door Redactie Politiek ’t Pallieterke .
Een eerste minister die de vicepremiers terechtwijst. Aanhoudende openlijke kritiek van de partijvoorzitters. Verwachte sociale spanningen in het najaar door hoge energieprijzen. Zijn er nog analisten in de Wetstraat die een cent geven voor de regering-De Croo ? Er wordt openlijk gespeculeerd op de val van de Vivaldi-coalitie, maar dat is verre van zeker.
Vaak zijn de Belgische politieke compromissen echte gedrochten, maar worden ze zonder veel problemen achteraf door partijvoorzitters verdedigd in de media. En uiteraard door de vicepremiers. Niet zo met het recente pensioenplan dat de Vivaldi-partijen net voor het zomerreces hebben afgesloten. “Het mocht gerust wat meer zijn”, was de algemene teneur. Reden genoeg voor eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) om daarna in de VTM-studio’s zijn eigen ministers terecht te wijzen. Hij deed het om de indruk te wekken dat hij met enig gezag deze regering leidt, maar het kwam lachwekkend over. Zoals hij zelf had voorspeld in 2019, toen het eerste ministerschap nog niet in het vizier was, “ben je de dweil van de Wetstraat als je als zevende partij de premier levert”. Het feit dat De Croo te veel overhelde naar de voorstellen van de PS hielp ook niet. En evenmin dat hij meer dan gezond is met een internationale tournee bezig was, in de hoop ergens een internationale topfunctie binnen te rijven.
Vivaldi is uitgeleefd en zelfs in de Franstalige pers, waar deze coalitie nog op enige goodwill kan rekenen, wordt ernstig rekening gehouden met de val van de regering
De bunkermentaliteit van een premier
Dat lijkt niet zo vlot te verlopen als gedacht. “Ze krijgen hem niet weg uit de Wetstraat”, zei een politiek waarnemer onlangs. En blijkbaar begint De Croo zelf dat eveneens te beseffen. In een aantal interviews kwam hij er openlijk voor uit te streven naar een nieuw mandaat als eerste minister na de verkiezingen van 2024. Als het resultaat het uiteraard toelaat. Vivaldi II dus. Het leidde in Vlaanderen tot hoongelach en verontwaardigde reacties, maar eigenlijk is dit niets nieuws. Het is bekend dat Open Vld en de groene partijen gewonnen zijn voor een voortzetting van deze coalitie. Gewoon omdat ze beseffen dat ze er in een andere constellatie wellicht niet meer bij zijn. Dat dit gezien de tendensen in de peilingen zou betekenen dat de Vlaamse minderheid in de federale regering nog kleiner is, is voor de Vlaamse liberalen uiteraard geen probleem.
Wat wel vreemd is, is dat De Croo er blijkbaar van uitgaat dat deze piste zeer realistisch is. Het toont aan hoe hij net als vroegere eerste ministers de voeling met de politieke realiteit aan het verliezen is. Voor de Franstalige liberalen is een Vivaldi-bis geen optie meer, ook niet voor Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. PS-voorzitter Paul Magnette is officieel niet tegen een voortzetting, maar de Franstalige socialisten zijn koele minnaars. Het plan is sowieso altijd eerst de regionale regeringen op poten zetten na 2024. Het toont aan hoe De Croo in een bunkermentaliteit zit en meer en meer geïsoleerd van de werkelijkheid is.
Niet de schuld krijgen van de val van de regering
In die mate dat de man blijkbaar niet lijkt te beseffen dat zijn regering in het najaar gemakkelijk kan vallen. Vooral de druk op de koopkracht met de hoge inflatie en aanhoudend hoge energieprijzen zetten druk op de regering. De linkerzijde wil nieuwe koopkrachtgestes richting achterban. Dat is dynamiet onder de regering, zeker omdat de Franstalige liberalen en de PS met getrokken messen tegenover elkaar staan. Vivaldi is uitgeleefd en zelfs in de Franstalige pers, waar deze coalitie nog op enige goodwill kan rekenen, wordt ernstig rekening gehouden met de val van de regering. In het najaar of bij de jaarwisseling, wanneer onder andere de loononderhandelingen voor 2023-24 moeten beginnen. Gunstige peilingen voor bepaalde formaties (socialisten en MR) kunnen daarbij helpen.
Alleen rijst de vraag wie bereid is de regering te doen vallen. Het is bijna een ijzeren wet in de politiek dat wie de stekker eruit trekt de volgende verkiezingen verliest. Denken we maar aan de Volksunie in 1991 of Alexander De Croo in 2010. Dus lijkt de val van de Vivaldi-regering er niet zo snel te komen.
Maar in de politieke hoofdkwartieren redeneren communicatieverantwoordelijken wel eens anders. Er is niets mis mee als de regering valt, zolang een andere formatie maar de verantwoordelijkheid krijgt. Dat is onder andere de redenering van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Hij koos van bij het begin voor de zogenaamde participatie-oppositie en valt het regeringswerk constant aan. Hij zal de stekker er niet uittrekken. Hij hoopt alleen de PS dermate te kunnen jennen dat die moedeloos zelf beslist om een einde te maken aan Vivaldi. Zo kan Bouchez de schuld niet krijgen. Vraag is of ze bij de PS zo dom zijn om in dat spel mee te gaan. Het is een bijkomend argument om te denken dat het niet zo snel afgelopen zal zijn met Vivaldi.
Een zeer creatieve overlevingsstrategie
Paul Magnette zelf heeft trouwens gezegd tot het einde te willen doorgaan. Dus geen Vivaldi-coalitie aan de rand van de afgrond dit najaar ? De sociaaleconomische wolfijzers en schietgeweren zijn immers niet weg. Wie zijn oor te luisteren legt bij voormalige kabinetsmedewerkers verneemt dat men in tijden van regeringscrisissen gemakkelijk creatieve oplossingen kan vinden die deel uitmaken van een overlevingsstrategie. Nemen we het koopkrachtdebat. Zoals gezegd, dynamiet voor de Vivaldisten. Alleen kan er rond de jaarwisseling wel een wit konijn uit de hoed worden getoverd als vakbonden en werkgevers geen loonakkoord kunnen afsluiten. De regering kan bijvoorbeeld opnieuw met een of andere koopkrachtcheque op de proppen komen. Over de factuur van zo’n maatregelen maakt men zich voorlopig toch geen zorgen. Een manier om in 2023 tijd te kopen. En richting 2024 te overleven.
Foto’s (c) Gazet van Hove.