Voorgeschiedenis Objectief V

Tijdens het V-congres in februari 2014 legde N-VA de blauwdruk vast voor confederalisme. Daar kwam met deze regering met N-VA niets van terecht. Om het confederalisme daarom verder voor te bereiden richtte N-VA in januari vorig jaar de denktank ‘Objectief V’ op met hoogleraar Hendrik Vuye en fiscaliste Veerle Wouters als voorzitters. Ze traden respectievelijk uit in hun functie van Kamerfractievoorzitter en -ondervoorzitter en werden vrijgesteld om het communautaire vuur aan te pakken. Onder Objectief V brachten ze ook hun boek De maat van de monarchie uit. Er kwam ook kritiek op Objectief V : het zou een lege doos zijn. Toen Vuye en Wouters in september vorig jaar opstapten, namen Matthias Diependaele en Sander Loones, de voorzitters van het project, het roer over. De geplande studiedagen onder Vuye en Wouters werden geannuleerd. Met ‘De toekomst ligt in Vlaamse handen’ schreven Loones en Diependaele begin december 2016 hun eerste opiniestuk als Objectief V-voorzitters, maar nu volgt dan de effectieve doorstart.

3 studiedagen

Op inhoudelijk vlak houdt Objectief V drie studiedagen in het Vlaams Parlement met confederalisme als centraal thema.

N-VA-ondervoorzitter Sander Loones en Vlaams fractievoorzitter Matthias Diependaele houden op zaterdag 10 juni hun eerste studiedag onder de naam Het gestolde land. Dat is ook de naam van het boek dat professor Erik Buyst (KU Leuven) vorig jaar uitbracht over ‘de Belgische sociaal-economische geschiedenis vol compromissen en kortetermijnoplossingen zonder duidelijke keuzes en vooral gericht op de instandhouding van het Belgische status quo’. De auteur geeft hier een uiteenzetting over. Daarnaast zal Hans Bourlon van Studio 100 getuigen over zijn ervaringen als ondernemer.

Een week later, op zaterdag 17 juni, brengt Edwin De Boeck, directeur van de N-VA-studiedienst onder de noemer ‘Twee-landen-land’ de sociaal-economische verschillen tussen de gewesten in kaart. In dezelfde sessie zal ook professor Ed Poole (University of Cardiff) spreken over regionale verschillen in het VK en de manier waarop de brexit het streven naar meer regionale autonomie versterkt.

Nog een week later zal N-VA op zaterdag 24 juni het drieluik afsluiten met de laatste sessie getiteld ‘Meer Vlaanderen : confederalisme’. Daarin zal ze aantonen hoe een confederale staatsstructuur goed is voor zowel de Vlaamse als de Waalse economie en dus voor Vlamingen én Franstaligen. Professor Stadelmann (Universiteit van Bayreuth) zal dan uitleggen hoe het Zwitserse model erin slaagt om van dat land, ondanks de grote regionale verschillen, een van de meest welvarende ter wereld te maken.

Vlaams gevoel aanwakkeren

Daarnaast wil N-VA ook het Vlaamse gevoel aanwakkeren. Eerder deelde de partij tijdens de Ronde van Vlaanderen duizenden gele petjes uit en begin mei brengt N-VA presenteert de partij het boek Onvoltooid Vlaanderen, een vlot leesbaar overzicht van bijna 200 jaar Vlaamse ontvoogdingsstrijd, uitgegeven door Uitgeverij Vrijdag, en van de hand van de gerenommeerde historicus Frank Seberechts (ADVN). De Vlaams-nationale partij zal dit boek zelfs gratis verdelen onder haar kaderleden.

Confederalisme onvermijdelijk

In het ledenmagazine houdt voorzitter Bart De Wever ook opnieuw een pleidooi voor confederalisme. ‘Wij willen geen ellenlange onderhandelingen meer waarbij de Vlamingen mogen betalen voor een staatshervorming die geen werkelijke bevoegdheden met zich meebrengt. Wij willen een echte ommekeer waarbij de deelstaten alle bevoegdheden krijgen, om vervolgens te beslissen wat men nog samen wil doen. Elke hervorming die de Vlaamse beweging ooit heeft gevraagd, is er uiteindelijk gekomen. Ook al heette die steeds onmogelijk of onrealistisch te zijn. De volgende onvermijdelijke stap is die naar confederalisme.’

Foto’s (c) Gazet van Hove – coverfoto : Voorstelling boek Vuye & Wouters, Wemmel, 2017