Vooruitblik: Europese Commissie stelt nieuw asiel- en migratiepact voor
Vandaag stelt de Europese Commissie haar langverwachte nieuwe asiel – en migratiepact voor. De mensonwaardige toestanden op het Griekse eiland Lesbos bevestigen de nood aan een volledig nieuw Europees migratiebeleid. Maar ook dit nieuwe pact dreigt een zoveelste slag in het water te worden. ‘Met de massamigratie richting Europa zitten we op volledig nieuw terrein. Jammer genoeg is een open debat hierover niet langer mogelijk,’ stelt Piet Emmer, emeritus professor Europese expansie en migratie aan de universiteit van Leiden.
Zenuwachtigheid om migratiepact
De zenuwen staan strak gespannen, zowel in Brussel als in een aantal Europese hoofdsteden die traditioneel weinig op hebben met een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid. Landen zoals Polen of Hongarije zitten helemaal niet te wachten op een soort van Europese verdeelsleutel om vluchtelingen beter te spreiden en zo de druk op grenslanden zoals Griekenland of Italië te verlichten. In Athene hopen ze dan weer dat Europa zich bereid zou tonen om een nieuw onthaalcentrum op Lesbos samen met de Griekse overheid te runnen. Het recente verleden toonde al aan dit dit in praktijk lang niet zo eenvoudig is.
Begin dit jaar ging de bemanning van een Deens reddingsschip, dat in opdracht van het Europese grensagentschap Frontex in de Griekse wateren patrouilleerde, al in de clinch met Griekse ambtenaren. De Denen weigeren resoluut om opgepikte vluchtelingen opnieuw in een bootje richting Turkije te sturen. Maar ook in alle andere Europese lidstaten ligt de kwestie bijzonder gevoelig : de al niet bepaald onomstreden vluchtelingendeal met Turkije is de facto morsdood, en geen enkel land zit te wachten op een herhaling van de vluchtelingenstroom van 2015. Intussen neemt de druk op onder meer Italië, Griekenland en Spanje opnieuw toe.
Met andere woorden : de politieke speelruimte voor de Europese Commissie is in deze bijzonder beperkt. Terwijl iedereen het er intussen wel min of meer over eens is dat de huidige aanpak echt onhoudbaar is. Niet vanuit humanitaire, maar al evenmin vanuit politieke of pragmatische overwegingen.
Zwart-witdenken voorbij
In zijn recente boek (2018) Het zwart-witdenken voorbij probeert de Nederlandse historicus Piet Emmer het actuele debat rond kolonialisme, slavernij en migratie onder meer ook vanuit een historisch perspectief te kaderen. Hij toont zich bijzonder pessimistisch over de aanpak van het migratieprobleem in Europa. ‘Het probleem is dat dit thema vandaag dermate gepolariseerd is dat het onmogelijk geworden is om er nog in alle openheid over te overleggen.’
Het Europese asiel- en migratiebeleid staat uiteraard al jaren onder zware druk, en hierbij is de toestand vandaag op Lesbos eigenlijk niet meer dan een voorspelbare trieste epiloog. Waar is het fout gelopen, en hoe plaatst u de huidige migratieproblematiek in een historisch perspectief ?
Piet Emmer : ‘Daar loopt het al meteen fout: het uitgangspunt dat de meeste Europese politici of denkers vandaag hanteren, is totaal verkeerd. De huidige migratiegolf richting Europa zou iets tijdelijks zijn. Een fenomeen aangestuurd door een burgeroorlog hier en daar, of door een klimaatramp. Niets is minder waar : arme mensen zijn de voorbije decennia wereldwijd massaal naar rijkere gebieden beginnen te migreren, ook als ze niet te lijden hadden onder pakweg een burgeroorlog of een uitzonderlijke droogte. Dit heeft, paradoxaal genoeg, alles te maken met hun verbeterde welstand : vroeger hadden ze eenvoudigweg geen geld om naar Europa te trekken, vandaag kunnen almaar meer Afrikaanse families die centen wél samenbrengen. Zij beschouwen die tocht als een investering, en op die visie heeft zich de voorbije jaren ook een hele industrie van mensensmokkelaars geënt. Tegelijk is die migratiegolf ook voor de landen van herkomst zelf een behoorlijk aantrekkelijk perspectief : onderdanen die er effectief in slagen om in Europa een nieuw leven uit te bouwen, sturen veel meer geld terug dan ze ooit in eigen land zouden kunnen verdienen. Migranten willen nu dus vooral vanuit economische overwegingen naar het rijke westen, en dat zal ook in de toekomst zo blijven.’
Europa is de VS niet
U stelt dus : met allerlei ad hoc-oplossingen raken we op langere termijn nergens ?
‘Inderdaad. De eenvoudigste oplossing is dan uiteraard om iedereen gewoonweg binnen te laten, en daarvoor verwijzen sommige politici wel eens naar echte migratielanden zoals de VS. Maar ze vergeten daarbij wel dat de situatie in de negentiende eeuw in de VS helemaal niet vergelijkbaar was met de toestand vandaag in Europa.’
Waarom dan ?
‘De Europese migranten die in de VS aankwamen, belandden eerst op Ellis Island. Daar kwamen ze terecht in grote loodsen, waar ze een hoge trap op moesten alvorens hun opwachting te maken bij de immigratiedienst. Rudimentair gesteld was dit toen zowat het belangrijkste criterium : wie die trap niet op kon, maakte weinig kans om toegelaten te worden tot de VS. Met andere woorden : de Amerikaanse economie had toen vooral nood aan mensen die krachtig en gezond genoeg waren om de handen uit de mouwen te kunnen steken.
Anno 2020 hebben we dit soort mensen amper nog nodig in Europa : onze hoogontwikkelde arbeidsmarkt is vooral op zoek naar hoogopgeleide profielen. Maar vandaag zitten we in een situatie waarbij de bijdrage van het overgrote deel van de laaggeschoolde migranten in Europa aan de welvaartsstaat heel lang negatief blijft. Ze moeten eerst jarenlang geld ontvangen van de overheid om zich sociaal overeind te kunnen houden, om hun kinderen naar school te kunnen sturen en om toegang te hebben tot medische zorg. Daarin schuilt meteen ook het grootste verschil met de migratiegolf van twee eeuwen geleden in de VS: laaggeschoolde arbeidsmigranten hebben in onze kenniseconomie gigantisch veel meer tijd nodig om zich qua inkomen op eenzelfde niveau te hijsen als de autochtone bevolking. Daar hangt dan ook een bijzonder hoog prijskaartje aan vast.’
Buitenlandse werkkrachten
Nochtans zijn het vooral die buitenlandse werkkrachten die vandaag de jobs aan de onderkant van onze arbeidsmarkt invullen. Van de bouwsector over de tuinbouw tot de schoonmaakdiensten ?
‘Daar heeft u deels gelijk in, maar bekijkt u het even vanuit een ander perspectief : als we voor die jobs voornamelijk een beroep willen doen op migranten, dan moeten we daarvan ook de sociale en economische consequenties aanvaarden. Zo’n mensen werken hier doorgaans tegen een laag tot zeer modaal loon, waarbij ze ook nog deels gesubsidieerd worden door mensen met een hoger loon omdat zij zelf te weinig overhouden om onze welvaartsstaat overeind te houden. Bijvoorbeeld via hun belastingen. Omdat ze vaak ook in een nog wat kwetsbaardere positie zitten dan de autochtonen onderaan de arbeidsmarkt, zullen ze ook vaker een beroep moeten doen op allerlei sociale voorzieningen, waardoor de betaalbaarheid daarvan stilaan voor iedereen onder druk komt te staan. Op langere termijn leidt zoiets dan tot het ontstaan van populisme, dit hebben we de voorbije jaren overal in Europa kunnen vaststellen.’
Een mogelijke tussenoplossing zou erin kunnen bestaan om hier een bepaald aantal arbeidsmigranten toe te laten – al was het maar omdat onze arbeidsmarkt hen best kan gebruiken – maar in eerste instantie ook de toegang tot onze sociale voorzieningen te beperken ?
‘Het kalf ligt inderdaad hier gebonden : als ontvangende maatschappij kunnen we de deur niet zomaar wagenwijd openzetten. Tenzij we die migranten inderdaad ook de toegang tot ons hele sociale systeem ontzeggen. Dit is ook min of meer de aanpak die ze vandaag in de VS huldigen. De hamvraag hierbij : willen we dit wel in Europa ? Onze welvaartsstaat is bijzonder goed uitgebouwd, met een zeer hoge graad van solidariteit. Aanvaarden wij nog dat we bijvoorbeeld her en der mensen bedelend aan de supermarkten zien rondhangen, bij gebrek aan inkomen én sociaal opvangnet ? Zo’n aanpak vraagt dus duidelijke politieke keuzes, maar Europa schuift die hete aardappel consequent voor zich uit.
Misschien zijn er ook nog andere opties: je zou kunnen denken aan een soort rotatiesysteem, waarbij je arbeidsmigranten hier slechts voor enkele jaren toelaat. Of je zou mensen kunnen selecteren op basis van hun fysieke geschiktheid om bepaalde jobs uit te oefenen, en hen verbieden om achteraf ook hun verwanten te laten overkomen zodat ze op zekere dag ook effectief terugkeren, maar dit is natuurlijk bijzonder hard. En zo hard zijn we in Europa niet meer, nog los van het feit dat het wellicht ook onrealistisch is om te verwachten dat je hier pakweg 100.000 Malinezen een jaar lang zou laten werken en dat zij vervolgens braafjes zouden terugkeren. Ik vrees eerlijk gezegd dat we er momenteel echt niet uit raken : onze welvaartstaat is voor iedereen hier een bijzonder groot goed, maar ze is helaas ook ontworpen op maat van een samenleving zonder migratie. Solidair naar binnen, vijandig naar buiten. En let wel, dit geldt niet enkel voor niet-Europeanen. Probeer u maar eens een vaste baan te versieren in Nederland, als Vlaming: dit is echt geen makkie.’
Migratie en de welvaartstaat
Tegelijk is een zekere hypocrisie ons natuurlijk niet vreemd : hoogopgeleide kenniswerkers ontvangen wél met open armen ?
‘Dat klopt, maar die dragen met hun hoge salarissen ook sterk bij aan die welvaartsstaat. En ze zullen niet zo snel onderdak zoeken in gesubsidieerde woningen. Dus ja, we hebben er vooral voordeel bij om die mensen binnen te halen. Ik vrees echt dat migratie en naastenliefde niet zo goed samengaan. Kijk naar de migranten die nu – vaak al maandenlang – op Lesbos vastzitten. In theorie zouden we die perfect over alle Europese lidstaten kunnen verdelen, bijvoorbeeld a rato van het gemiddelde inkomen per land.
Maar dan beginnen politici te rekenen : per migrant kost die opvang ons flink wat geld, en we weten intussen ook dat migranten uit de derde wereld haast nooit in staat zijn om hier op korte termijn een modaal inkomen uit arbeid te verwerven. En bovendien zal die hervestiging in praktijk ook nooit werken : haast elke economische migrant weet bij zijn vertrek al perfect in welk Europees land hij zich wil vestigen. Bijvoorbeeld omdat hij daar al kennissen of familie zitten heeft, die hem dan hopelijk op weg kunnen helpen. Het is dus een illusie te denken dat je die zomaar kan hervestigen in landen zoals Bulgarije of Polen.’
Met andere woorden : de Europese politiek zit in een patstelling ?
‘Wel, de “nette” politici zouden minstens de moed moeten opbrengen om de bevolking uit te leggen wat de opties zijn, en wat daarvan dan de gevolgen zijn. Dit gebeurt nu niet, en intussen maken de populistische politici daar handig misbruik van.’
Asiel en migratie
Er speelt ook nog iets anders : we vertrekken in Europa steevast vanuit een dubbele logica als het over migranten gaat : economische vluchtelingen zijn we liever kwijt dan rijk, maar voor asielzoekers die gegronde redenen hebben om hun geboorteland te ontvluchten, houden we in theorie de deur wel open. Alleen blijkt het op het terrein vaak bijzonder lastig en arbeidsintensief om dat onderscheid te maken ?
‘Dat klopt, in praktijk is het vaak onmogelijk om die twee categorieën uit elkaar te houden. Bovendien botsen we dan ook beleidsmatig op hetzelfde probleem. Zowel de asielzoeker die uit Syrië vlucht voor de burgeroorlog als de gelukszoeker uit Afrika die hier droomt van een behoorlijk inkomen, zullen immers proberen om dankzij hun nieuwe status hier het onderste uit de kan te halen voor zichzelf.
Voor een asielzoeker met een ingenieursdiploma op zak betekent dit dat hij liever in Duitsland dan in Hongarije zal terechtkomen, omdat de Duitse arbeidsmarkt nu eenmaal een stuk aantrekkelijker oogt. Voor een economische gelukszoeker geldt hetzelfde : hij verkiest een land met uitstekende medische en sociale voorzieningen boven een armere EU-lidstaat. En dus denk ik dat we veel meer moeten inzetten op de opvang van mensen in de regio waar ze vandaan komen. Om de eenvoudige reden dat je daar met het beschikbare budget veel meer kan aanvangen.’
Dat hebben we de voorbije jaren toch ook geprobeerd, met de bekende gevolgen ? Reusachtige vluchtelingenkampen in Libanon, een zeer omstreden deal met een Turkse despoot, en een volledig mislukte aanpak aan de Griekse grenzen.
‘Daar heeft u volledig gelijk in, maar ik pleit dan ook voor echte EU-opvangcentra in die landen, waar de EU ook de volledige verantwoordelijkheid draagt. Van de infrastructuur tot de handhaving van de openbare orde. Nu geven we landen in de regio een zak geld en laten we hen vervolgens in de kou staan. Bovendien gaat het dan doorgaans ook om gefragmenteerde initiateven van aparte EU-lidstaten, en niet om een echt gemeenschappelijke EU-aanpak. Uit die centra zouden we dan ook mensen kunnen selecteren die, eventueel na een extra opleiding, binnen de EU aan de slag kunnen tegen een behoorlijk salaris.’
Hoge muren
Een ander denkspoor, dat uiteraard enkel op lange termijn vruchten zal afwerpen, is veel sterker inzetten op de economische ontwikkeling van de herkomstlanden en de EU ook meer openstellen voor landbouwproducten uit die landen. Ziet u daar heil in ?
‘Om eerlijk te zijn : ik vrees dat een lichte verhoging van de welvaart in de landen van herkomst zeker op korte termijn vooral tot nog grotere migratiestromen richting Europa zal leiden.’
Tegenstanders van een strengere aanpak werpen dan weer op dat je migratie nooit echt zal kunnen stoppen en dat almaar hogere muren optrekken dus totaal zinloos is ?
‘Kijk, in de VS zijn er vandaag miljoenen illegale migranten aan de slag, ondanks de bijzonder strenge controles. Dat lijkt die theorie dus te ondersteunen, maar je kan geen appelen met citroenen vergelijken : in de VS bestaat er geen sociale zekerheid die vergelijkbaar is met Europa, en dus komt de welvaartsstaat er ook niet in gevaar. Dus nogmaals : willen we de illegale migratie hier door de vingers zien, dan moeten we ook aanvaarden dat onze maatschappij een stuk harder en minder solidair zal worden. Vergelijkingen met andere systemen of met het verleden kunnen ons hier niet helpen, we zitten echt op volledig nieuw terrein. Daarom is het ook zo jammer dat een open debat hierover min of meer onmogelijk geworden is : iedereen graaft zich in in de eigen loopgraven, en de polarisatie is totaal.’