Waarom het Vlaamse onderwijsland aan een bijltjesdag toe is

Het kot is -opnieuw- te klein in onderwijsland, nadat -weerom- een alarmerende PISA-studie is verschenen over het onderwijsniveau in Vlaanderen, meer bepaald dit keer de leesvaardigheid van 15-jarigen. Aziatische tijgers als Singapore, China en Hong Kong voeren de lijst aan. In Vlaanderen haalt 1 op 5 scholieren het minimumniveau niet voor begrijpend lezen, ook voor wiskunde is de trend dalend. Dat is niet nieuw, het Vlaams onderwijs boert al een decennium achteruit en er werd al een paar keer alarm geslagen, ook onder voormalig minister Hilde Crevits, die nooit meer deed dan beloven dat ze de gegevens ging ‘analyseren’. Ondanks alle leerplannen en eindtermen kwam het nooit tot een sluitende langetermijnvisie inzake kwaliteitszorg, men bleef maar broddelen, waarbij ook het officiële en het vrij (katholiek) onderwijs nog eens met mekaar in de clinch gingen. In januari 2018 kwam in Doorbraak het probleem al eens ter sprake, en werd gewezen op de dubieuze rol die onderwijsexpert Dirk Van Damme speelt.

Van Damme, ondertussen zelf OESO-expert, wordt ook vandaag overal opgevoerd om de cijfers van het PISA-rapport te interpreteren. ‘Er is te veel nonchalance in het onderwijs geslopen’, jammert hij, en wijst vooral de verwaarlozing van het Nederlands aan als euvel, ingegeven door de ijver om allochtone jongeren met een taalachterstand niet teveel te belasten. Dat klopt helemaal. Maar het curriculum van Dirk Van Damme leert ons dat hij al van 2003 een sleutelrol speelde in de hervorming van het onderwijs, en tussen 2004 en 2008 kabinetschef was van minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A).

Een beetje Nederlands

onderwijsWikipedia / (c) Filip Naudts

Dirk Van Damme

In De Morgen van 26 januari 2018 sloeg onze expert voor het eerst een mea culpa, onder de kop ‘We zijn te naïef geweest over integratie’. Het is een verbazingwekkend interview, waarin een van de grote architecten van de onderwijshervorming zijn eigen krakkemikkig bouwsel sloopt. We lezen zinnen als ‘Het idee dat welbevinden haaks staat op ambitie, is fundamenteel fout’  en ‘Ons taalbeleid voor migrantenleerlingen is in het algemeen te laks geweest’. We hebben te veel dit en te weinig dat, het zal ondertussen je kind maar wezen, een hele generatie naar de kloten. Tussen de regels vernemen we dat minister Frank Vandenbroucke zelf wél bekommerd was om het handhaven van niveau en het belang van excelleren, maar dat vooral zijn raadgevers uit de socialistische stal het anders zagen, en het multiculturele dogma wilden doorduwen. Raadgevers als Dirk Van Damme dus, nu diensthoofd van het Centre for Educational Research and Innovation van de OESO.

Met als absoluut fetisj de brede eerste graad, werd vooral gehamerd op culturele diversiteit en een bescheiden rol voor het Nederlands, hetgeen GO-topvrouw Raymonda Verdyck, ook van socialistische komaf, zelfs inspireerde om het klaslokaal op te delen in verschillende taalgroepen, waarbij onze taal hooguit de status van lingua franca kon hebben, een soort laagdrempelige gebruikstaal om de klasagenda’s te vullen.

De recente cijfers spreken nu voor zich. Niet alleen boeren we globaal achteruit inzake begrijpend lezen (lezen met inzicht en zin voor context en achtergrond dus), maar de kloof tussen allochtone en autochtone leerlingen blijft even groot : de multiculturele aanpak faalde over gans de lijn, en hielp ook de leerlingen met een migratie-achtergrond niet vooruit. Edoch, zelfs nu draait Dirk Van Damme in De Afspraak  en op Radio 1  zijn riedel af : ‘de slinger is te ver doorgeslagen’, te veel nonchalance’, ‘de logge tanker moet gekeerd worden’, en blabla. Het brein van onze Vlaamse OESO-expert lijkt zelf te functioneren als een logge tanker. Zeg nu toch eens gewoon, mijnheer Van Damme, dat kwaliteitsonderwijs drijft op een leidcultuur waarvan de taal de actieve motor vormt. Of is dat vloeken in de socialistische kerk ?

Maïzena

Ben Weyts kan beginnen puin ruimen

Dat het Nederlands als leidtaal essentieel is in de klas, zo ver was kersvers onderwijsminister Ben Weyts ook al. Maar taal is geen lege container. Ze bevat een woordenschat, semantiek, syntaxis en een collectief intellectueel eigendom, gemeenzaam cultuur genoemd. Deze is dynamisch, veranderlijk, flexibel, maar tegelijk ook sturend en voedend. Een leidcultuur dus, die onze waarden koestert – met alle sympathie, Marokkanen en Turken – en dan heb ik het niet over de ballekens in tomatensaus maar een Vlaams-Nederlandse cultuurcanon ingebed in het Europese humanisme en zijn vertegenwoordigers, van Petrarca over Voltaire tot Beckett. De integratie zal totaal zijn, of niet zijn. Misschien is het dat wat minister Weyts bedoelde met zijn in het Vlaams Parlement gelanceerde motto : ‘Pisa moet maïzena worden’.

Voor welke saus die maïzena moet dienen, is vooralsnog onduidelijk. ‘Kunnen we de negatieve spiraal van de desalfabetisering keren ?’ vraagt iedereen zich af. Neen, dat gaat zomaar niet. De huidige generatie jonge leerkrachten is ook gevormd in de taalrelativistische ideologie, en kan zelf amper foutloos schrijven, hoe zouden ze de liefde voor het Nederlands dan kunnen doorgeven. Spijtoptant Dirk Van Damme gewaagt daarenboven van een complete kaste van vast benoemde inspecteurs en begeleidingsdeskundigen die het eerste decennium van deze eeuw (toen hij dus kabinetschef onderwijs was) op de scholen werden losgelaten, en die nu nog steeds de plak zwaaien met alle gevolgen van dien.

Het is deze bureaucratie die waakt over de handhaving van het nivelleringsproces en de taalverloedering. Invulboeken vervingen het schrijven van complete zinnen, dt-fouten deden er niet meer toe, een volwaardig opstel schrijven werd beschouwd als iets ouderwets en te hoog gegrepen voor jongeren met een migratie-achtergrond. Dat is het echte schandaal : dat de topexperten van toen, genre Dirk Van Damme, een leger mandarijnen in het veld hebben gestuurd die goed menende leerkrachten in het gareel deden lopen en de nivelleringsdoctrine door de strot jaagden. Minister Ben Weyts heeft Dirk Van Damme aangesteld ‘om het tij te doen keren’, lezen we. Is het niet beter om dit soort gebuisde experten wandelen te sturen ?

Slim internetten

Een drastische koerswijziging ten voordele van een Nederlandstalige leidcultuur is één ding. Aan de andere kant is de ontlezing ook te wijten aan de audiovisuele dominantie op het internet, waar hooguit een primitief Engels de voertaal is. Uiteraard een wereldwijd fenomeen. Youtube en Instagram zijn dé favoriete kanalen van de jeugdcultuur, voor zo ongeveer elk onderwerp. Je moet er niet voor kunnen lezen, alles wordt voorgesteld met plaatjes en ondersteund door muziek of commentaar. Het resultaat is weerom een verschraling van de taligheid en – ze gaan altijd samen – van het intellectueel inzicht. Jongeren hun smartphone afpakken zal niet helpen. En in topland Singapore is het internet ook alomtegenwoordig. Of waarom hier een bijltjesdag gepast lijkt. Niet alleen Dirk Van Damme moet dus dringend op pensioen, ook de hele inspectiestaf is aan vervanging toe. We wensen minister Weyts veel geluk, ik hoor de vakbonden nu al steigeren. Helaas, het bouwsel is rot en een beetje opkalefateren helpt niet. Het is absoluut nodig dat een nieuw, ambitieus kader wordt gevormd van begeleiders die het veranderingsproces ondersteunen, in samenwerking met de leerkrachten en directie.

In dat opzicht is een nieuwe educatieve benadering van het web dringen aan de orde. Het internet is een gigantische wereldbibliotheek, helaas met boeken die compleet door elkaar zijn geraakt en zelfs met bladzijden die overal rond dwarrelen. Waardevolle info, rommel en fake news vormen één groot moeras. Kan een taalleerkracht hier niet fungeren als mediator en gids ? 

Het is eigenlijk verbazingwekkend dat sociale media en webgebruik op een gestructureerde manier nauwelijks aan bod komen in het secundair onderwijs. Webgewijs leren onderscheiden en filteren vormt dé nieuwe uitdaging : de heralfabetisering zal digitaal zijn of niet zijn. Want dit gaat wel degelijk over leescultuur. Zoekstrategieën ontwikkelen, teksten decoderen, kritische evaluatie van bronnen : daarover gaat begrijpend lezen in het Googletijdperk. Er is meer dan Youtube en Instagram, niet alles is vatbaar in een SMS-tussentaaltje. Uiteindelijk staat ook deze tekst op het web, wie zou beweren dat het internet niet deugt ?

Johan Sanctorum

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Foto’s (c) Gazet van Hove .