Migranten verfransen niet zoals de Vlamingen indertijd verfransten. Dat blijkt uit de derde Taalbarometer van VUB-onderzoeker Rudi Janssens. In plaats van een dominante taal die de andere talen verdringt, is er meer en meer sprake van een enorme diversiteit aan talen. “Het model van twee taalgemeenschappen komt sterk onder druk te staan.”

Rudi Janssens laat met de taalbarometer zien dat Brussel het jongste decennium een demografische en taalkundige omwenteling heeft doorgemaakt.

De taalbarometer onderzocht opnieuw de taalsituatie in Brussel. We selecteerden enkele opvallende bevindingen.

VUB

1. Nederlands houdt stand

Slechts 5,2 procent van de Brusselaars leeft in een eentalig Nederlandstalig gezin. Twaalf jaar geleden was dat nog 6,4 procent. Daartegenover staat dat het aandeel gezinnen waar het Nederlands samen met het Frans gesproken wordt, sterk gestegen is. In totaal wordt nu in goed 22 procent van de gezinnen Nederlands gesproken. Nederlandstaligen geven nu bijna altijd hun taal door aan de volgende generatie.

Heet aantal Brusselaars dat het Nederlands beheerst, is er wel opnieuw op achteruitgegaan. In 2000 sprak nog 33 procent goed tot uitstekend Nederlands, in 2006 was dat 28 procent en vandaag nog 23 procent.

Janssens : “Wat daar opvalt, is dat de groep die het Nederlands als taalvak op school heeft geleerd, sterk krimpt. De jongeren uit het Franstalig onderwijs spreken steeds minder behoorlijk Nederlands en Engels, met een hoge jeugdwerkloosheid als gevolg. De groep die de taal leerde in het Nederlandstalig onderwijs, stijgt wel.”

Besluit : minder mensen spreken goed Nederlands, maar het wordt wel meer gebruikt.

 

2. Frans moet het podium delen

De kennis van het Frans is opvallend afgenomen. Zes jaar geleden sprak 95,5 procent van de Brusselaars goed tot uitstekend Frans. Dat cijfer is nu gezakt naar 88,5 procent. Slechts een derde is nog eentalig in het Frans opgevoed, evenveel als het aantal dat noch met Frans, noch met Nederlands opgroeide.

Janssens :Binnen Brussel tekenen zich steeds duidelijker twee groepen af. Enerzijds heb je een vrij homogene Franstalige groep. Zij spreken thuis Frans, lopen school en werken in het Frans, consulteren uitsluitend Franstalige media. Zij identificeren zich ook het sterkst met de Franstalige gemeenschap en hebben een eerder negatief beeld van Vlamingen. Aan de andere kant heb je een diverse groep, die verschillende talen spreekt in verschillende situaties, en media in verschillende talen volgt.”

 

3. Engels glocaliseert de buurt

Engeland | Verenigd KoninkrijkZes jaar geleden al had het Engels – wat de kennis betreft – het Nederlands van de tweede plaats verdrongen, maar dat vertaalde zich niet in het taalgebruik. Mensen kenden wel Engels, maar gebruikten het zelden, behalve op de werkvloer. Dat is de laatste jaren sterk veranderd. Het aantal Brusselaars dat goed Engels spreekt, is gedaald. Maar daartegenover staat dat het Engels nu ook daadwerkelijk gebruikt wordt. Een kwart van de Brusselaars spreekt wel eens Engels met de buren, meestal in combinatie met andere talen. In 2006 gebeurde dat zo goed als nooit.

Janssens “Er wordt vaak een beetje Engels, een beetje Nederlands en een beetje Frans gesproken. Pas op, het Frans domineert nog altijd, maar het is geen monoliet die de andere talen verdringt. Er ontwikkelt zich een eigen, niet strikt omlijnde omgangstaal met het Frans als basis, maar met invloeden van andere talen. Die kan in elke buurt verschillen. Dat noemen sociale wetenschappers ‘glocalisering’. Je krijgt dan verschillende soorten Frans, net zoals je in Londen ook niet een Engels, maar meerdere Englishes hebt.”

 

4. Migrantentalen worden vitaler

Zes jaar geleden sprak 6,6 procent van de Brusselaars goed tot uitstekend Arabisch, nu is dat al 18 procent. De helft van die mensen is in het buitenland geboren. Zij blijven significant vaker dan vroeger Arabisch als enige thuistaal gebruiken, maar ook wie in Brussel geboren is, spreekt vaker dan vroeger uitsluitend Arabisch binnen het gezin.

Veel migranten spreken enkel Arabisch
Veel migranten spreken enkel Arabisch

Janssens : “Dat wil niet zeggen dat ze geen andere talen kennen. Maar sommige migrantentalen herwinnen duidelijk aan vitaliteit binnen de jongste generatie. Iedereen wil zijn moedertaal doorgeven aan zijn kinderen. Het is dus niet zo dat migranten in Brussel verfransen, zoals dat tot halfweg de vorige eeuw gebeurde met de Nederlandstaligen. We evolueren niet naar assimilatie, maar naar meertalige gezinnen.”
Nog opvallend : zowat 10 procent van de Brusselaars spreekt noch Frans, noch Nederlands, noch Engels. “Dat zijn vooral nieuwe migranten, die nog niet lang in de stad wonen” aldus Janssens.

 

5. Geen identiteit, maar identificatie

Janssens : “Als tien jaar onderzoek een ding duidelijk maakt, dan is het wel dat de taaldiversiteit steeds groter wordt en het model van twee taalgemeenschappen onder druk zet. Een meerderheid van de mensen ziet zichzelf allereerst als Brusselaar, Belg en inwoner van zijn buurt, een minderheid identificeert zich vooral met een taalgemeenschap of met een ander gewest.”

“De link met de taalgemeenschappen wordt vooral gelegd door de media. Brusselaars die veelvuldig de Franstalige media consulteren, benadrukken de link met de Franse Gemeenschap en de kloof met de Vlaamse. Bij Nederlandstaligen zijn het vooral mensen die in Vlaanderen geboren zijn, die zich als Vlaming identificeren. De rest verkiest ‘Nederlandstalig’. Daar zijn ook mensen bij die de taal van thuis uit niet spreken.”

P1040037

 

Voor Janssens wijzen de cijfers ook op een dringende nood aan onderwijs gericht op meertaligheid. “Dat is niet hetzelfde als meertalig onderwijs. Want stel je voor dat het Nederlandstalig onderwijs nu tweetalig zou worden, dan heeft dat geen effect, met al die anderstalige leerlingen. Het is moeilijk om te zeggen hoe het dan wel moet, want er zijn geen voorbeelden. Geen enkele buitenlandse situatie is te vergelijken met Brussel. Maar dat er iets moet veranderen, is duidelijk.”

 

In Brussel worden veel meer talen gesproken dan Frans of Nederlands

Aandeel Brusselaars dat de taal goed tot uitstekend beheerst
Aandeel Brusselaars dat de taal goed tot uitstekend beheerst

Enkele cijfers:

  • 17 % : aandeel gezinnen waar Frans en Nederlands gesproken werd in 2012
  • 7 % : aandeel gezinnen waar Frans en Nederlands gesproken werd in 2006
  • 38 % : had als enige thuistaal het Frans in 2012
  • 63 % : had als enige thuistaal het Frans in 2006
  • 53 % : van de jonge Brusselaars (18-25 jaar) groeide op in een twee- of meertalig gezin

Nieuwe talen in 2012 :

  • Mina, Sora, Laki, Pashtu, Ndebele, Bats, Twi, Tabari, Malagasi.

Door Danny Vileyn en Goele De Cort in “Brussel Deze Week” – Maart 2013