NIEUWS – door Pieter Bauwens – www.doorbraak.be .
Duitsland lijdt aan de Belgische ziekte. Europa houdt de adem in voor de verkiezingen in Duitsland. Maar zoals Dirk Rochtus hier al aangeeft, eigenlijk is dat nergens voor nodig. De uitslag is nog niet bekend, maar de regering ligt al zo goed als vast. Is de democratie daarmee gered ?
Met, in de peilingen, de CDU op 30 procent en de AfD op zo’n 20 procent, heeft rechts, een ander energiebeleid en een strenger migratiebeleid een ruime meerderheid in Duitsland. Maar net zoals in België, komt er geen rechtse regering. Want het zou ‘democratisch onfatsoenlijk’ zijn om met de AfD te regeren.
Ten eerste mag de CDU, zoals elke andere partij, kiezen om niet met een andere partij een regering te vormen. De redenen om zoiets te beslissen zijn vaak heel divers. Vaak gaat het om strategische redenen, om de radicalere partij niet in de regering op te nemen en te hopen dat daarmee de kiezer er zich van zal afkeren. Zoiets als hopen dat het probleem vanzelf verdwijnt als je het ontkent.
Bescherm de democratie
‘De bescherming van de democratie’ is een ander vaak gehoord argument. Ook in Duitsland. Maar keert zoiets op de lange termijn niet als een boemerang terug ? Want door de uitsluiting van de AfD, krijg je na een rechtse verkiezingsoverwinning een regering met de socialisten.
Zo kom je tot een moment waarop de kiezer zich afvraagt of stemmen wel zin heeft. Want wat er ook gestemd wordt, ze krijgen meer van hetzelfde. Ja, de toon verschilt een beetje. Maar dat heeft de kiezer door. Hij is ook verstandig genoeg om te beseffen dat het anders had gekund. Dat er dus tevergeefs toegevingen zijn gebeurd, die in een andere mogelijke regeringssamenstelling niet hadden gemoeten.
Ander beleid kan (niet)
Het resultaat van die cordons en brandmuren is dat er niets wezenlijk verandert. Want dat is de kern van verkiezingen : dat een ander beleid kan. Door onze democratie in te perken en partijen op morele gronden uit te sluiten, verdwijnt die mogelijkheid. De kiezer heeft de macht om af te rekenen met bestuurders, ze te vervangen door andere, nieuwe. Waarmee opnieuw kan afgerekend worden als die het verknoeien.
We zijn in Europa behept met moraal. Partijen mogen deelnemen aan verkiezingen, maar dat bepaalt niet of je een regering kan vormen. Zoals Torfs deze week zei dat ‘Europeanen, in een soort van Kantiaanse traditie, een universeel begrip willen van democratie en mensenrechten. Dat opent de deur voor het verbieden van bepaalde meningen en het uitsluiten van bepaalde partijen die dat begrip niet delen’. Is het niet het partijprogramma, dan is het de stijl en anders wel bepaald politiek personeel dat een uitsluiting rechtvaardigt. Maar is dat verstandig voor de democratie ?
Democratische spelregels
In het Nederlandse opinieweekblad EW (kerstnummer 2024) zei Michael Ignatief (auteur, academicus en politicus) over zogenaamde extreme partijen: ‘Je hoeft niet dol te zijn op hun partijprogramma of retoriek. Maar ze hebben het recht te zeggen wat ze zeggen. Zolang ze de spelregels van het democratische spel volgen. Die zijn niet abstract, maar juist heel duidelijk. Je mag geen geweld gebruiken om je politieke doelen te bereiken en je moet accepteren dat je verkiezingen ook kunt verliezen’.
Dat laatste omzeilen traditionele partijen door andere partijen op morele gronden uit te sluiten. Ze kunnen minder stemmen halen, maar ze kunnen amper nog verliezen. Red je zo de democratie of jezelf ?
foto’s (c) Gazet van Hove .