door Karl Van Camp in ’t Pallieterke.

Jarenlang heeft KBC er alles aan gedaan om van de bijnaam van haar hoofdkantoor af te geraken. “Zeg niet Boerentoren, maar KBC-toren”, aldus de bestuurders van de bank. Maar de volksmond blijft het tot op de dag van vandaag halsstarrig hebben over ‘den Boerentoren’.

Waar komt die naam vandaan ? Welnu, de bouwheer van de originele toren was de Algemeene Bankvereeniging, de voorloper van de Kredietbank. De Boerenbond, de ledenorganisaties van Vlaamse landbouwers, was grootaandeelhouder van deze bank, wat maakte dat duizenden boeren onmiddellijk klant werden. En dus werd de toren van deze bank de ‘Boerentoren’.

opvolger van de Kredietbank

Vlaamse toren

Op de plaats waar de Boerentoren nu staat, aan de Eiermarkt vlakbij de Meir, was in oktober 1914 een heel bouwblok weggevaagd door bombardementen van het Duitse leger. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog moest het terrein een nieuwe invulling krijgen. De Algemeene Bankvereeniging, opgericht in 1921, kon de braakliggende gronden verwerven als er een toren gebouwd zou worden. De jonge Vlaamse bank, met onder andere Frans Van Cauwelaert, Lieven Gevaert en Gustaaf Sap als geldschieters, wilde zich met die realisatie ook profileren tegenover de Franstalige financiële wereld.

Lieven Gevaert

“Niet Londen, niet Parijs, niet Berlijn, niet Brussel, maar Antwerpen had de eer om het eerste torengebouw op Europese bodem te realiseren”

In samenspraak met het Antwerpse stadsbestuur moest er een monumentaal gebouw komen, dat een visueel eindpunt moest geven aan de winkelas van de Meir. Het stadsbestuur mikte op een realisatie tegen 1930, het jaar van de wereldtentoonstelling in Antwerpen.

Vandaag weet elke Antwerpenaar dat de Boerentoren de eerste wolkenkrabber was van Europa en ook het hoogste kantoorgebouw van heel Europa. Kenmerkend was de staalstructuur, nieuw in Europa en uiteraard overgewaaid uit de Verenigde Staten. Niet Londen, niet Parijs, niet Berlijn, niet Brussel, maar Antwerpen had de eer om het eerste torengebouw op Europese bodem te realiseren. Daar mogen we als Vlaming best trots op zijn. Met dank aan het ambitieuze stadsbestuur van weleer en de heroplevende economie na de ellende van de Eerste Wereldoorlog.

Architecten en commissie van wijzen

Hoe iconisch de Boerentoren ook is, vraag aan de Antwerpenaar of doorsnee-Vlaming naar de naam van de architect en 99,9 procent zal het antwoord schuldig blijven. In feite ging het om een samenwerking tussen drie architecten : Jan Vanhoenacker en zijn vennoot Jos Smolderen, en Emiel Van Averbeke. Jan Vanhoenacker was al enigszins vertrouwd met hoogbouw door onder meer zijn deelname in 1922 aan de architectuurwedstrijd voor de Chicago Tribune Tower.

Vanhoenacker zou de leiding van de ontwerpers op zich nemen, al wordt beweerd dat het definitieve ontwerp aan Jos Smolderen toe te schrijven is. Van Averbeke, die ook stadsarchitect was, vervulde eerder een adviserende en controlerende rol. De architecten waren nog in 1928 klaar met hun plannen, maar de eerste reacties van het grote publiek en de media waren niet bepaald enthousiast. De Antwerpenaar vond het ontwerp niet passen in een historisch centrum, zo vlak naast de Onze-Lieve-Vrouwetoren.

Onze-Lieve-Vrouwetoren

Het stadsbestuur legde daarom de plannen voor aan een commissie van wijzen, die bestond uit de Nederlandse architect Hendrik Berlage, Victor Horta en Henry Van de Velde. Uiteindelijk bracht die commissie een gunstig advies uit. In februari 1929 werd gestart met de graafwerken, gevolgd door de funderingswerken. Eind oktober werd een aanvang genomen met de stalen kolommen. Eind maart 1930 was de staalconstructie afgewerkt en was het hoogste punt bereikt. De bezoekers van de wereldtentoonstelling kregen in datzelfde jaar geen afgewerkte toren te zien, maar enkel een stalen skelet. Het was de eerste keer dat zo’n stalen skelet op het Europese vasteland gebouwd werd. Het was dus voor de bezoekers zeker een speciaal zicht.

Skelet van de Boerentoren omstreeks 1930 – foto (c) Wikimedia Commons

Huurappartementen

De bouw verliep evenwel niet vlekkeloos. Het feit dat zowel de architecten als de aannemer geen ervaring hadden met skelet- en hoogbouw op dat niveau, speelde parten. De skeletstructuur werd in een vijftal maanden opgetrokken. Daarna volgden de binnenmuren en de gevelbekleding.

In juli 1931 konden de eerste winkels, kantoren en appartementen in gebruik genomen worden. De kostprijs voor het geheel was ondertussen opgelopen tot 43 miljoen frank (1,1 miljoen euro) in plaats van de geraamde 16 miljoen (400.000 euro). Omgerekend naar de prijs van vandaag, zouden we nu spreken van een bouwkost van ongeveer 50 miljoen euro.

Kegelbaan

Velen denken dat de Boerentoren in oorsprong een kantoorgebouw was; wat slechts ten dele klopt. Er waren namelijk ook 63 gewone appartementen te huur in de toren. Dat was aanvankelijk geen succes. Tijdens het interbellum stonden al wel enkele hoge appartementsgebouwen van 8 of 9 verdiepingen in Antwerpen en elders. Maar de meeste Vlamingen stonden eerder argwanend tegenover deze nieuwe woonvorm op hoogte. Ook het gebruik van liften, tot dan toe onbekend, was een drempel om er te gaan wonen. De appartementen bleven in gebruik tot 1970. In dat jaar werd de toren volledig gerenoveerd werd hij volledig als kantoorruimte ingericht.

Wat iedereen al lang vergeten is : in de kelder was er een taverne, de ‘Torenkelder’, met biljart én vier kegelbanen. Tot 1958 vonden er regelmatig landelijke competities plaats tussen verschillende kegelploegen. Van de kelder ging het met de lift in enkele seconden naar de dakverdieping. Op 19 maart 1932 opende de panoramazaal op de 24ste verdieping. Ook die panoramazaal sloot in 1970. Als kind heb ik meerdere malen die panoramazaal bezocht. Dat was telkens een fantastische belevenis.

mooi zicht vanuit de panoramazaal

Luchtafweergeschut

Nog enkele wetenswaardigheden : in 1938 en 1939 werd er luchtafweergeschut geplaatst op de Boerentoren. Tijdens de bezetting diende de toren dan weer als uitkijkpost voor de Duitse troepen. Ze bouwden daarvoor een houten gebouw bovenop het dak, door de Antwerpenaren spottend ‘het duivenkot’ genoemd. Tijdens de laatste dagen van de bevrijding werd de Boerentoren verschillende keren met artillerie beschoten vanop Linkeroever, waar de Duitsers nog standhielden. Op 6 januari 1945 werd de toren geraakt door een V-bom. Die veroorzaakte veel schade aan het gebouw, maar de structuur bleef overeind. Er was een groot gat op de vierde en vijfde verdieping, en zowat alle ruiten waren gesneuveld.

“We willen er een tentoonstellingsmachine van maken” – Katharina Van Cauteren

Dit en nog veel meer is te lezen in het boek ‘De Boerentoren, verhaal van een icoon’. Dit prachtige boek kwam er op initiatief van de nieuwe eigenaar Fernand Huts (Katoen Natie/Indaver) die plannen heeft om van de Boerentoren opnieuw een Antwerps uithangbord te maken. Hij kocht het gebouw aan in 2021. De voorbije maanden werd de toren volledig gestript en asbestveilig gemaakt. Na de voorstelling van het boek over de Boerentoren vorige maand, maakte hij afgelopen week bekend dat de werf van de Boerentoren voor twee maanden opengesteld wordt voor het grote publiek. “Dit is een unieke fase in het project”, vertelde projectdirecteur Kurt Dupont tijdens de voorstelling. “We hebben de toren volledig in zijn blootje gezet.” De stalen skeletstructuur is voor het eerst sinds de wereldtentoonstelling van 1930 opnieuw zichtbaar. De bedoeling is om dat zo te houden in het definitieve ontwerp.

De bedoeling van Fernand Huts en zijn kunststichting The Phoebus Foundation is om van de Boerentoren een ‘cultuurtoren’ te maken. Op het gelijkvloers komt een ‘Antwerp City Living Room’, waar koffiebars en winkels komen. Van daaruit krijg je toegang tot de ‘Tower living room’, waar tentoonstellingsruimten het begin van het museumgedeelte zullen kenmerken.

“We willen beter doen dan Bilbao” – Fernand Huts

“Er komt een grote trappenhal die dienst moet doen als living voor de Antwerpenaar, waar mensen hun koffie op kunnen drinken”, legt Huts uit. “Die zal worden omgeven door galerijen, cafés, restaurants en winkels die te maken hebben met mode, boeken, kunst en lokale specialiteiten.” Verder komen er in de toren een beeldentuin, grote en kleine museum- en tentoonstellingszalen. “We combineren erfgoed met hedendaagse architectuur en willen op die manier beter doen dan een stad als Bilbao”, besluit hij. In het bovenste gedeelte van de toren komen panoramazalen en terrassen, waar Antwerpenaren en toeristen kunnen genieten van een zicht op de hele stad.

er komen cafés in de toren …

Hoewel het uiteindelijke ontwerp nog niet bekend is, is het al zeker dat de toren in zijn geheel behouden wordt. Aan de zijkanten zouden glazen liften komen en in de toren verdwijnt een groot deel van het plafond van verdieping 3 tot 12, waardoor er een open atrium gecreëerd wordt. “We zijn ongeduldig”, vertelt Katharina Van Cauteren, het hoofd van The Phoebus Foundation. “We willen van de Boerentoren een ‘tentoonstellingsmachine’ maken, waarin zowel voor historische als moderne kunst plek moet zijn.”

De organisatie hoopt voor 30 juni de definitieve tekeningen en vergunningsaanvraag in te dienen. Wie de werf van de Boerentoren wenst te bezoeken, kan zich inschrijven via www.phoebusfoundation.org.

Karl Van Camp en Wannes Neukermans

Boek : De Boerentoren

‘De Boerentoren – Verhaal van een icoon.’ Uitgeverij Hannibal Books, 2024, 352 blz. , 59 euro, ISBN 978 94 6436 696 9.

foto’s (c) Gazet van Hove.