door Anton Schelfaut in ’t Pallieterke.

In ‘Het verraad aan de verlichting’ houdt filosoof Maarten Boudry progressieven een spiegel voor. Niet de conservatieven, maar zij zijn vandaag de grootste verraders van de verlichting. “Ik moet als progressief toegeven dat conservatieven vandaag bijna betere bondgenoten zijn in de verdediging van de verlichting dan progressieven.”

Maarten Boudry

Progressieven zijn vandaag niet meer progressief. Dat is de stelling die Maarten Boudry, als filosoof verbonden aan de UGent, verdedigt in zijn boek ‘Het verraad aan de verlichting’. Volgens Boudry waren de jaren 70 een kantelpunt voor progressieven. Waar ze voordien economische groei en technologische vooruitgang nastreefden, wilden ze die plots begrenzen. Daar zaten onder meer Amerikaans president Jimmy Carter (Dem.) en het beruchte rapport van de Club van Rome voor iets tussen. 

Daarnaast zochten veel voormalige communisten en marxisten – teleurgesteld door het falen van hun ideologie – hun toevlucht tot het postmodernisme. Ze verwezen in een klap alle vooruitgangsideologieën, maar ook de wetenschap en de verlichting zelf, naar de prullenmand. In de jaren 60 kwam ook de dekoloniseringsgolf op gang, waardoor het Westen plots de bron van alle kwaad werd. “Er moet iets in het drinkwater hebben gezeten, want heel wat progressieven begonnen plots hun kar te keren”, betreurt Boudry.

Mag ik stellen dat een conservatief als Bart De Wever vandaag progressiever is dan heel wat progressieven, in die zin dat hij wél economische vooruitgang en innovatie omarmt ?

“Ik heb in zijn exemplaar van het boek geschreven dat ik als progressief niet anders kan dan toe te geven dat conservatieven vandaag bijna betere bondgenoten zijn in de verdediging van de verlichting dan de progressieven. Vooral het woord ‘verdediging’ is daarbij cruciaal. Want dat is iets dat conservatieven beter beseffen. Zij zijn vaak beter in de verdediging van wat we al hebben. Ze beseffen ook beter wat we allemaal hebben verwezenlijkt en te verliezen hebben. Conservatieven willen onze liberale democratie, vrije markt en meritocratie verdedigen tegen een externe vijand. Maar daarom zou ik Bart De Wever nog niet progressief noemen.”

“De Wever was wel slim genoeg om vroeger dan de andere partijen in te zien dat hij met kernenergie – een taboe ter linkerzijde – electoraal geweldig kon scoren. Hij heeft gescoord op de thema’s waar progressieven verraad hebben gepleegd aan hun eigen principes. De Wever is een voortrekker op het vlak van kernenergie en andere vormen van technologie, zoals de nieuwe INEOS-kraker die er moet komen in de haven van Antwerpen.  Op dat vlak is hij inderdaad progressiever dan de zogenaamde progressieven. Maar op andere vlakken is hij dat natuurlijk niet. In vergelijking met veel andere conservatieven is hij wel redelijk mild. Hij vindt roetveegpieten prima en werkt zelfs een compromisvoorstel uit om vrouwen die een hoofddoek willen dragen aan het gemeenteloket tegemoet te komen. Zelfs als het gaat over holebi- en transrechten, hebben de progressieven in hem een bondgenoot. Op dat vlak is de N-VA niet representatief voor sommige andere conservatieve partijen in Europa. Al zeggen conservatieven als De Wever nog altijd dat er maar twee geslachten bestaan. Daar ben ik het mee eens. Dat is nu eenmaal zo in de biologie.”

In het boek hanteert u vooral het bruto binnenlands product (bbp) om vooruitgang te meten. Is dat wel de juiste maatstaf om te meten of we gelukkiger zijn dan vroeger ?

“De klassieke kritiek op vooruitgang is dat we allemaal rijker zijn geworden, maar niet gelukkiger. Dat klopt niet. De zogenaamde Easterlin-paradox die stelt dat rijke mensen even ongelukkig zijn als arme mensen, is intussen achterhaald. Ook miljonairs kunnen uiteraard ongelukkig zijn. Maar in het algemeen is het zo dat hoe meer geld je hebt, hoe gelukkiger je bent. Dat zie je op nationaal en internationaal niveau. Geld maakt gelukkig. Maar dat betekent niet dat geld op zichzelf een absolute maatstaf van vooruitgang is. Geld is alleen maar waardevol als we kunnen aantonen dat het bijdraagt aan andere aspecten van vooruitgang.”

De focus ligt niet meer op het hiernamaals, maar op het hiernúmaals

Waarom bent u in uw boek dan zo geobsedeerd door het bbp en economische groei ?

“Uit elk onderzoek blijkt dat zowat alles wat we waardevol vinden in het leven, zoals vrijheid en culturele rijkdom, mogelijk wordt gemaakt door het bbp. Hoe hoger het bbp van een land is, hoe meer de bevolking het zich kan veroorloven om zich met de waardevolle dingen in het leven bezig te houden. In essentie is vooruitgang te herleiden tot een aantal ‘harde’ maatstaven van geluk waar weinig discussie over bestaat. Gezond zijn is beter dan ziek zijn. Rijk zijn is beter dan arm zijn. Leven is beter dan sterven. Dat zijn de fundamentele dimensies. Rijkdom is maar een afgeleide. Rijkdom is alleen maar nuttig in hoeverre ze daartoe bijdraagt. Mijn definitie van vooruitgang is niet zuiver materialistisch.”

Zijn er ook uitzonderingen ?

“Homorechten vinden minder dan andere vormen van morele vooruitgang hun oorsprong in een materiële basis. Maar indirect speelt de materiële basis nog steeds een niet te onderschatten rol.” 

Dus het is niet zo dat pakweg holebirechten minder sterk zijn in armere landen ?

“Rijkdom zal nog steeds een rol spelen. Want hoe rijker een land is, hoe meer sociaal vertrouwen er is, hoe minder mensen zich op zichzelf terugplooien en hoe ruimdenkender mensen zijn. Er is dus wel degelijk een indirecte link. Maar die is minder direct dan bij de afschaffing van kinderarbeid, bijvoorbeeld. Omdat we rijk zijn, kunnen we het ons als samenleving veroorloven om kinderen niet te laten werken. Maar in arme landen is het een kwestie van leven of dood dat iederéén de hand aan de ploeg slaat. Homoseksualiteit is een meer morele dimensie van vooruitgang. Niet al mijn maatstaven van vooruitgang zijn dus zuiver materieel. Vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld, is eerder immaterieel en abstract van aard, maar toch een belangrijke parameter van vooruitgang.”

Gedrag dat de res publica bevordert, wordt niet per se monetair gewaardeerd. Ik denk dan bijvoorbeeld aan huismoederschap. Kijken we daar als samenleving te veel op neer ?

“Ja, in die zin is het bbp geen perfecte maatstaf. Mantelzorg en huismoederschap zijn er niet in opgenomen, tenzij indirect via het kindergeld. Laten we pragmatisch zijn en eens naar de geboortecijfers in ons land kijken. Het lage aantal kinderen dat nog wordt verwekt, is reden tot bezorgdheid. We zitten ruim onder de vervangingsdrempel van 2,1. Er zijn te weinig kinderen. Gelukkig is het hier nog niet zo dramatisch als in Hongarije – een land waar de rechterzijde zo naar opkijkt – of Zuid-Korea en Japan. Maar als je onder de vervangingsdrempel blijft, sterf je op de lange termijn letterlijk uit.” 

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau zette huismoeders in 2023 nog weg als profiteurs van de welvaartsstaat. Is dat wel verstandig, gelet op het lage geboortecijfer in ons land ?

“Als het gaat over de betaalbaarheid van onze pensioenen – iets waar Conner als socialist toch van zou moeten wakker liggen –, is de daling van het geboortecijfer echt wel zorgwekkend. Het laatste wat je in zo’n situatie moet doen, is huismoeders viseren of stigmatiseren. Je moet net het omgekeerde doen. We moeten vrouwen net aanmoedigen om veel kinderen te krijgen.”

De Wever is een voortrekker op het vlak van kernenergie en andere vormen van technologie. Op dat vlak is hij inderdaad progressiever dan de zogenaamde progressieven

Hoe moeten we dat doen ?

“Ik zou het mezelf tien jaar geleden nooit hebben horen zeggen, maar ik pleit voor meer subsidies voor gezinnen met kinderen. Tegenover elk kind moet een subsidie staan. Ik ben absoluut geen katholiek, maar de bijbel heeft op dat vlak een beetje gelijk : we hebben meer kinderen nodig en moeten nieuw leven aanmoedigen. Het moet aantrekkelijker worden om kinderen te krijgen. Dat kan onder meer via financiële prikkels of een uitbreiding van het ouderschapsverlof. Ook IVF kan een goede manier zijn om vrouwen die eerst carrière wilden maken, maar daardoor met een onvervulde kinderwens zitten, op latere leeftijd nog te helpen.”

En dat kan een manier zijn om onze pensioenen betaalbaar te houden ?

“We beseffen nu plots dat de afhankelijkheidsratio te groot wordt. Er zijn met andere woorden te veel bejaarden of gepensioneerden in vergelijking met de actieve bevolking. Het duurt zeker 20 jaar om daar demografisch iets aan te doen. Elke baby die vandaag geboren wordt, draagt pas binnen ten vroegste 20 jaar bij. We kunnen natuurlijk veel zaken oplossen met migratie. Maar dat is slechts een tijdelijke oplossing met allerlei nadelen. De mensen zitten daar niet op te wachten. Dat roept weerstand op.”

“De enige reden waarom de geboortecijfers in België al bij al nog meevallen in vergelijking met andere landen, is migratie. Als je de migrantenpopulatie buiten beschouwing zou laten, zullen we meer lijken op Zuid-Korea en Hongarije. De reden waarom het geboortecijfer in Hongarije zo laag is, is net omdat er geen immigratie is.”

Wat zijn volgens u de belangrijkste redenen waarom we ons niet meer voortplanten ?

“Dat heeft voor een stuk te maken met het wegvallen van de religieuze geboden. Vroeger kwam de priester op de deur kloppen als je vrouw al drie jaar niet meer zwanger was geweest, ook al had je al vier kinderen. Dan kwam de priester vragen wat er aan de hand was. Het is een goede zaak dat die externe dwang is weggevallen en dat we tegenwoordig over allerlei anticonceptiemiddelen beschikken.”

vroeger kwam de priester op de deur kloppen als je vrouw al drie jaar niet meer zwanger was geweest”

“De meest fascinerende verklaring is een economische. Door de eindeloze vooruitgang is het leven bijzonder boeiend geworden. Er zijn zoveel dingen om te doen. Maar daardoor is de opportuniteitskost van een kind groter geworden. Dat is wat paradoxaal. Wat konden mensen vroeger doen ? Ze konden niet reizen of ontdekken. Ze hadden ook geen geld om naar het toneel of de film te gaan. Daarom bleven ze thuis en kregen ze kinderen.”

“Vandaag hebben jonge twintigers of dertigers de keuze om een wereldreis te maken en hun geld daaraan te spenderen in plaats van aan een kind. Door de vooruitgang is de opportuniteitskost van een kind groter geworden. De zogenaamde ‘dinks’ – dual income, no kids’ – leven als koningen en koninginnen. Ze kunnen bij wijze van spreken elk weekend op vakantie gaan. Het is lastig om dat op te geven voor een kind. Dat is een effect van vooruitgang. Er zijn zoveel dingen om te doen, waardoor we niet meer geïnteresseerd zijn in kinderen.”

‘DINKS’ kunnen elk weekeind op vakantie gaan …

De klassieke kritiek op vooruitgang is dat we allemaal rijker zijn geworden, maar niet gelukkiger. Dat klopt niet

“Vroeger focusten we op het hiernamaals. We waren vooral bezorgd over wat er na de dood zou gebeuren. Daarom leefden we godsvruchtig en volgden we de bijbel. Vandaag ligt de nadruk op het hiernúmaals. We zijn vooral bezig met aards genot en plezier, en individualisme en zelfontplooiing. Kinderen horen daar niet altijd bij.”

“Vroeger had je uiteraard ook mensen die niet zo geïnteresseerd waren in kinderen. Maar zij hadden eigenlijk geen keuze. Want als je seks had, kreeg je sowieso kinderen. Er was ook heel wat familiale druk. Vandaag hebben mensen wel de vrijheid om geen kinderen te krijgen. Ook de sociale druk is weggevallen. Op individueel niveau is dat fantastisch. Maar op het niveau van de samenleving is dat problematisch, tenzij we erin slagen om de productiviteitsgroei in de economie stevig op te drijven.”

In dat geval zou een dalend bevolkingsaantal geen probleem zijn ?

“Als de bevolking zou blijven krimpen, maar we wel steeds rijker worden, is het probleem ook opgelost. Voor mij hoeven er niet per se 8 miljard mensen op onze planeet rond te lopen. Maar de enige manier om te vermijden dat we armer worden, gegeven de dalende bevolking, is een groei van de productiviteit. Het is het een of het ander. Als het niet de populatie is die groeit, moet het de productiviteit zijn. Daarvoor zullen we nog een serieus tandje moeten bijsteken.”

“Maar het paradoxale is dat we voor die productiviteitsgroei opnieuw afhankelijk zijn van kinderen. Wereldwijd is het zo dat de meeste uitvinden worden gedaan door jonge mensen. Oudere mensen zijn nu eenmaal minder creatief, gewoon omdat ze ouder zijn. Een vijftiger zal minder snel iets als Facebook of Google uitvinden. Dat waren niet toevallig allemaal twintigers of dertigers. Alleen al om die reden heb je voldoende jonge mensen nodig, zodat we de wereld in het algemeen vooruit kunnen helpen.”

Bestand:Petra De Sutter 4 - ©Jesse De Meulenaere.jpg
Petra De Sutter – foto (c) Wikimedia Commons

Tot slot zou ik graag nog een ander onderwerp aansnijden. Petra De Sutter werd vorige week verkozen tot de nieuwe rector van de UGent. Een goede zaak ?

“Ik heb niet op haar gestemd, dat wil ik wel zeggen. Maar dat zal u misschien niet verwonderen (lacht). Ik was ook niet gelukkig met Rik Van de Walle en zijn beslissingen over Israël. Daarin was ik zwaar ontgoocheld. Maar ik moet erkennen dat Rik ook op dat vlak het minste van twee kwaden was. Met Petra wordt het nog erger. Op persoonlijk vlak heb ik geen probleem met haar. Ik heb haar een paar keer ontmoet : ze is een zeer vriendelijk en integer persoon. Maar mijn grote bezorgdheid is het overwicht van linkse, groene en woke ideeën aan de universiteit. In dat opzicht is het geen goede zaak dat iemand met een heel uitgesproken links-groen en woke profiel rector wordt. Daar ben ik niet zo enthousiast over.”

Ik zou het mezelf tien jaar geleden nooit hebben horen zeggen, maar ik pleit voor meer subsidies voor gezinnen met kinderen

U geeft ze niet het voordeel van de twijfel ?

“Ik weet niet wat ze allemaal zal doen, bijvoorbeeld op het vlak van academische vrijheid. Misschien slaagt ze er wel in om me op dat vlak aangenaam te verrassen. Maar dat betwijfel ik toch een beetje. In onze vakgroep krijgt een eerder rechtse professor – en zo zijn er natuurlijk heel weinig – een integriteitscommissie over zich heen omdat hij een artikel heeft besproken dat kritisch was over migratie en demografische ontwikkelingen. Het is zorgwekkend dat daar protest tegen komt. Onder meer Apache heeft onze vakgroep enorm opgejaagd. Op zo’n moment heb je een rector nodig die pal achter de academische vrijheid staat. Rik Van de Walle was volgens mij zo iemand : ondanks zijn houding ten aanzien van Israël, begreep hij wat academische vrijheid is. Ik had er wel vertrouwen in dat hij, een liberaal en intellectueel, de academische vrijheid zou verdedigen. Maar of De Sutter dat als rector ook zal doen ? Dat betwijfel ik. Ook al is ze zelf misschien niet zo radicaal – behalve ten aanzien van Israël dan –, het is wel zo dat linkse professoren en academici eerder zullen zwichten voor de radicaal-linkse strekkingen aan de universiteit. Die laatste hebben nu sterk de indruk dat ‘iemand van hen’ heeft gewonnen.”

de radicaal linkse strekkingen

En als De Sutter binnen vijf jaar herverkozen wil worden, heeft ze geen andere keuze dan hun tegemoet te komen ?

“Ja, inderdaad. Daar ben ik een beetje bang voor. De rectorverkiezing heeft het klimaat aan de UGent – met de boycot ten aanzien van Israël, het verdwijnen van Johan Braeckman en een aantal andere kritische stemmen en tegengewichten – er niet op verbeterd. Ik weet niet of ik hier op de lange termijn zal blijven. Ik heb geen vaste aanstelling, dus ik ben vrij om te gaan en staan waar ik wil. Ze zijn mij ook liever kwijt dan rijk, zeker binnen mijn eigen vakgroep. Ik krijg vaak positieve reacties van collega’s van andere vakgroepen, zoals psychologie, economie en ingenieurswetenschappen. Maar niet zo binnen mijn eigen faculteit.”

De lage geboortecijfers in ons land zijn reden tot bezorgdheid

In een peiling van het Leuvense studentenblad Veto in aanloop naar de verkiezingen van 9 juni 2024 gaf 40 procent van de professoren aan op Groen te zullen stemmen. Zou een soortgelijke peiling aan de UGent hetzelfde resultaat opleveren ?

“40 procent lijkt me echt wel heel veel. In de bewuste peiling waren de menswetenschappen een beetje oververtegenwoordigd. Er zijn ongetwijfeld ook aan mijn faculteit professoren die voor de N-VA of de Open Vld stemmen, en misschien zelfs voor Vlaams Belang. Maar ze komen daar niet voor uit. Ze zullen nooit op een lijst staan of publiek uitpakken met hun politieke voorkeur. Proffen die voor Groen of de PVDA stemmen, kunnen daar probleemloos voor uitkomen. Niemand zal hen dat kwalijk nemen. Er zijn proffen die zonder problemen affiches van de PVDA aan de deur kunnen plakken. Dat is illustratief voor het klimaat aan onze faculteit. Ik ken niemand aan onze faculteit met een uitgesproken N-VA-profiel. Ik moest zelfs al hard zoeken naar iemand met een liberaal profiel. Dirk Verhofstadt was een tijd gastprofessor. Maar die staat niet op een lijst. Zijn drijvende kracht is het liberalisme, maar ook hij is nog altijd links. Hij is een sociale liberaal die heel uitgesproken pro-Palestijns is. Aan andere faculteiten heb je die profielen wel, zoals Wouter Duyck en zo. Die staan dichter bij de N-VA. Maar zo iemand ken ik niet aan mijn faculteit, letteren en wijsbegeerte.”

Anton Schelfaut

foto’s (c) Gazet van Hove.