Kroniek van de allerindividueelste (en oudste) partij van België

NIEUWS – door Luc Pauwels – www.doorbraak.be .

Bij de federale verkiezingen in juni 2024 scoorde Open Vld 5,45 procent. De kiesdrempel komt dus akelig dichtbij voor de Vlaamse liberalen. Tien jaar geleden haalden ze nog 9,78 procent, twintig jaar geleden zelfs meer dan 15 procent. En waaraan denkt partijvoorzitster Eva De Bleeker intussen ? Aan de naam van de partij veranderen, maar uit dat vaatje hebben de liberalen al eerder getapt… Een overzicht.

Het is onder impuls van de Belgische vrijmetselaarsloges dat de Liberale Partij van België wordt opgericht in 1846. Ze is daarmee de oudste politieke partij van België. Als links-liberale formatie bestrijdt ze de katholieke hegemonie in de Belgische politiek.

Nochtans hadden de liberalen vanaf de Belgische afscheiding in 1830 samen met de katholieken het politieke leven in België gedomineerd. Dat was de tijd van het ‘unionisme’, een monsterverbond van katholieken en liberalen tegen de Nederlandse eenheidsgedachte. Het is dan ook logisch dat de partij haar oprichtingscongres in het stadhuis van Brussel in 1846 in het Frans houdt. Op het programma: kieshervormingen, onafhankelijkheid van de burgerlijke overheid tegenover de Kerk, toename van publieke scholen naast de kerkelijk gecontroleerde, maar ook verbetering van de levensomstandigheden van de arbeidersklasse. Katholiek en conservatief rechts is vanaf dan de vijand.

Nieuw kiesstelsel

In 1848 drukt de Liberale Partij, geïnspireerd door de Februarirevolutie in Parijs, in het Belgische parlement een nieuw kiesstelsel door. De welstellende en overwegend liberale stedelijke bourgeoisie krijgt een betere vertegenwoordiging. De katholieken, altijd bevreesd voor een nieuwe Franse annexatie, zijn blij dat het slechts daarbij blijft.

Ook Jan Frans Willems (1793-1846), de ‘vader van de Vlaamse Beweging’, is een liberaal. Net zoals de Vlamingenhater Charles Latour Rogier (1800-1885), geboren Fransman, dé ideoloog achter de Belgische revolutie en de verfransingspolitiek. Na een grote verkiezingsoverwinning wordt Rogier in 1847 premier. Een bont gezelschap, die liberalen. Toen al.

Bestand:Charles Rogier (02).jpg
Charles Latour Rogier, een Vlaminghater – (c) Wikimedia Commons

Eerste schoolstrijd

Ook verder in de negentiende eeuw is de liberale partij verdeeld tussen de radicalen, die een democratische uitbreiding van het electoraat voorstaan, en de doctrinairen zoals premier Frère-Orban, die helemaal tegen zijn. Met de ‘Kloosterwet’ brengen ze liefdadige instellingen onder staatscontrole en laïciseren ze de kerkhoven. Ook het hele onderwijs komt onder staatsvoogdij : elke gemeente moet minstens een staatsschool hebben. Subsidies aan het vrije onderwijs worden afgeschaft.

Dat veroorzaakt de eerste schoolstrijd. De katholieken mobiliseren en het aantal leerlingen in het staatsonderwijs zakt in een jaar tijd van 79 naar 39 procent. Voor de antiklerikale liberalen is 1884 dan ook een electoraal rampjaar. Van hun 61 zetels verliezen ze er 41. Alle Vlaamse zetels gaan naar de katholieken. De liberalen worden in praktijk een Waalse partij.

de liberalen waren een Waalse partij

Tussen de twee wereldoorlogen

In 1918 beleven we de zogenaamde ‘Coup van Loppem’ : liberalen, socialisten én koning Albert I zetten de CVP buitenspel en voeren het algemeen enkelvoudig stemrecht in. De Liberale Partij zakt verder van 24,5 naar 17,6 procent en in 1936 zelfs naar 12,4 procent. Het liberalisme schijnt een eerste keer uitgeleefd.

Na de Tweede Wereldoorlog zet die trend zich verder : de Liberale Partij daalt in 1946 naar een nieuw dieptepunt van 8,9 procent. In 1949 halen de liberalen terug 15,25 procent, maar in 1950 worden ze weer gereduceerd tot 11,25 procent. Door de koningskwestie, waarin de liberalen tegen Leopold III ageren, wordt België meer en meer een CVP-staat.

Atheneum Lier

De katholieken willen van die macht ook gebruikmaken en overal voor hun kinderen over ‘vrije’ scholen kunnen beschikken. Liberalen en socialisten willen daarentegen ‘rijksscholen’ voor alle kinderen. In 1958 wordt dat heftige conflict uiteindelijk opgelost met het ‘Schoolpact’, dat gelijke rechten geeft aan de twee onderwijssystemen : het officiële (openbare) en het vrije (meestal katholiek). Gesterkt komen de liberalen niet echt uit de strijd.

Splitsing, eerste naamswijziging

In 1961 wordt de Liberale Partij voorzichtig opgedeeld in een Vlaamse en een Franstalige vleugel en omgedoopt tot de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang — Parti de la Liberté et du Progrès (PVV). Onder druk van het Willemsfonds en het Liberaal Vlaams Verbond wordt de PVV — ooit ‘Pest Voor Vlaanderen’ genoemd — stilaan meer Vlaamsgezind.

En dat werkt. De liberalen halen weer meer dan 20 procent. Dat is het werk van voorzitter Omer Vanoudenhove (1913-1994) die de liberalen van hun antiklerikaal imago verlost. Die ommezwaai en de naamsverandering leveren de PVV in 1965 een verdubbeling van het aantal zetels op. Maar in 1972 komt het tot een definitieve opsplitsing in een Vlaamse en Waalse partij.

Liberaal terug van weggeweest

De liberaal-katholieke rechtse regeringen van de jaren 1980 dringen het begrotingstekort terug door overheidsbezuinigingen en privatiseringen. Maar de linkervleugel van de CVP vindt dat premier Wilfried Martens (1936-2013) te veel inzet op de vrije markt. In 1988 verplichten ze hem de liberalen in de regering te vervangen door de socialisten. De verontwaardigde PVV-voorzitter Guy Verhofstadt vat de coalitiewissel op als persoonlijk verraad.

Verhofstadts eerste ‘Burgermanifest’ verschijnt in 1991. Hierin spreekt hij voor het eerst over een kloof tussen burger en politiek. Zuilen en pressiegroepen beperken de invloed van de kiezer op het beleid. De oplossing heet volgens Verhofstadt ‘directe democratie’. In 1991 verliezen de CVP en de socialisten de verkiezingen, maar de doorbraak van de PVV komt er ook dan niet. Ze gaat zelfs licht achteruit van 21 naar 20 procent. Het Vlaams Blok haalt plots 12 zetels.

Verhofstadt organiseert het jaar daarop een vierdaags partijcongres in Antwerpen. Tijdens de eerste twee dagen wordt in een hotel de PVV opgeheven. De twee dagen erna vinden plaats in een ander hotel, waar de nieuwe partij wordt opgericht. Die heet Vlaamse Liberalen en Democraten (Vld).

De terugkeer van ‘liberaal’ in de partijnaam dient deels om sceptici binnen de liberale partij warm te maken voor de nieuwe koers. Vanuit de Volksunie stappen oud-partijvoorzitter Jaak Gabriëls, Jef Valkeniers, Bart Somers en André Geens over naar de Vld.

Belgische ziekte

In 1997 publiceert Verhofstadt zijn ‘De Belgische ziekte’. Daarmee stapt de uitgesproken rechts-liberaal over naar het sociaal-liberalisme, een ideologische aardverschuiving. Zo wordt Verhofstadt in 1999 premier. Tot 2007 leidt hij twee ‘paarse’, erg progressieve regeringen met de socialisten, tot 2003 ook aangevuld met groenen. Vanaf 2007 noemen de liberalen zich Open Vld. Guy Verhofstadt blijft acht jaar premier. In 2009 werd hij fractievoorzitter van de liberalen in het Europees parlement. Moraal van Verhofstadts passage ? Ook de andere liberale koers kan de Vlaamse liberalen electoraal niet overeind houden.

De hoogtijdagen van het Belgische liberalisme liggen ver weg, in de negentiende eeuw. Misschien zit hem dat in het DNA van het liberalisme : als individualisme je basiswaarde is, dan is het moeilijk een gemeenschappelijke partijlijn te bepalen. En zo heb je vandaag een Overleden Vld met een ideologische spreidzit van woke-liberaal tot Trump-kapitalistisch. Een club met vele ‘figuren’, maar weinig partij.

De volgende naamwissel is aangekondigd voor september 2025.

Luc Pauwels

Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift ‘TeKoS’.

foto’s (c) Gazet van Hove.