vandeput riep op om naar efficiëntie te streven. ‘De eigenlijke uitgaventoets zijn we nog niet aan begonnen. Gaan we een evaluatie maken van alle ingezette middelen ? Het kan zijn dat bepaalde middelen beter worden ingezet op een andere manier.’ Vandeput verwees naar zijn vorige functie als voorzitter van de commissie Financiën in het Vlaams Parlement en zei dat het daar ook nog altijd niet op punt staat.

Het is verbluffend dat het handvol aanwezige Kamerleden niet inpikten op de disfuncties die de onderzoekers aantroffen en die ze in de presentatie duidelijk benoemden. In het rapport staat herhaaldelijk zeer duidelijk dat het markant is dat er nauwelijks sprake van controle is op de besteding van al dat belastinggeld blijkt te bestaan.

De onderzoekers kwamen tot vaststellingen en aanbevelingen. Netjes opgelijst in de executive summary. De eerste vaststelling : “Vandaag ontbreken juridische definities van de termen subsidie, dotatie, transfer, gereglementeerde subsidie en facultatieve subsidie. Dit staat een performant subsidiebeheer in de weg.” Een andere opvallende vaststelling is : “Weinig subsidies kennen specifieke en meetbare prestatie-indicatoren, zowel ten aanzien van het instrument als ten aanzien van het maatschappelijk doel. Dit maakt een inschatting van efficiëntie en effectiviteit tot een uitdaging.”

“Federale overheid deelt miljarden euro’s uit”

Hoeveel duidelijker kan een rapport zijn ?

De aanbevelingen zijn desnoods nog duidelijker :

  • Duidelijke wettelijke definiëring van de betrokken termen.
  • Oprichting van een interfederaal subsidieregister is een noodzaak, op korte termijn.
  • Invoering van een uniform subsidiekader en toekenningssjablonen, inclusief :
    • Specifiek en meetbaar doel, zowel ten aanzien van het instrument als ten aanzien van het maatschappelijk doel.
    • Concrete en relevante controlestukken, en hun datum van indiening
    • Identificatie van de controlerende instantie
    • Expliciete vermelding van terugvordering
    • Evaluatiedatum
    • Einddatum (bij recurrente subsidies)
  • Specialisatie van subsidiebeheer via een gespecialiseerde cel, centraal beheer bij terugvordering.
  • Een periodieke en proportionele evaluatie.
  • Gerichte uitgaventoetss om specifieke subsidies van dichterbij te analyseren.

Daarmee deden de auteurs wat premier Alexander De Croo (Open Vld) vroeg in 2023 aan de federale overheidsdienst BOSA : “Zoek eens uit of onze subsidies goed besteed worden.” Die vraag was een indicatie dat de ministers zelf geen enkel zicht meer hadden op wat met het belastinggeld gebeurde. Diezelfde ministers en hun administraties delen geld uit in de vorm van subsidies.

Transparantie als wensdroom

De opdracht bleek quasi onmogelijk. Transparantie bleek een wensdroom. Een deftig overzicht van alle subsidies die de federale overheid uitgeeft lijkt een schier onmogelijke taak. Of al die subsidies nuttig of efficiënt zijn viel niet te bepalen. Een voorbeeld : een bedrijf vraagt subsidie voor een machine, krijgt de subsidie en een machine wordt aangekocht. Conclusie bij de administratie : de subsidie was dus efficiënt. Eén van de auteurs van de uitgaventoets had daar toch zijn bedenkingen bij.

Er bestaat trouwens onduidelijkheid over de term ‘subsidie’. Tijdens de voorstelling van het rapport in de Kamer zei één van de onderzoekers ‘dat er zelfs verwarring is bij de vertaling tussen Frans en Nederlands’. Benamingen zoals subsidie, toelage, transfer of dotatie worden door elkaar gebruikt. Voor de onderzoekers zat er niks anders op dan een enquête te organiseren. De medewerking van de overheidsdiensten verliep stroef. Een aantal administraties nam zelfs de moeite niet om te antwoorden.

Niettemin leverde het een voorlopig resultaat op. Tabellen met miljarden euro aan subsidies uitgedeeld door een dertigtal federale diensten of instellingen. Tot overmaat van ramp blijkt in driekwart van de gevallen niemand al die subsidies te controleren. Geen controle van de procedure, geen controle van de besteding, geen controle van belangenconflicten, geen controle van de beoogde doelen… De federale overheid stort geld zonder na te gaan of alle subsidievoorwaarden voldaan zijn. Terugvorderingen van subsidies zijn quasi onbestaande. In 2023 werd amper 0,7 procent teruggevorderd. Volgens de onderzoekers wijst dit op één ding : “Er is maar één verklaring voor dat lage percentage aan terugvorderingen : de controles zijn ontoereikend.”

Transparantie en evaluatie

Zoals hoger gemeld stellen de onderzoekers voor om dringend te zorgen voor ‘transparantie en evaluatie’. Ten eerste door een limitatieve juridische definitie van de term ‘subsidie’ en ten tweede door van de oprichting van een federaal subsidieregister dat gelinkt wordt aan de regionale databanken. Dergelijk register bestaat al in Vlaanderen en in Brussel. In Wallonië wordt eraan gewerkt. De gewestelijke regeringen zijn immers zogenaamde subsidieregeringen die geld dat ze van de federale overheid krijgen uitdelen via subsidies.

De kritiek in het rapport is uiteraard zeer eufemistisch geformuleerd. Zo wagen ze zich nergens aan het met de vinger wijzen naar de Inspectie van Financiën of het Rekenhof. Ze noteren enkel droogjes dat die perfect kunnen controleren tot in de kleinste details. De onderzoekers wijzen zelfs fijntjes op het bestaan van interne federale audits. Een geoefend lezer van dergelijke ambtelijke rapporten weet uiteraard dat dit kritisch bedoeld is.

“Er is nauwelijks sprake van controle op de besteding van al dat belastinggeld”

foto’s (c) Gazet van Hove .