Tranen over MortselIn 2008 verscheen, naar aanleiding van de 65ste verjaardag van het bombardement op Mortsel op 5 april 1943, het boek “Tranen over Mortsel. De laatste getuigen over het zwaarste bombardement ooit in België” van de jonge historicus Pieter Serrien uit Kontich. Het was grotendeels gebaseerd op interviews van getuigen, afgenomen door leerlingen van een aantal Mortselse scholen, aangevuld met informatie uit persoonlijke gesprekken van de auteur met getuigen die het allemaal meemaakten, uit brieven, dagboeken, enz…

Het werk van Serrien werd goed ontvangen : een geschiedenisparel zonder weerga, meeslepend, aangrijpend, schrijnend en ontroerend, waren slechts enkele van de lovende reacties die het kreeg.

Vandaag in 2013 – de 70ste verjaardag van de oorlogsgruwel – verscheen een volledig herziene uitgave van het boek. Aan de al meer dan 200 interviews en getuigenissen die de basis vormden van de eerste uitgave, werden een honderdtal nieuwe getuigenissen toegevoegd. Meer dan 350 mensen krijgen zo een stem. Hun verhalen worden gekoppeld aan plaatsen : de scholen uit de gemeente, het Gemeenteplein, de spoorwegbrug en vele andere, ook minder
bekende, zoals de verdwenen Franstalige school “Les Abeilles”, waaraan een nieuw hoofdstuk werd gewijd.

Een andere belangrijke toevoeging in vergelijking met de eerste uitgave, is het hoofdstuk over de wijze waarop de herinnering aan het bombardement is geëvolueerd van een sociale herinnering – de verhalen over het verleden die generaties aan elkaar vertellen – naar een culturele herinnering.

De verhalen van het verleden blijven immers enkel bestaan als ze worden verankerd in monumenten, gedenkstenen en -platen, musea, memorialen… waarrond ook een levende culturele praktijk van herdenking ontstaat. De stad Mortsel heeft zich de laatste jaren wel opgeworpen als een actieve ‘memory maker’.

In de grote geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is het bombardement van Mortsel altijd wat stiefmoederlijk behandeld, een detail in de bloedige geschiedenis van de 20ste eeuw. Het waren immers de bondgenoten die voor al het onheil zorgden. De bombardementen op Rotterdam op 14 mei 1940, op Coventry op 14 november 1940, op Keulen op 31 mei 1942, op Hamburg (24 juli – 3 augustus 1943) en op Dresden op 13 en 14 februari 1945 kregen later veel meer aandacht.

De begrafenisplechtigheid van de slachtoffers van 5 april 1943 op het Mortselse GemeentepleinNochtans vielen in Mortsel op 5 april 1943 onder de Amerikaanse luchtmacht – hadden als opdracht de Erla-fabriek uit te schakelen, waar Duitse jachtvliegtuigen werden hersteld – 936 doden, 587 zwaargewonden en nog eens vele honderden lichtgewonden. De wijk Oude God werd zeer zwaar getroffen. Meer dan duizend woningen werden vernield : ‘collateral damage’ heet dat in modern oorlogsjargon…

Pieter Serrien toont in zijn boek aan dat het bombardement op Mortsel geen ‘fait divers’ was voor de vele mensen en families die er door getroffen werden.

Tranen over Mortselgaat dan ook niet over grote oorlogspolitiek of militaire strategieën. Het vertelt wel het boeiende maar schrijnende verhaal van de mensen die het verschrikkelijke gebeuren meemaakten.

Pieter Serrien,Tranen over Mortsel”, uitgeverij Manteau, Antwerpen, 2012, 416 blz. – ISBN 978 90 223 2835 4 .