www.doorbraak.be – door Eddy Daniels .
Op de VRT-Nieuwssite (10/03) verscheen een opmerkelijke opinie van een jongedame van Belgisch-Maghrebijnse origine, Yousra Llouh, een achttienjarige studente politieke wetenschappen aan de UGent. Zij reageerde op een eerdere opinie van de Belgisch-Iraanse N-VA-politica Darya Safai. Darya had gezegd dat de hoofddoek ertoe diende de vrouwen te leren gehoorzamen aan een patriarchale machocultuur. Yousra vond dat ‘ronduit belachelijk’. Haar bewijs ? Haar vader is een gelovige moslim en ziet graag dat zijn zes dochters de hoofddoek dragen. Drie van hen doen dat, drie (waaronder Yousra) niet. Zodus. Darya had ook gezegd dat meisjes die dit niet doen riskeren om uitgestoten te worden door hun familie, beledigd te worden op straat en schrik hebben later geen huwelijkspartner te vinden. Maar dat is bij Yousra niet het geval, haar vader laat zijn kinderen vrij.
Het is ‘de Belgische maatschappij’
De Romeinen noemden dat ‘ab uno disce omnes’: als je er één kent, ken je ze allemaal
Het is natuurlijk leuk voor Yousra dat zij zulk een fijne papa heeft, maar haar bewijsvoering is van hetzelfde niveau als ‘een Marokkaan heeft een handtas gestolen, dus zijn alle Marokkanen handtassendieven’. De Romeinen noemden dat ‘ab uno disce omnes’: als je er één kent, ken je ze allemaal. Dat is pas echt belachelijk. Maar Yousra gaat verder : kan Darya haar een meisje tonen dat door haar familie werd uitgestoten om die reden ? Misschien doet zich dat voor in de Iraans-shi’itische cultuur, suggereert ze, maar niet in de hare (sunnitische). Als het Yousra een troost kan zijn : ik ken wel een Marokkaans meisje dat door haar familie werd uitgestoten, omdat ze zegde niet meer in de islam te geloven, en ik ken verschillende mannen uit de Beweging van ex-moslims die ernstige bedreigingen kregen vanuit hun omgeving indien ze openlijk voor hun mening zouden uitkomen. Yousra geeft met haar boude getuigenis dus te kennen dat zij slechts een beperkt segment van de Marokkaanse gemeenschap kent, en dat zij daarbij geluk heeft gehad. Maar er is meer.
Yousra daagt Darya uit om met haar over de Turnhoutse Baan te wandelen om haar te tonen dat meisjes zonder hoofddoek niet beledigd worden. Nu ligt de Turnhoutse Baan wel in Antwerpen, maar in Brussel draaide een studente een film met verborgen camera ‘Femmes de la rue’, waarin een hele reeks beledigingen getoond werden van Maghrebijnse mannen aan het adres van niet eens zo luchtig geklede vrouwen. Yousra kent dus het bestaande bewijsmateriaal niet, of ze wil het niet kennen. Maar ze beweert ook dat het omgekeerde het geval is :
‘Ik zal u eens vertellen welke meisjes beledigd worden op straat. Die meisjes die wél een hoofddoek dragen. Die meisjes die zich gewoon willen integreren in de maatschappij, maar worden bestempeld als niet integrerend omwille van hun hoofddoek. Die meisjes worden beledigd op straat niet door de moslimgemeenschap, maar door de Belgische maatschappij. Als u zich echt bekommert om de onderdrukking en om meisjes die beledigd worden, pak het probleem aan door zij die een hoofddoek dragen niet te onderdrukken, ze te verplichten die uit te doen en ga het probleem aan door er voor te zorgen dat ze als volwaardig in deze maatschappij worden geaccepteerd’.
Een volslagen onkunde etaleren
er is vooral haar volslagen onkunde over de inzet van het hoofddoekendebat
Er zijn drie bedenkingen mogelijk bij deze passage. Er is eerst dat autoritair toontje, zo van ‘ik zal het u eens zeggen’. Er is vervolgens de aanklacht niet tegen individuen die zich misdragen maar tegen ‘de Belgische maatschappij’ in haar geheel. Strikt genomen is dat racistisch. Maar er is vooral haar volslagen onkunde over de inzet van het hoofddoekendebat. Dit speelt zich niet af op straat, waar ‘de Belgische maatschappij’ geen kledingvoorschriften hanteert (behalve tegen inbreuk op de goede zeden en volledige gelaatsbedekking, wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt maar dan in omgekeerde zin). Het hoofddoekendebat speelt zich in twee duidelijk omschreven omgevingen af : in de scholen; en op de werkplaats.
In de scholen is het, sinds de heibel rond het Antwerpse atheneum, inzet van debat omdat nogal wat directies stellen dat de hoofddoek een vorm van segregatie introduceert die het pedagogisch project in de weg staat, de vorming van de kritische burger. Ik laat hier in het midden of dit zo is, maar ook die scholen die de hoofddoek intern verbieden, maken er geen bezwaar tegen als de meisjes die dragen buiten de schoolmuren (er zijn daar in het Antwerps atheneum zelfs speciale kapstokken voor voorzien). En er is de spanning op de werkplaats. Bedrijven en overheden leggen sinds jaar en dag een vaak impliciete kledingcode op. Een vertegenwoordiger die in contact komt met het publiek dient meestal pak en das te dragen. Bedrijven en overheden dulden niet dat hun werknemers de werkplaats gebruiken om politieke of religieuze boodschappen uit te dragen. Ik laat hier eveneens in het midden of de hoofddoek om die reden dient geweigerd te worden, ik stel slechts vast dat dit niet geheel ‘de Belgische maatschappij’ is.
Eenzijdig gemengde huwelijken
Maar de kromme redenering van Yousra gaat verder, als ze inhakt op Darya’s bewering als zouden meisjes zonder hoofddoek vaak schrik hebben geen man te vinden : ‘Als u wat meer uw ogen zou openen, zou u zien dat er de dag van vandaag veel gemengde huwelijken bestaan’. Die redenering is krom omdat er de dag van vandaag inderdaad veel Maghrebijnse mannen zijn die met autochtone meisjes trouwen, en dat kan probleemloos omdat een moslimman als toekomstig hoofd van het gezin perfect een niet-moslimsvrouw tot zich kan nemen, die daardoor automatisch moslima wordt, zonder dat haar mening zelfs maar gevraagd wordt. De problemen komen vaak achteraf met veel traumatiserende parentele ontvoeringen, onder andere.
een moslimvrouw mag niet met een dhimmi of kafir huwen, tenzij die zich bekeert
Het omgekeerde is niet het geval, een moslimvrouw mag niet met een dhimmi of kafir huwen, tenzij die zich bekeert. Het volstaat te herinneren aan het beroemde geval van de Korangeleerde Nasr Abu Zayd, die voorstelde de Koran te bestuderen met dezelfde technieken die in het Westen gebruikt worden om de Bijbel te bestuderen. Hij werd door het Egyptische al-Azhar, in de sunnitische wereld zoveel als het Vaticaan, tot afvallige bestempeld en zijn huwelijk werd ontbonden verklaard omdat zijn echtgenote, zelf een hoogleraar, niet mocht getrouwd blijven met een ongelovige, ook al wilde ze dat wel.
Argeloosheid blijft geen excuus
‘Natuurlijk is het niet oké als iemand gedwongen wordt een hoofddoek te dragen, daar ben ik ook openlijk tegen. Maar dat is heus niet het geval hoor,’ verzekert Yousra nog. Haar argeloosheid siert haar, maar ik vrees toch dat het leergezag van al-Azhar iets sterker doorweegt dan de boude beweringen van iemand die zichzelf betitelt als ‘een achttienjarige snotaap als ik’. Ik heb alle respect voor een achttienjarige die assertief voor haar mening uitkomt, en ik wens haar vruchtbare studies toe. Maar het zou toch wel goed zijn als zij voor zichzelf eens zou uitmaken wat die andere bewering van haar betekent :
U maakt zich meer druk over de hoofddoek dan de moslimgemeenschap zelf
‘U maakt zich meer druk over de hoofddoek dan de moslimgemeenschap zelf. De hoofddoek is een miniem, oppervlakkig deelaspect van de islam. Ons geloof houdt zoveel meer in’.
Wàt houdt dat geloof voor haar dan precies in ? Tot nu toe zie ik dat ‘de moslimgemeenschap’ zich druk maakt over uiterlijkheden als de hoofddoek of halal eten, antropologische gebruiken zou je kunnen zeggen. En dat die zeer actief gepromoot worden om segregatie te bewerkstelligen. Het is alsof katholieken zich nog steeds druk zouden maken over de vraag of je ’s vrijdags vlees mag eten of niet. Over de werkelijke kern van waar de zogezegd moderne islam voor zou staan, hoor ik van moslims bijzonder weinig, tenzij wat sussende uitspraken bij zogezegd ‘liberale’ woordvoerders die haaks staan op wat ik in de Koran en de Hadith kan lezen. Het is mijn stellige indruk dat de goed bedoelende moslim(a)’s als Yousra zelf niet weten waar de islam eigenlijk voor staat en dus zomaar wat beweren. Het zou goed zijn als zij hun eigen geloofsbronnen eens zouden inkijken.
Foto’s © Gazet van Hove.