MORTSEL
Landbouwbedrijven in en rond kwetsbare natuurgebieden kregen vorig jaar van de Vlaamse landbouwadministratie een groene, rode of gele code. Deze codes verwijzen naar weinig, meer of veel stikstofvervuiling in de landbouw. Natuur en landbouw wordt meer en meer een ‘en-enverhaal’. Stikstofvervuiling wordt vandaag dan ook aangepakt en dat is maar goed ook.
De postiljonroutes in Mortsel koppelen het lokale erfgoed aan onze eet- en drinkcultuur, aan duurzame plaatselijke economie. We zijn dus niet op zoek naar een massaproduct, maar naar eigen producten die via een milieubewuste en innovatieve bedrijfsvoering op de markt gebracht worden.
In Nevele loopt er een varkentje rond, dat zich onderscheidt door zijn uitzonderlijke kwaliteit en smaak: het BRASVAR’ken. We kennen het werkwoord brassen zeker. Het verwijst naar gulzig en overdadig eten en drinken. Bras is ook gekookt veevoeder.
Het smakelijke stukje vlees uit Nevele in het Meetjesland heeft een mooie gemarmerde structuur en bakt mooi aan in de pan. Naast het verse vlees is er een aanbod gekookte, gebakken en gedroogde vleeswaren, waarmee de culinaire toepassingen worden uitgebreid. Jan Beyens en Karin Theberath van de ‘Slagerij Beyens’ in de Kaphaanlei 2 – Fredericusstraat 1 willen alleen kwalitatief waardevolle producten aan de man brengen. Voor hen geldt de leuze: “Het beste is net goed genoeg!” en dat weten enkele chefs in Mortsel en Boechout naar waarde te schatten.
In de velden van Nevele wordt dit BRASVAR-varken gekweekt. Nooit was de vraag naar authentieke smaken zo groot. Chefs kweken zelf vergeten groenten, plukken kruiden uit de natuur, slagers kopen hun dieren bij lokale producenten met een verhaal. Oude receptenschriftjes van de keukenmeid zijn meer dan ooit in trek. We creëren opnieuw een keuken vol nostalgie en dat heeft men in Mortsel geweten. Gerechten uit het ‘Notabel boecxken van cokeryen’ uit het begin van de zestiende eeuw worden culinair vertaald, recepten uit ‘De spaarzame keukenmeid’ van Cauderlier krijgen een nieuw verhaal.
Kristof Verschelde en Angelique Dobbels van varkenshouderij Verbivar werken mee aan dit verhaal. Het gezonde en sterke BRASVAR-varken van vroeger dat met zijn snuit in de modder ploeterde en gevoederd werd met gekookte aardappelen en groenteafval is terug van weg geweest. In de moderne varkenshouderij valt de focus op smaak, kwaliteit en verantwoord ondernemen.
Het BRASVAR’ken is een Duroc-varken dat met uitgekiende brijvoeding wordt gevoed.Duroc-varkens zijn rood, breedgebouwd, van gemiddelde lengte en gespierd met kleine, deels hangende oren. Durocs neigen ernaar een van de minst agressieve zwijnenrassen te zijn.
De brijvoeding wordt op het bedrijf zelf samengesteld op basis van lokale producten. Er wordt maïs van eigen teelt gebruikt, olijfolie zorgt voor een fijne smaaktoets. Bij de verwerking van aardappelproducten worden de schillen zeer fijn vermalen en gestoomd tot een vloeibare aardappelmoes, de basis van het varkensvoer.
We zouden niet in Oost-Vlaanderen zitten of de graanspoeling van jeneverstoker Filliers uit Deinze wordt ook in het voer verwerkt. Mout, tarwe en rogge zijn de belangrijkste ingrediënten voor de productie van ambachtelijke jenever. De graanspoeling bevat kostbare eiwitten voor onze knorrende viervoeter. Naast maïs zorgt de kaaswei voor de nodige melkeiwitten, melksuikers en mineralen. De consument die dit vlees koopt, weet nu zeker wat hij op zijn bord krijgt. Smakelijk!
MORTSEL : weer (h)eerlijk thuis!
Foto’s (c) Dirk Brentjens.