Niet alleen N-VA’ers moeten dezer dagen vrezen voor die groteske dooddoener, dat ultieme non-argument : de nazi-associatie. Zelfs bezadigde, alom geprezen staatsmannen zijn niet meer veilig voor hysterische beschuldigingen. Dat mag nu ook Herman Van Rompuy ondervinden.
Waar men geen kleinheid kan ontwaren,
Maar zij alleen nog blijven leven :
De hemel waar de wolken varen,
De zee waarop de baren streven
Daar streeft zij, vaart zij met haar mee
Zo begint ‘De Meeuw’, een natuurgedicht van de controversiële priester en collaborateur Cyriel Verschaeve (1874-1949). Het gedicht prijkt al sinds 1 juli 2007 op de persoonlijke website van Herman Van Rompuy (CD&V), waar de rubriek ‘Gedicht van de week’ voor een poëtische noot zorgt. Dat is nu eindelijk ook Jean Quatremer opgevallen. Quatremer is de Brusselse correspondent van de Franse krant Libération. Hij schreef (op dinsdag 04 februari 2014) een blogstukje onder de titel Les références littéraires nazies (mais flamandes) d’ Herman Van Rompuy.
De inhoud van zijn betoog laat zich raden. Omdat Verschaeve tijdens de Tweede Wereldoorlog in de collaboratie is gestapt, zelf Himmler heeft ontmoet, bij verstek veroordeeld werd en in ballingschap stierf, om al die redenen is de dichter verbrand en is hem citeren verdacht. Voor Quatremer ondergraaft een citaat van Verschaeve een hele carrière. Zelfs het gezag van de Europese ‘president’ om een Victor Orban tot de orde te roepen wordt – althans, volgens Quatremer – op de helling gezet door ‘De Meeuw’.
Al wie haar drift voelt, leeft met de zee.
Zij houdt haar driften eeuw op eeuwen;
Zij doen haar naar den hemel zingen
Of naar de donkre helle schreeuwen.
Blijf hangen in haar eeuwige kringen,
Al kost het moeheid, worstlen, wee;
Slechts wie van haar drift lijdt, vat ook de zee
Misschien is hier inderdaad iets dat veel Vlaamse lezers ontgaat. Misschien symboliseert de wijdse zee van Verschaeve wel het Groot-Duitse Rijk waarin wij allemaal horen te verdrinken ? Dat zou wel zeer vooruitziend zijn van Verschaeve, want het dichtstuk dateert van jaren voor de Eerste Wereldoorlog. Toch willen we niet te voorzichtig zijn. Is de woelige zee misschien een metafoor voor de aankomende Holocaust ? Kunnen we in deze woorden reeds enig landverraad ontwaren ?
Quatremer ziet Herman Van Rompuy en zijn uitvoerig gedocumenteerde voorliefde voor nazi-poëzie als een symptoom van een ziek Vlaanderen, waar nog steeds straten vernoemd zijn naar Verschaeve. Daarmee illustreert Quatremer zijn fundamenteel onbegrip voor de Vlaamse omgang met Verschaeve – en bij uitbreiding het oorlogsverleden. De priester-dichter wordt in Vlaanderen vaak evenzeer met de Eerste als met de Tweede Wereldoorlog geassocieerd, want tijdens de loopgravenoorlog was Verschaeve geestelijke raadsman van de Frontbeweging. De poëtische verdiensten van Verschaeve zijn na de oorlog ook goeddeels gerehabiliteerd, en meestal werd zijn oeuvre – waarvoor hij verscheidene prijzen ontving – enigszins los van zijn collaboratieperiode bekeken.
Die heel andere houding tegenover het gedeelde, Belgische verleden van oorlog, bezetting, collaboratie en repressie bestaat al decennia. In het huidige gepolariseerde klimaat flakkert ook die tegenstelling weer op, en is zelfs een staatsman van het kaliber van Herman Van Rompuy niet meer veilig.
En, stormt hij langs de oneindige banen,
Huil, lijk uw broeder uit de bergen
Met al de stormen en de orkanen
Het eindeloos lied der grootheid mee
O wildschone meeuwe, o arend der zee.
Daniël Walraeve – www.doorbraak.be