NIEUWS – door Filip Michiels – www.doorbraak.be .
Er ligt een stakingsaanzegging op tafel van enkele spoorbonden om eind deze maand een hele week het werk neer te leggen. Uit protest tegen de regeringsplannen om de pensioenleeftijd bij de NMBS – die vandaag op 55 jaar ligt – op te trekken.
In tal van Europese landen werkt het spoorwegpersoneel vandaag – merkwaardig genoeg – al flink wat jaren langer dan in België. Zowel in Nederland, Zwitserland als Denemarken – stuk voor stuk landen met een bijzonder hoog aangeschreven dienstverlening op het spoor – ligt die leeftijd nu al stukken hoger dan in ons land.
Pensioenleeftijd
Zes jaar geleden legden de werknemers van de NS, de Nederlandse Spoorwegen, het werk neer. Ze pikten het niet dat de directie plannen koesterde om de pensioenleeftijd bij het spoorbedrijf te verhogen van – u leest het goed – 66 naar 67 jaar. In ons land kan NMBS-personeel dat minstens dertig dienstjaren heeft, nu nog op 55 met pensioen. Met andere woorden: Belgische treinbestuurders en -begeleiders kunnen elf jaar vroeger afzwaaien dan hun Nederlandse collega’s. Bij onze noorderburen wordt machinist of treinbegeleider ook niet als een zwaar beroep beschouwd.
De nieuwe federale regering-De Wever vindt de voorkeursbehandeling van onder meer het spoorpersoneel ongerijmd, en wil er dus op termijn komaf mee maken. In het regeerakkoord wordt de pensioenleeftijd voor het NMBS-personeel dan ook geleidelijk opgetrokken naar de wettelijke pensioenleeftijd van andere werknemers en ambtenaren. Concreet : vanaf januari 2027 gaat die zeer geleidelijk de hoogte in, met 1 jaar per jaar. Los van het feit dat het nog minstens 12 jaar zal duren alvorens NMBS-medewerkers even lang zullen moeten werken als iedereen, voorziet de regering ook nog de ‘nodige overgangsmaatregelen in overleg met de sectororganisaties’.
Internationale beoordeling
Nu kan je uiteraard niet zomaar appelen met citroenen vergelijken, en daarom baseren we ons voor onze vergelijking met het pensioensysteem voor spoorpersoneel in Nederland, Denemarken en Zwitserland op twee criteria. Enerzijds gaat het om landen waarvan het spoorwegsysteem nationaal én internationaal een uitstekende reputatie geniet. Anderzijds houden we ook rekening met de internationale beoordeling van hun pensioensystemen. Daarvoor vertrekken we van de Mercer Global Pension Index, een jaarlijkse ranking van de beste pensioenstelsels ter wereld. In 2024 kwam Nederland daarin als allerbeste uit de bus, Denemarken belandde op een derde plaats, Zwitserland eindige als elfde. Ons land moest zich tevreden stellen met een veertiende plaats.
Senior vakantiedagen
In Denemarken – overigens een land met een socialistische premier – ligt de gemiddelde pensioenleeftijd over alle sectoren heen nu nog op 65, maar tegen 2027 wordt die opgetrokken tot 67. Op termijn – tegen 2040 – wil de huidige regering zelfs nog verder gaan, tot 70 jaar. Wie aan de slag is voor DSB – de Deense spoorwegmaatschappij – kan vanaf zijn 60ste genieten van een geleidelijke vermindering van het wekelijkse aantal werkuren. Vanaf de leeftijd van 62 hebben die werknemers ook recht op zes ‘senior’ vakantiedagen per jaar, maar ze moeten dus blijven doorwerken tot hun 65ste.
Ook in Zwitserland is er geen sprake van een voorkeursbehandeling voor spoorambtenaren. De officiële pensioenleeftijd ligt er op 65 jaar – voor vrouwen is dat 64, maar die wordt nu gradueel opgetrokken – en die leeftijdsgrens geldt dus ook voor de zowat 30.000 Zwitsers die hun boterham verdienen bij de Zwitserse spoorwegmaatschappij SBB. Vanaf hun 60ste kunnen zij eventueel wel aanspraak maken op een verkorte werkduur.
Politieagenten
In Nederland zijn ze dus nog iets strenger : daar kan het spoorpersoneel – net zoals politieagenten, brandweerlui of militairen overigens – pas op 66 van de oude dag gaan genieten. De komende jaren zal die minimumleeftijd ook nog heel geleidelijk worden opgetrokken, al rees daar de voorbije jaren ook protest tegen. Vergelijken we de pensioenleeftijd voor het spoorwegpersoneel in die drie landen met de huidige regels bij de NMBS, dan is de conclusie bijzonder duidelijk : er is geen enkele objectieve reden waarom NMBS-werknemers niet flink wat jaren langer zouden kunnen blijven werken dan ze vandaag doen.
Filip Michiels is zelfstandig journalist/auteur en schrijft voor diverse Belgische kranten, weekbladen en websites. Hij won tweemaal de Citi Persprijs voor economische journalistiek en was eenmaal genomineerd voor de Belfius Persprijs. In 2022 publiceerde hij de biografie van Bessel Kok : “Chaos & Charisma”.
foto’s (c) Gazet van Hove.