Pensioenminister Karine Lalieux (PS) hield niet eens de schijn hoog. Met haar voorstellen voor een pensioenplan, die ze eind vorige week presenteerde, tonen de minister en de PS aan dat ze gewoon niet geïnteresseerd zijn in pensioenhervormingen, laat staan in een effectief sociaaleconomisch beleid. Dat ergert de Vlaamse coalitiepartijen CD&V en Open Vld, maar ze hadden beter moeten weten.
De trofee van links
Wat de voorbije dagen rond het pensioenprobleem gebeurd is, was volledig voorspelbaar. Een jaar geleden werd snel een vaag regeerakkoord bijeen geschreven waarin de gevoelige punten op het einde door de latere staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS) werden weggehaald. Bij de pers circuleerden versies van het regeerakkoord waar de schrappingen in de tekst en de auteur – Dermine dus – nog instonden. Wat de pensioenen betreft, stond één zaak vast : links haalt zijn grote trofee binnen met het minimumpensioen van 1.500 euro voor een volledige loopbaan. Voor de rest zou een hervorming worden voorbereid en zouden alle heikele thema’s inderdaad worden bekeken, zonder echter een garantie dat er echte hervormingen komen.
Drie principes
Lalieux heeft haar kabinet daarop laten werken en dus kwam ze uit bij een radicaal-links pensioenplan dat gebaseerd is op drie principes. 1. De loopbanen worden opnieuw korter, want in plaats van na 44 jaar werken kunnen sommige werknemers al na 42 jaar met pensioen. Dit heeft geen grote impact, want slechts 6.000 mensen kunnen ervan profiteren. Dat is weinig op meer dan twee miljoen gepensioneerden. 2. Men heeft al na 10 jaar effectief werken recht op een minimumpensioen. Daarbij wordt ook het deeltijds werk en de periodes als jobstudent geteld. Hallucinant, maar logisch vanuit het radicaal-linkse perspectief van de PS. 3. De betaalbaarheid is geen probleem. Dat komt er vanzelf als de werkzaamheidsgraad stijgt naar 80 procent en er meer sociale bijdragen en belastingen worden betaald. Al is dat doel totaal irrealistisch met een huidige werkzaamheidsgraad van 70 procent (amper 65 procent in Wallonië) en geen enkele maatregel die dat cijfer kan omhoog halen.
Georkestreerd
Ja, de voorstellen van Lalieux zijn een zogenaamde openingszet, maar het zou naïef zijn te denken dat er na onderhandelingen een pensioenplan uit de bus komt dat nog maar een beetje naar rechts opschuift. Alles blijft gewoon bij het oude. Premier Alexander De Croo (Open Vld) is dermate bang van zijn eigen schaduw dat hij wellicht pas tot december wacht om het dossier opnieuw aan te pakken. De PS heeft nog maar eens getoond dat ze de echte baas van de regering is. Want je zou kunnen denken dat Lalieux hier soloslim heeft gespeeld door met haar voorstellen naar de pers te stappen vooraleer ze de plannen op de regeringstafel gooide. Maar de PS is een dermate geoliede partij dat dit goed georkestreerd is.
Sommige optimisten stellen hun hoop op de premier en de ministers Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en vooral Frank Vandenbroucke (Vooruit) die in het verleden pensioenminister waren. Zouden zij de plannen van Lalieux niet fundamenteel kunnen bijsturen ? Maar zij hebben de pensioenproblemen die toen allang bekend waren niet aangepakt. Waarom nu anders verwachten ? Een extra reden waarom de verontwaardiging van de Vlaamse coalitiepartijen echt flauw is. Zij hebben in het verleden zelf ook weinig klaargekregen.
Het ergste is dat de ernst van de vergrijzing voor sommigen blijkbaar nog altijd niet duidelijk is : er ligt een jaarlijkse factuur van 26 miljard euro te wachten, en als de productiviteitsgroei ook maar een beetje hapert, wordt dat 45 of zelfs 60 miljard euro.
Foto’s (c) Gazet van Hove.