De zaak Auwaerts vs Hilde Van Mieghem. Voor de verandering nog eens goed nieuws

Sociale media-activist Pieter Auwaerts werd op 29 september jongstleden vrijgesproken door de Rechtbank van Dendermonde in een zaak die al vier jaar aansleepte en die aanhangig werd gemaakt door actrice Hilde Van Mieghem en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Omdat hierover nergens in de pers ook maar één letter verscheen – in tegenstelling tot de uitgebreide jammerklachten voordien van Van Mieghem – doen wij het langs deze weg.

‘Lijfelijke charcuterie’

Wat ging eraan vooraf ? In verband met de zaak De Pauw had Auwaerts in november 2017 op Facebook een gepeperd stukje geplaatst waarin hij Van Mieghem – een van de dames die zich sterk uitsprak tegen Bart de Pauw – hypocrisie verweet omdat ze met haar ‘lijfelijke charcuterie’ ooit wel geposeerd had in het naaktblad Playboy. In kleurrijke bewoordingen wordt er à la Brusselmans van leer getrokken tegen ‘de frequentie waarmee ik de na jaren van alcoholmisbruik doorzopen kop van Hilde Van Mieghem door mijn strot geramd krijg in de voorbije dagen’, hetgeen de auteur zelf begon te ervaren ‘als stalking en grensoverschrijdend gedrag’.

Daarna wordt Van Mieghem nog geportretteerd als een vergane glorie die het op de mannen in het algemeen gemunt heeft. De tekst kwam vervolgens op de webstek van P-magazine terecht, wat voor de belaagde actrice een reden was om klacht in te dienen tegen de auteur. Het blad had ondertussen al zijn staart ingetrokken, het artikel verwijderd en excuses aan de actrice aangeboden.

Bleef dus Pieter Auwaerts als boosdoener. Tussendoor probeerde ze een ‘minnelijke schikking’ te regelen : als de publicist 10.000 euro, afdokte zou ze haar klacht laten vallen. Toen hij daar niet op in ging en het tot een zaak kwam, werd de claim opgetrokken tot 15.000 euro. Maar die eis werd afgewezen. De rechtbank sprak de auteur over de gehele lijn vrij en beriep zich op de vrijheid van meningsuiting als essentieel grondrecht, zowel vervat in de Belgische grondwet als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Corporatistische reflex

Auwaerts pakt haar stevig aan, jawel, het had niet misstaan in een Vlaamse Charlie-versie. Hilde Van Mieghem moet echter, aldus de Rechtbank, gezien worden als een publiek persoon die zich actief in het MeToo-debat mengt, en dus niet zomaar als een privé-persoon die zich in haar integriteit gekrenkt voelt. Voor BV’s en publieke figuren die een belangrijke maatschappelijk positie bekleden, zelf de media opzoeken, gelden andere maatstaven dan voor onbekenden die veel minder publieke verweermiddelen hebben. En de publicist viseerde haar wel degelijk als MeToo-activiste, niet als vrouw tout-court, waarmee de aanklacht wegens seksisme grond miste.

Het belangrijkste argument van de Rechtbank, – en hopelijk mogen we dit opvatten als een precedent-, is dat het recht op satire integraal deel uitmaakt van het universele recht op vrije meningsuiting. Het bedrijven van scherpe humor en satire mag niet beperkt mag blijven tot een beroepsklasse van columnisten of cartoonisten, maar is het recht van eenieder. Terwijl de redenering van Hilde Van Mieghem en het IGVM nu net was dat er een onderscheid diende gemaakt tussen ‘erkende satirici’ en gewone ‘opinieerders’. De rechtbank stelde daarenboven dat het haar taak niet is om uit te maken of een stukje al dan niet grappig, spits, smakeloos of stuitend is.

Dit beklemtonen van het individuele recht op vrije expressie, ook van niet-geaccrediteerde publicisten, is een belangrijk item in mijn nieuw boek ‘Terug naar Malpertus’. Toen schrijver Herman Brusselmans het begin deze eeuw juridisch aan de stok kreeg met modeontwerpster Ann Demeulemeester, volgde er een uitgebreide steunpetitie vanwege het Vlaamse literaire wereldje die zware woorden als censuur in de mond nam.

Jackpot

Dat is een corporatistische reflex, die helemaal niet te bespeuren valt als een publicist zonder perskaart of grote uitgeverij achter hem zijn recht op vrije meningsuiting maximaal wil uitoefenen. Ook hier zet de Rechtbank de puntjes op de i. Satire is geen genre of een rubriek ergens op de laatste pagina van een krant, het is een attitude die behoort tot het kritisch arsenaal van de vrijdenkerij die zich in onze cultuur al duizenden jaren doet gelden. Individuen die het recht op hekelen opeisen, tegen de macht, het systeem en zijn vertegenwoordigers, het culturele establishment, de mainstream media, de sociale media-giganten.

Dat Van Mieghem haar gevoel van beledigd-zijn zwaar probeerde te verzilveren, in plaats van een symbolische veroordeling te vragen, is een opportunistisch MeToo-kantje dat aan de zaak Weinstein herinnert waarover hier al werd geschreven. Ook in de zaak Weinstein werden astronomische schadeclaims ingediend, die vragen doen rijzen over de motieven van de klaagsters. Dat de Rechtbank hier niet op inging, geeft weer wat vertrouwen in de rechtstaat, aldus een gelukkige Pieter Auwaerts. Je zult maar eens 15.000 euro ophoesten voor een professionele drama queen die nog een bijverdienste zoekt. Ooit eiste communicatie-expert Noël Slangen 100.000 euro van me, ook voor een ‘beledigend artikel’. Gelukkig ook zonder gevolg. Intimiderend is het wel, kom eens thuis met dat soort berichten. ‘Nu stoppen Jowan’, wordt hier achter me gefluisterd. Bij deze. Maar morgen weer meer.

Het boek van Johan Sanctorum Terug naar Malpertus – Over humor en satire in woketijden is verkrijgbaar in onze online boekhandel tegen een tijdelijke voordeelprijs en wordt op 19/10 e.k. om 20.00u. officieel voorgesteld in het C.C. De Zandloper/Wemmel.

JOHAN SANCTORUM

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
Foto’s (c) Gazet van Hove.