door Anton Schelfaut in ’t Pallieterke .
Donderdag 13 februari organiseren de vakbonden een nationale betoging tegen de besparingsplannen van de regering-De Wever. Dat die saneringsoefening broodnodig is om de puinhopen van de Vivaldi-regering en de voorgaande Belgische regeringen op te ruimen, lijkt de vakbonden niet te kunnen deren. Sterker nog, ze kondigen vijf jaren van protest aan.
Het blijft een opmerkelijk beeld : Bert Engelaar, algemeen secretaris van de socialistische vakbond ABVV, die beteuterd op de eerste rij zit op het toetredingscongres van Vooruit. 88 procent van de leden bekrachtigde er de deelname van de Vlaamse socialisten aan de nieuwe federale regering. Maar dat was duidelijk niet naar de zin van de vakbondsman.
Naast de besparingen in de pensioenen en de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, is er mogelijk nog een andere reden waarom Engelaar zo somber gestemd was. De vakbonden zien hun macht steeds verder afkalven, en daar zit de N-VA voor iets tussen. In tegenstelling tot de liberalen, socialisten en christendemocraten beschikken de Vlaams-nationalisten niet over een eigen zuil. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de N-VA er niet voor terugdeinst om het klassieke middenveld uit te kleden. Dat doen de Vlaamse en federale regering onder meer door te besparen op de ziekenfondsen, de welvaartsenveloppe – het budget waarmee de sociale partners de laagste sociale uitkeringen boven op de index kunnen verhogen – nagenoeg volledig af te schaffen en de macht van de vakbonden in bestuursraden te beperken.
Werkloosheidsuitkeringen
Naar verluidt wilde de N-VA federaal zelfs nog een stap verder gaan en de werkloosheidsuitkeringen niet langer door de vakbonden laten uitbetalen. Maar dat voorstel haalde het regeerakkoord uiteindelijk niet. Daarvoor mogen de vakbonden Vooruit, cd&v en Les Engagés – die historisch nauwe banden hebben met de bonden – ongetwijfeld dankbaar zijn.
Nochtans is er wel degelijk een alternatief in de vorm van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), een openbare instelling. Werklozen die niet bij een vakbond zijn aangesloten, kunnen bij de HVW terecht voor de uitbetaling van hun werkloosheidsuitkering. De HVW is zo een rechtstreekse concurrent van de vakbonden, maar die laatste zitten wel in het beheerscomité van de HVW. Dat de regering-De Wever daar nu een einde aan maakt, kan de aantrekkelijkheid van de HVW als alternatief voor de bonden alleen maar ten goede komen.
Dat de vakbonden een administratieve vergoeding krijgen om de werkloosheidsuitkeringen uit te betalen, heeft een pervers effect. Ze zijn er daardoor bij gebaat dat er niet méér, maar net mínder mensen aan de slag zijn. De ambitie van de regering-De Wever om tegen 2029 een werkzaamheidsgraad van 80 procent te bereiken, gaat dus lijnrecht in tegen hun belangen.
De regering-De Croo trok voor 2023 en 2024 telkens 10 miljoen euro extra uit voor de vakbonden. Dat gebeurde – hoe kan het ook anders – op initiatief van de PS. Een regeringsbron bevestigde destijds aan La Libre dat de vakbonden in financiële moeilijkheden komen door het dalende aantal werklozen. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez kwam meteen op de proppen met een voorstel om het verdienmodel van de vakbonden te breken. Hij wil de bonden verlossen van hun taak om de werkloosheidsuitkeringen uit te keren en die overhevelen naar de overheid. Twee jaar na datum mag zijn pleidooi wat ons betreft nog steeds in de praktijk worden gebracht.