Een ploeg rond politicoloog Dave Sinardet onderzocht de visie van parlementsleden op de communautaire problemen. In de media wordt de indruk gewekt dat de Vlaamse parlementsleden niet meer autonomie willen dan de Franstalige. De studie toont net aan dat het juist wel zo is.

Een studie van politicoloog Dave Sinardet kon gisteren op veel persaandacht rekenen. We moesten spontaan denken aan rapporten van psychiaters bij assisenzaken. Die bevestigen steevast wat de opdrachtgever wilde bewezen hebben. De framing van de resultaten van deze studie, mag dan ook niet verbazen. ‘Op basis van het dominante discours in de politiek en in de media zou je verwachten dat Nederlands- en Franstalige politici lijnrecht tegenover elkaar staan als het gaat over de architectuur van de Belgische staat’, citeert De Standaard Sinardet. Die gaat verder : ‘Maar niets is minder waar.’ In de inleiding van het artikel lezen we : ‘De studie prikt de mythe door dat Vlaamse politici per definitie méér autonomie willen voor de deelstaten, en hun Franstalige collega’s niet.’

vlaanderen-Brussel-WallonieZijn er dan geen of weinig verschillen te bespeuren tussen Vlaamse en Franstalige partijen wat het communautaire thema aangaat? Er bestaat wel een kloof tussen het ‘nationalistische blok’ van N-VA en Vlaams Belang enerzijds en de andere partijen anderzijds, luidt de samenvatting van de studie. CD&V bevindt zich als enige tussen beide groepen.

Dat het ‘dominante discours’ de indruk zou wekken dat de Vlaamse partijen één blok vormen, mag toch betwijfeld worden. Beweert Sinardet dat partijen als sp.a en Groen in de media worden opgevoerd als voorstanders van een verregaande staatshervorming ? Dat die partijen weinig Vlaamse trommels roffelen mag toch als algemeen bekend beschouwd worden en als het onderzoek dat aantoont, dan zijn we hier eerder getuige van een nummertje open deuren intrappen dan van interessant wetenschappelijk onderzoek.

Heeft de vorming van de regering di Rupo niet aangetoond dat a) niet alle Vlaamse partijen lijnrecht tegen de Franstalige staan en b) de Vlaamse regeringspartijen toen het er op aankwam absoluut geen uitgesproken Vlaamse kaart trokken? Die bewering van Sinardet kan moeilijk met feiten gestaafd worden. Juist omdat sp.a en Groen – maar ook Open Vld – zich bijzonder ‘constructief’ opstellen tegenover de Franstalige partijen, worden ze B-partijen genoemd. Kortom, was er dan iemand die dacht dat alle Vlaamse politici meer autonomie willen voor de deelstaten ?

vlaams belang

Als we ons beperken tot de vraag wat de Belgische parlementsleden denken over de toekomst van het federalisme (tabel afgedrukt in De Standaard), dan valt op hoeveel moeite gedaan wordt om aan te tonen dat er geen kloof loopt tussen noord en zuid. Om dat bewezen te krijgen, worden de partijen per stuk bekeken en niet gewogen naar hun electorale gewicht.

groen logo

De groene verkozenen blijken het meest te neigen naar ‘België’, met 4,90 punten op 10 (0 als alles helemaal Vlaams moet; 10 voor wie alles helemaal Belgisch wil). Zelfs die meest Belgische aller partijen staat toch nog (net) in de helft die meer overdrachten naar de deelstaten wil. Het Vlaams Belang gaat daarin het verst, met 0 punten (alles naar Vlaanderen dus).

De rangschikking van meest Belgisch naar meest Vlaams/Franstalig geeft dan Groen, PS, FDF, sp.a, CdH, Ecolo, LDD, Open VLD, MR, CD&V, N-VA en Vlaams Belang. We stellen vast – maar dat werd in de media noch door de onderzoekers beklemtoond – dat de partijen die de meeste stemmen halen juist die zijn die het meest kiezen voor Vlaanderen. De partijen die zich op Vlaams vlak terughoudender opstellen, blijken electoraal minder succesrijk.

Uiteraard mag een mini-partij als Groen niet hetzelfde gewicht krijgen als N-VA of zelfs CD&V. We hebben de partijen daarom gemeten naar hun electorale gewicht. Voor Groen vermenigvuldigden we de score (4,90) met de relatieve aanhang in Vlaanderen bij de verkiezingen in 2010. Dat deden we voor alle politieke partijen en we telden het totaal op voor de Vlaamse en de Franstalige.

De ‘noordelijke’ partijen komen aan een gemeenschappelijke score van 2,35 en de ‘zuidelijke’ sprokkelen 4,12 punten. Op de as alles Belgisch (10) versus alles naar de deelstaten (0) blijkt Vlaanderen zeer ver af te wijken van francofonië. Het onderzoek van Sinardet is wel degelijk zeer interessant: het toont de kloof tussen noord en zuid in dit land loepzuiver aan, hoeveel moeite ook gedaan wordt om het te instrumentaliseren als bewijs van het tegendeel.

Peter De Roover, chef-politiek – www.doorbraak.be