door Julien Borremans in ’t Pallieterke .

De oudejaarsrellen in Brussel leggen een pijnlijk falen van justitie bloot. De georganiseerde criminaliteit heeft een veel grotere impact dan politiek, justitie en media laten uitschijnen. Intussen ontwikkelt er zich in Brussel op de achtergrond in alle stilte een georganiseerde intifada met internationale vertakkingen.

De oudejaarsrellen maakten intussen voor de zoveelste keer pijnlijk duidelijk dat de politiek niet meer in staat is om de basisveiligheid te garanderen. In De Standaard zegt hoofdcommissaris Michel Goovaerts, korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene en de bevelvoerder over de zes Brusselse politiezones : “Het zijn dus onze eigen jongeren die het nodig vinden om op oudejaarsnacht vuurwerkbommen af te vuren op trams en brandweerwagens.”

Ondergang

‘Eigen jongeren’ ? Iedereen weet over welke jongeren het gaat en waar ze vandaan komen : voornamelijk uit de probleemwijken in Andelecht en Molenbeek. Deze jongeren leven in totale segregatie en trekken zich van de heersende wetten en normen niets aan. Niet alleen de korpschef, maar vooral de politici spreken met meel in de mond. Ze durven de problemen niet te benoemen, laat staan aan te pakken. Telkens weer worden relschoppers omschreven als jongeren uit ‘achtergestelde en kansarme wijken’, terwijl in Brussel de kansen voor het grijpen liggen.

In bepaalde wijken trachten criminele bendes de controle van de politie over te nemen door de ordediensten desnoods met geweld terug te dringen. Bij een drugscontrole in de Matongewijk in Elsene vorige week vrijdag werd de politie omsingeld door enkele tientallen omstaanders en bekogeld. De betrokken personen trachtten de benen te nemen, maar werden later ingerekend. Ook werd in Koekelberg een bus van De Lijn beschoten.

Intussen groeit de verontwaardiging over het beperkt aantal relschoppers dat zich voor de rechter zal moeten verantwoorden. Politie en justitie zijn niet bij machte om de relschoppers te beteugelen, laat staan te straffen. Advocaat Joris Van Cauter : “Als de overheid daar niet in slaagt en niet langer de veiligheid en de eigendom van haar burgers kan garanderen, dan luidt ze de ondergang van het systeem in. Ik heb niet de indruk dat ze de urgentie daarvan inziet.” Van Cauter maakt gewag van een omgekeerde klassenjustitie : het racaille moet geen verantwoording afleggen.

Producer Bert Hamelinck stak nog een tandje bij. Toen hij in Molenbeek de film ‘Rebel’ aan het opnemen was, moest hij allochtone jongerenbendes betalen om de veiligheid van de crew te garanderen. De politie gaf toe niet te kunnen instaan voor de veiligheid van het materiaal en de mensen. Er zat niets anders op dan te betalen. ‘Rebel’ is trouwens een film waar heel wat jongeren uit Molenbeek aan meewerkten. 

Het verschil met de zo verguisde Verenigde Staten is immens. Zo werd Bert Hamelinck op een avond in Los Angeles overvallen en kreeg slagen. Er waren geen getuigen in de buurt, maar vier dagen later waren de daders in de kraag gevat. Justitie houdt de producer er feilloos op de hoogte over de gerechtelijke gang van zaken. In een land waar de burgers gigantisch veel belastingen moeten betalen, is het een schande dat zelfs de meest elementaire grondrechten van veiligheid en bescherming van eigendom niet kunnen worden gegarandeerd.

Van Cauter (strafpleiter) maakt gewag van een omgekeerde klassenjustitie: het racaille moet geen verantwoording afleggen

Intifada

Alsof dit nog niet volstaat, ontwikkelt er zich in de straten van Brussel een soort van intifada. Zo weigerden aanvankelijke twee Anderlechtse basisscholen aanwezig te zijn bij de plaatsing van vier nieuwe struikelstenen voor Joodse families die door de nazi’s gedeporteerd of vermoord werden. Als reden werd opgegeven dat er geen conflicten uit het Midden-Oosten mogen worden geïmporteerd, waarmee verwezen werd naar het optreden van Israël in Gaza. De directie en de leerkrachten lieten zich de mond snoeren door jongeren, niet ouder dan twaalf jaar, en hun ouders.

Ook Abou Jahjah kreeg deze week op de VRT weer eens vrije baan om zijn allernieuwste project – Hind Rajab Foundation – zonder enige vorm van tegenwoord of kritische bevraging uit de doeken te doen. Met de laatste verkiezingen ging hij met zijn lijst Viva Palestina electoraal roemloos ten onder. Nu wil hij bewijzen verzamelen van oorlogsmisdaden, gepleegd door Israëlische militairen. De vzw van Abou Jahjah wil van het internationaal recht gebruik maken om Israëlische militairen die in Gaza misdaden hebben gepleegd via nationale rechtbanken of het Internationaal Strafhof te veroordelen. Dat lukte hem bijna in Brazilië en Cyprus. Ook de Israëlische militaire attaché in Brussel werd aangeklaagd.

In Israël wordt Abou Jahjah als vijand gezien. Ooit verklaarde hij dat de toekomst van de Joden in Israël ofwel “een reiskoffer ofwel een doodskist” zou zijn. Hij genoot enige militaire training bij Hezbollah en liet zich met een Kalasjnikov in de hand fotograferen. Hij heeft ooit voor de International Union of Parliamentarians for Palestine gewerkt, waarvan de werking door Iran werd bekostigd. “Alle joden in de zee gooien, is niet haalbaar”, zei hij ooit in een debat in Nederland. Misschien wel wenselijk ? Ooit ondertekende hij een oproep om onder meer Hamas van de Europese lijst van verboden terroristische organisaties te verwijderen. Die man importeert actief het conflict in Gaza in de Brusselse straten.

Het is niet het geblaat van Musk dat de democratische rechtstaat in gevaar brengt”, aldus Joris Van Cauter, maar wel een staat die verzaakt aan haar kerntaken en de veiligheid van haar burgers niet kan garanderen.

foto’s (c) Gazet van Hove .