Tijdens het afgelopen weekeinde waren er vele kunstenaars (m/v) in en rond het Hovese Kostershuisje en C.C. “De Markgraaf” te vinden. Reden : de jaarlijkse midwintertentoonstelling van de plaatselijke kunstkring De Geelhand.
Reeds voor de 29ste keer was het vrijdagavond 5 december 2014 – vlak voor Sinterklaas – verzamelen geblazen voor zo’n 100-tal Hovese kunstliefhebbers en hun fans. Schepen van Cultuur Arnold Herrebout hield de gelegenheidstoespraak (zie bijlage).
De meest uiteenlopende kunstdisciplines kwamen aan bod, zoals keramiek, aquarel, beeldhouwen en glaswerk.
Kunstkring De Geelhand telt juist 28 leden, meestal Hovenaars. Voor een kleine gemeente als Hove is dit vrij veel. Af en toe valt er eens iemand af en komt er iemand bij. De kring werkt ook nauw samen met kringen uit de regio. Ze komen drie maal per jaar samen om hun werking te coördineren.
In zijn welkomstwoordje heette voorzitter Jan Wouters ook enkele mensen van andere kunstkringen welkom.
Na de korte openingstoespraak was het tijd voor de rondgang en de receptie.
In totaal bezochten een vele kunstliefhebbers tijdens het afgelopen weekeinde deze Hovese kunsttentoonstelling. Doe zo voort en hop naar de 30ste uitgave !
****************
Inleiding bij de opening van de groepstentoonstelling
“Midwinter 29” van de Hovese Kunstkring ‘De Geelhand’,
op Vrijdag 5 december 2014 in De Markgraaf.
“Geachte Heer Burgemeester,
Collega’s Gemeenteraadsleden en Schepenen,
Geachte Dames en Heren Leden van De Geelhand,
Geachte Aanwezigen,
De muurschilderijen van Lascaux, waar de toenmalige grotbewoners in Zuid Frankrijk afbeeldingen van de wereld om hen heen op de rotswanden tekenden, zijn voor velen onder ons geen onbekenden.
Maar we moeten in Vlaanderen niet zo ver teruggaan wanneer we iets over eeuwenoude kunsttradities willen zeggen; we hebben ze zelf. En ze omvatten een breed en rijk geheel van uitingsvormen. Door onze historische banden met andere Europese culturen, hebben deze artistieke expressies van onze kunstenaars in de voorbije eeuwen internationale erkenning gekregen. Die tradities zijn gegroeid en gerijpt en een exponent van onze Vlaamse identiteit geworden.
In onze geschiedenis, zowel in periodes van economische hoogconjunctuur, met een economisch draagvlak en grote welvaart, als in tijden van crisis en ontberingen met de wil tot herstel en her-opstanding, kwamen die vele grote kunstwerken tot stand en zij getuigen nog altijd van een uitgebreid artistiek leven.
Geachte toehoorders, ik citeerde even uit “Vlaamse kunst van oorsprong tot heden”, een prachtuitgave van het Mercatorfonds, om te verwijzen naar Vlaanderens kunstgeschiedenis en naar de cultuurstromen waarvan onze kunstenaars deel uitmaakten, om dan, in een paar zinnen, te komen tot wat er vandaag in Hove op kunstgebied gebeurt. Want de beeldende kunsten in Hove, die hier vanavond aan de orde zijn, verdienen die aandacht.
Vorige week donderdag openden we het fotosalon van Parallax, ter gelegenheid van hun 25-ste verjaardag. Vandaag, voor de 29-ste keer, openen we de tentoonstelling van de kunstkring De Geelhand : “Midwinter 29. Doorkijk”. Volgend jaar wordt dat opnieuw een jubileum. En volgend jaar ook bestaat onze Gemeentelijke Kunst Academie een halve eeuw. Daarnaast zijn er in Hove initiatieven als de tweejaarlijkse “Kunst achter Glas”, hebben we dit jaar het kunstproject met de gasten van het Prinsenhof gehad en krijgen enkele jongeren van Hoveberg volgend jaar een plaats op de provinciale kunsttentoonstelling. Het is overdreven om Hove daarmee tot een kunstdorp uit te roepen, maar kunstenaars kunnen in Hove toch bogen op enige decennia geschiedenis en op een actieve aanwezigheid.
En, u weet het ook, in onze gemeente mogen wij, naast de disciplines waarin het beeldende voorop staat, ook trots zijn op wat er in de gemeente leeft op het vlak van muziek, dans en woord. Beide sectoren spreken veel Hovenaars aan op hun talenten en capaciteiten en zijn oorzaken van esthetische belevenissen, van uitzonderlijke zintuigelijke ervaringen.
Straks, bij het aanschouwen van de tentoongestelde werken, past het om even stil te staan bij de betrokkenheid van elk van de scheppende kunstenaars bij hun werk, waar zij met hun ganse persoon in geëngageerd zijn.
Natuurlijk bezitten zij de nodige of noodzakelijke technische opleiding – dank zij de uitstekende opleidingen van onze academie(s) – , maar met hun “spirit” stijgen zij daarboven uit, leggen zij een stukje van hun eigenheid in hun werk. Niet met ‘the spirit of inquiry’ van onze wetenschappers, maar met iets gelijkaardigs : ‘the spirit of fantasy’.
Waar wetenschappers en onderzoekers hun probleemoplossend vermogen baseren op verstandelijke denkprocessen die analyseren en structuren, baseren kunstenaars hun creatieve proces op hun beeld-denken, op hun fantasie; is hun verbeelding de voedingsbodem voor hun creatief-artistieke impulsen.
Wanneer een kunstenaar een situatie van onvrede, een moeilijkheid, een nog onbepaald verlangen of een uitdaging ervaart waarover hij of zij niet meteen duidelijkheid krijgt, dan leidt dat tot een of meer nachtjes erover slapen (en dromen), er een tijd op broeden, – wat men zo mooi een incubatieperiode noemt – , zodat gedachten, verbeelding en mogelijke opties op een stille onbelemmerde manier kunnen sluimeren. Tot dan er, onverwacht en onvoorspelbaar, zich een Eureka-moment aandient : dat is het, zo zou ik het kunnen doen, zo wil ik het doen. Een doorbraak, een moment waarop fantasie levendig wordt en een idee leidt waarmee kan worden geëxperimenteerd.
En het doet deugd – laten we even stilstaan bij dat mooie gezegde : het doet deugd, en nog zo een : ik doe het met mijn volle goesting – het doet deugd als de entourage dan de eigen kunstkring is. Een groep waar je gelijkgestemden vindt, waar je ervaringen en ideeën kan uitwisselen, waar je vrienden treft, waar collega’s zorgen voor onderling steun of voor een pittige discussie, waar je elkaar stimuleert en kruis-bestuift – nog zo’n heerlijk woord – en collega’s ook mag uitdagen. Om aan jezelf te bouwen, om uit de onderlinge ontmoeting voor jezelf nieuwe mogelijkheden te ontdekken en die vorm te geven.
De Geelhand, die al zoveel jaar de artistieke bedrijvigheid van de diverse kunstuitingen steunt en stimuleert, al dan niet in samenwerking met andere verenigingen, die Geelhand wordt volgend jaar dertig, een feestelijk gebeuren. (Tussen haakjes : Als een echtpaar dertig jaargehuwd is, welk soort bruiloft is dat dan ?)
Het spreekt vanzelf dat we vandaag ook een woordje veil hebben voor de instelling die al die jaren zorgde en zorgt voor de o zo noodzakelijke opleiding, onze Gemeentelijke Kunst Academie, thans in de goede handen van de onnavolgbare Boud.
Waar, tijdens de vorige bestuursperiodes, zowel accommodatie als werkingsmiddelen voor de academie werden voorzien, behoort het tot onze opdracht om zodra ook maar mogelijk de nodige bijkomende infrastructuur en uitrusting voor de verdere groei van onze academie te voorzien. Vorig jaar was daar een aanzet toe, maar bij het invoeren van de nieuwe BBC, de nieuwe Beleid- en Beheer-Cyclus, met de verplichting van een financieel evenwichtige gemeentebegroting zijn die plannen, samen met deze voor de uitbreiding van de bibliotheek, opzij geschoven.
Ik beken dat eerlijk, dat was voor mij als Schepen van Cultuur behoorlijk frustrerend. Maar we laten dat niet los. Wij blijven gaan voor een gemeente waarin vorming, opleiding, ontwikkeling ankerpunten zijn; waarin jong en oud de idee van permanente vorming, levenslang en levens-breed, voor zichzelf en voor de naastbestaanden kunnen vorm geven en beleven. Wij blijven gaan voor voldoende en passende culturele infrastructuur.
Geachte toehoorders, bij wijze van samenvatting : “The times they are a changing”, zoals Bob ons dat heeft geleerd. (Dat is niet meteen een samenvatting, maar ik wou Bob toch even citeren met het oog op de toekomst). De tijden veranderen. Het blijft onze opdracht ervoor te zorgen dat die veranderingen de cultuur in Hove in de gewenste richting stuwen.
Maak van uw bezoek aan de tentoonstelling een boeiende ervaring.
Ik dank u allen. “
Arnold Herrebout,
Schepen van Cultuur, Onderwijs en Woonbeleid.
Foto’s (c) Gazet van Hove.