door Karim Van Overmeire in ’t Pallieterke .
Net voor het afsluiten van de onderhandelingen over een federale regering vuurde ABVV-topman Bert Engelaar nog een dikke torpedo af in de richting van de partijtop van Vooruit. “Het lijkt erop dat jullie in deze onderhandelingen op een glibberig pad zijn terechtgekomen”, zo stelde de vakbondsman, “maar jullie kunnen nog terug.” Engelaar maakte zich niet alleen zorgen over de sociaaleconomische maatregelen, maar evenzeer over het strakkere migratiebeleid dat werd aangekondigd. Daarbij schuwde hij de zware woorden niet : “Migratie is geen koopwaar. Geen ruilmiddel. Geen vod waarmee je het tafelblad van de onderhandeling proper veegt. En toch lijkt het erop dat Vooruit bereid is om de rechten van migranten te verhandelen in ruil voor een klein beetje sociaaleconomische kruimels.”
We zijn het ondertussen normaal gaan vinden dat vakbonden pro-immigratiestandpunten innemen, maar eigenlijk is dat allesbehalve evident. Denkt u even mee ? Als er 90 kandidaten zijn voor 100 jobs, dan bevinden de werknemers zich in een sterke positie om hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden te onderhandelen. Als er door immigratie geen 90 maar 110 werknemers zijn, dan wordt die onderhandelingspositie onderuitgehaald. Dat is zeker zo wanneer die 20 nieuwkomers bereid zijn om voor een lager loon of in minder goede omstandigheden te werken. De positie van de werknemers wordt al helemaal verzwakt door het gedogen van massale illegale immigratie die onvermijdelijk lijdt tot een uitbreiding van de grijze en de zwarte economie. Die elementaire logica is echter niet meer aanwezig bij de top van de meeste vakbonden in het Westen.
Vroeger waren vakbonden tegen migratie
Dat is lang anders geweest. In het verleden voerden vakbonden in het Westen vaak campagne om immigratie aan banden te leggen. De instroom ondermijnde immers de positie van de eigen leden. In de Verenigde Staten steunde de American Federation of Labor maatregelen tegen Chinese immigratie zoals de Chinese Exclusion Act van 1882. De erg succesvolle Australische arbeidersbeweging onderschreef het ‘White Australia’-beleid dat zich kantte tegen Aziatische immigratie. De Britse National Sailors and Firemen’s Union (NSFU) voerde campagne tegen de trend om steeds meer Afrikaanse en Aziatische matrozen op Britse schepen te laten varen. Dat leidde in 1925 tot de ‘Coloured Seamen’s Act’. De Franse Confédération Générale du Travail (CGT) was voor de Tweede Wereldoorlog intern zeer verdeeld over immigratie uit Italië, Polen en Spanje. Ook de linkse Duitse vakbonden waren in die periode zeer sceptisch tegenover immigratie. De ironie wil overigens dat net onder de (zogenaamd rechtse) nazi’s en zeker tijdens de oorlog het aantal buitenlandse arbeidskrachten in Duitsland zeer sterk toenam.
Sinds de jaren 1960 hebben de vakbonden in het Westen zich ingeschakeld in een pro-immigratiediscours. Ik heb het dan niet over de strijd van de vakbonden voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden voor alle werknemers ongeacht hun nationaliteit, maar over pleidooien om meer immigratie toe te laten en immigratie te vergemakkelijken. Dat is wat het ABVV en andere vakbonden nu doen. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om hiervoor te pleiten. Zelfs in het communiqué dat de socialistische vakbond vorig jaar op 8 maart verspreidde naar aanleiding van de ‘internationale strijddag voor de rechten van de vrouwen’ lezen we, naast de obligate waarschuwing voor extreemrechts, dat “de toegang tot legale migratiekanalen moet vergemakkelijkt worden”. Hoe nog meer migratie bijdraagt tot meer vrouwenrechten, is voor mij een raadsel. Met een meer consequente houding had de vakbond op de vrouwendag misschien een paar bedenkingen kunnen formuleren bij die welbepaalde snel oprukkende nare godsdienst/ideologie die vrouwen manifest als tweederangsburgers behandelt. Helaas. Zo dapper zijn ze bij de vakbond nu ook weer niet.
foto’s (c) Gazet van Hove .