door LVS in ’t Pallieterke .

Begeeft de Katholieke Kerk van Duitsland zich richting de uitgang van de ‘moederkerk’? Of het daadwerkelijk tot een breuk met Rome komt, valt nog te bezien. Feit is wel dat vanuit de pauselijke kring steeds meer kritiek geuit wordt op de gang van zaken bij onze oosterburen.

Om te begrijpen wat er zich binnen de Katholieke Kerk in Duitsland thans afspeelt, moeten we terug naar 2019. Toen kwamen bisschoppen met een nieuw project op de proppen. Het verwijt dat de Katholieke Kerk sterk hiërarchisch bestuurd wordt, zou op de schop gaan : leken dienen ten volle betrokken te worden bij de werking van de Kerk. Via een open denkproces en allerhande debatten zou nagedacht gaan worden over thema’s als seksuele moraal (lees : het erkennen van het homohuwelijk) en de rol van vrouwen in de Kerk (lees: de mogelijkheid om vrouwen bijvoorbeeld tot priester te wijden). Het doet een beetje denken aan het rapport dat namens de Belgische katholieken onlangs overhandigd werd aan paus Franciscus. Ook hierin werd onder andere gepleit voor het aanstellen van gehuwde mannen en vrouwen als pastoor.

Paus blaast warm en koud

Aanvankelijk klonk instemming vanuit Rome. Paus Franciscus voelt zelf ook wel wat voor wat de ‘synodale weg’ is gaan heten. De Roomse kerkvader wees er eerder op dat de Kerk in haar beginperiode ‘synodaal’ was, maar zij is volgens hem gaandeweg de “kunst om samen kerk te zijn verleerd”. In oktober 2023 wil de Roomse kerkvader daarom een grote synode organiseren. De ‘gewone’ gelovigen betrekken bij het kerk-zijn is een zaak, (al) hun ideeën zomaar overnemen en daarbij eeuwenoude dogma’s opzijzetten, is nog een andere zaak. De paus blaast daarom, zeker ten overstaan van de wel erg progressieve kerkelijke ontwikkelingen in Duitsland, warm en koud tegelijk. “Structurele hervorming is niet het antwoord op de geloofscrisis”, aldus Franciscus in een brief uit 2019, gericht aan de Duitse katholieken. Volgens de paus zijn de Duitsers te zeer bezig met organisatorische vraagstukken (lees: persoonsvraagstukken rond vrouwen, getrouwde priesters en homoseksuelen), dan met de essentie: het verkondigen van het evangelie.

Intussen krijgt de Duitse bisschoppenconferentie talloze brieven uit andere landen. De bisschoppen uit Polen, Scandinavië en Spanje tonen zich uiterst bezorgd over de richting die Duitsland theologisch uitgaat. Ook 74 bisschoppen uit de Verenigde Staten laten hun ongenoegen over de Duitse synodale weg publiekelijk horen. De kritiek is in feite voorspelbaar, maar wel wezenlijk: hoe sterk behoort de Kerk te buigen voor de moderne tijdsgeest en hoever kan zij daarbij haar eigen stellige geloofsovertuigingen oprekken ?

Een nieuwe Reformatie ?

Dat uitgerekend de Duitse Kerk zich in de nesten begint te werken is curieus, zowat 500 jaar na het ontstaan van de protestantse Reformatie die de facto begon bij de monnik Maarten Luther te Wittenberg, Saksen-Anhalt. De meer conservatieve stemmen – zowel binnen Duitsland als wereldwijd – stellen zich intussen de retorische vraag of de Duitse Katholieke Kerk in feite nog wel deel kan blijven uitmaken van de zogenaamde ‘moederkerk’. Criticasters zijn van mening dat de bisschoppen zodanig ‘geprotestantiseerd’ zijn dat een schisma bijna onafwendbaar wordt. Tegenstanders van de synodale weg opperen dan ook dat het progressieve deel van de Duitse Katholieke Kerk zich beter afscheurt en aansluiting zoekt bij de Evangelische Kirche, met bijna twintig miljoen zielen veruit het grootste protestantse kerkgenootschap in het land.

Toch lijken de Duitse bisschoppen in te zien dat ze niet te ver kunnen gaan in hun hervormingsdrift. Subtiel worden de verwachtingen bij de beminde gelovigen al wat getemperd. Bij de bisschoppenconferentie valt diplomatisch te horen dat, na afloop van het hele denkproces, bekeken moet worden welke veranderingen op nationaal niveau kunnen aangepakt en welke op internationaal niveau dienen besproken te worden. De hete aardappels kunnen zodoende doorverwezen worden naar Rome.

Hoewel de helft van de Duitsers zichzelf nog altijd christen noemt – hetzij katholiek dan wel protestant –, blijkt uit cijfers van de Duitse bisschoppenconferentie, daterend uit 2019, dat minder dan tien procent van de katholieken nog minstens eenmaal per maand een kerk op zondag bezoekt.

Foto’s (c) Gazet van Hove.