door Anton Schelfaut in ’t Pallieterke .
Zaterdag wordt Valerie Van Peel verkozen tot voorzitter van de N-VA. In een interview met De Zondag lichtte ze afgelopen weekend al een tipje van de sluier op over de koers die ze als voorzitter wil varen. Wij blijven na het lezen ervan met een dubbel gevoel achter. Dat Van Peel achter artikel één van de statuten van de N-VA blijft staan, is reden tot hoop. Maar dat een Vlaams-nationale krachtenbundeling voor Van Peel al bij voorbaat uitgesloten is, is dat niet.
Aangezien Pasen nog maar net achter de rug is, zullen we beginnen met de reden tot hoop. Die is dat Van Peel geen enkele reden ziet om artikel één van de partijstatuten aan te passen. Sterker nog, ze hoopt dat de onafhankelijke Vlaamse republiek die daarin beschreven staat op lange termijn realiteit wordt, weliswaar binnen een sterke Europese Unie. Dat kan de Vlaamsgezinde en Vlaams-nationale burger wat moed geven. Of toch niet ?
Vorige week schreef politicoloog Bart Maddens in een opiniestuk in ‘t Pallieterke nog dat er een kloof gaapt tussen wat de N-VA op communautair vlak zegt en wat ze op dat vlak doet. Daarom nemen we Van Peels woorden – hoe mooi ze ook mogen klinken – voorlopig nog met een stevige korrel zout. In de wandelgangen horen we immers dat de N-VA de rationele afweging heeft gemaakt dat het electoraal niet loont om naar Vlaamse onafhankelijkheid te streven.
Op korte termijn is evenwel niet een onafhankelijke Vlaamse republiek de ambitie van de N-VA, maar het confederalisme. Van Peel sluit niet uit dat dat uiteindelijk misschien zelfs zal volstaan. Dat is een verdedigbaar standpunt. Ook al is een confederaal België niet het einddoel dat wij nastreven, we zullen elke stap richting meer Vlaamse autonomie steeds aanmoedigen.
Een andere heikele kwestie die de nieuwe N-VA-voorzitter steeds op haar bord zal krijgen, is een eventuele samenwerking met die andere V-partij, het Vlaams Belang. Maar aangezien Van Peel zelfs niet bereid is om een koffie te drinken met Tom Van Grieken, lijkt een samenwerking tussen de beide V-partijen ook in het post-De Wever-tijdperk politieke fictie.
Een ‘lastercampagne’ die het Vlaams Belang en Van Grieken meteen na de aankondiging van haar kandidatuur tegen Van Peel zouden hebben gelanceerd, is de reden waarom zelfs zoiets banaals als samen een koffie drinken onmogelijk is geworden. “Ik vind het heel erg voor zijn kiezers, want zij verdienen het niet om genegeerd te worden. Maar met zulke leiders kan het niet anders”, aldus Van Peel.
Het belang van persoonlijke relaties in de politiek kan moeilijk overschat worden. Kijk maar naar de zogenaamde ‘bromance’ tussen Bart De Wever en Conner Rousseau. De goede persoonlijke verstandhouding tussen beide heren ligt mee aan de basis van de entente tussen de N-VA en Vooruit op lokaal, Vlaams en federaal niveau. Toch blijft het jammer dat Van Peel haar persoonlijke gevoelens jegens Van Grieken niet aan de kant kan of wil schuiven om in haar hoedanigheid van N-VA-voorzitter een koffie te drinken met de voorzitter van de op één na grootste partij van het land. Want als ze écht een onafhankelijke Vlaamse republiek nastreeft, is het Vlaams Belang momenteel de enige gesprekspartner.