Vanaf het najaar speelt John Volkaerts, in Hove een bekende persoonlijkheid in het socio-culturele en financiële leven, bij het bekende Antwerpse poppentheater Van Campen.

We hadden een uitgebreid gesprek met deze veelzijdige Hovenaar.

Het begon allemaal op St Annastrand half de jaren vijftig van vorige eeuw. De “Red Star Cano club” had een jeugdafdeling. De leider ervan, Fernand Gevaert, was speler/regisseur bij het amateurgezelschap ‘Club Télégraphique’ en hij leerde ons, klein mannen van 10 à 12 jaar, voordragen en kleine toneelstukjes spelen. Gaandeweg werden er langere stukken gespeeld, vooral rond de Sinterklaas- en Kerstperiode. Ik heb dan ook meermaals kabouter gespeeld en later ook Zwarte Piet.

John Volkaerts
John Volkaerts

Toen ik 18 jaar was, vroeg een bekende me om mee te spelen bij toneelgezelschap “De Witkapjes”. Deze kring was ontstaan uit de personeelsvereniging van de verpleging in het Stuyvenberghospitaal in Antwerpen. Mijn eerste stuk dat ik meespeelde was : ‘De Diepe Blauwe Zee’, van Terence Rattigan (werd onlangs verfilmd).

De kring deed elk jaar mee met de wedstrijd Stadstornooi of Stadsjuweel. Tweemaal wonnen we het Stadsjuweel, eerst met “De Kersen zijn rijp” in een regie van Yvonne Collinet en later met “Een Engeltje van Niets”. De meeste optredens gingen door ofwel in de Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) of in de Arenbergschouwburg.

Ik werd ook door de Witkapjes afgevaardigd om mee te spelen met de 25 jaar jubelvertoning van het Antwerps Amateurtoneel. Wij speelden “Na de Zondeval” van Arthur Miller in een regie van Frans Van de Velde. De opvoering vond plaats in de KNS (Bourla). De hoofdrol was weggelegd voor Clem Du Four die later hoofdman werd van Rederijkerskamer ‘De Violieren’. Spijtig genoeg is hij enige jaren geleden overleden” aldus John Volkaerts.

 

Hove komt in zicht

Eind jaren 70 viel het doek over “De Witkapjes”. “In 1978 speelde ik even mee met Schoolbond 2O. Wij speelden ook in Haarlem, (uitwisseling België-Nederland), onder grote belangstelling, zelfs de Burgemeester was aanwezig. Spijtig genoeg beviel me die kring niet zo goed en ik stapte over naar de vereniging rond Staf Tits, ‘De Kunstvrienden’. Wij speelden “De Kleine Hut” van Roussin. Het Davidsfonds Hove nodigde ons uit om de vertoning ook in Hove te brengen (in de Rodenbachschool, op 10 november 1979). Achteraf vroeg toenmalig DF-voorzitter, Marc D’Haene me of ik er iets in zag om in Hove een toneelgroep op te richten.

Zo ontstond in 1980 “Theater Tachtig Hove” en met een toffe technische ploeg en een aantal nieuwbakken acteurs gingen we van start. Spelers van die tijd waren : Roger Rymen, Roger Embrechts, Raf Van Landeghem, John Gruythuyzen, Jan Goossens, Paul Vermeiren, Lydia Siebens, Liliane Simons, Ida Van Bouwel, Marilou De Groof, Chris Goossens, An Vandenberghe, Josephine Breugelmans, Marie-Marthe, …, Elly De Schrijver,…. De technische ploeg bestond o.a. uit Chris Debeuf, Jan Bruyndonckx, Albert Jacobs, Jan Scheldeman, Ludo Verstringe,… Wie vergeet ik ?

Er werd gespeeld in de turnzaal van de Rodenbachschool, éénmaal zelfs met het orkest van Patrick Retour. Enkele bekende successen van die tijd waren :

  • ‘4 x Anders’, Barillet & Grédy
  • ‘De Grote Versierder’, Philip King
  • ‘Hé, Mag ik mijn echtgenote terug’, J. Bernard-Luc
  • ‘Wie Wint de Pot’, Dick Van Maasland
  • ‘Ons laatste stuk werd Boeing Boeing’ van Marc Camoletti.

Eén en ander liep mis. Lydia overleed, Geert overleed. Het toenmalig gemeentebestuur besliste dat de zaal niet langer meer mocht gebruikt worden en ook onze decors konden niet meer gestockeerd worden. Door mijn professioneel werk als kantoorhouder van Argenta ontbrak mij tevens de tijd om nog veel tijd in toneel te steken.

Maar, ik verzamelde toen al meerdere jaren dichtbundels.
In 1980 had ik in Hove al meegedaan met de Albrecht Rodenbachherdenking en in 1999 vroeg het Davidsfonds Hove mij om mee te werken aan de herdenking van Guido Gezelle (100 jaar overleden). Ik mocht één van mijn lievelingsstukken voordragen, nl. ‘Boerke Naas’.

Begin 2000: Jan Wouters, toenmalig onderwijzer in de Rodenbachschool, kwam mij vinden op mijn bureel in de Kapelstraat. Wij kenden mekaar van de voetbal en badminton (zijn moeder, Martha was mijn voorkeur badmintonpartner). Jan was en is dat nog lid van De Statiepoweten; hij had een monoloog geschreven, omkaderd met gedichten van Magda Breugelmans-Haesendonck. Hij vroeg me of ik die monoloog kon voordragen. Zo geschiedde in mei 2000 in de Raadzaal.

Ik leerde alzo de andere Statiepoweten kennen : Nina, Veerle, Guido. En ik voelde mij goed bij deze nieuwe kring, zodanig dat ik niet alleen voordroeg maar mij ook aan enkele teksten waagde. Het oordeel laat ik wijselijk aan de toehoorders of lezers over. De Satiepoweten waren actief en productief, bewijze hiervan onze deelname aan Open Monumenten Dag, Erfgoeddag, Poëzieroutes, Valentijn. Enkele jaren waren we zelfs gastdichters en –vertolkers in Haasdonk (Hof ter Saksen) en Beveren (Kasteel Cortewalle).

Aan mijn tijd bij De Witkapjes had ik een vriend overgehouden, Rob Van Beeck. Wij gingen al eens samen op Week-End, er werd met de kaarten gespeeld, wij speelden tafeltennis (tornooien in Fort Edegem). Wellicht omwille van ons beider kroost was het kontakt iets verwaterd. Toen ik bezig was met Theater Tachtig, stond Rob aan de wieg van toneelkring De Meeuw in Edegem. Ik ging wel eens kijken, Rob kwam naar de poëzie luisteren. Ons contact werd terug intenser en wij speelden wekelijks tafeltennis. Hij vertelde dat hij ook zelf toneelwerken schreef voor kinderen (door volwassenen vertolkt).”

 

Poppentheater Van Campen

poppentheater Van Campen“Eind 2011 was voor ons beiden niet de beste tijd. Ik had al jaren een “lekkende hartklep” en die werd in november 2011 vervangen, dus probleem verholpen.  Maar voor Rob was het erger, hij kreeg te horen dat hij leed aan kanker. Ik zocht Rob meermaals op thuis, maar naarmate 2012 vorderde werd Rob zwakker.

Zondag 19 augustus kreeg ik een telefoon van Rob vanuit St Jozef.  Zijn kinderstuk was af, maar hij zag het niet meer zitten om het zelf te regisseren en hij vroeg me of ik de regie op mij wou nemen. Ik heb niet geaarzeld, heb Rob dezelfde dag nog bezocht. Ik kreeg het stuk “De 3 prinsessen” mee, heb het driemaal gelezen en ik bezocht Rob opnieuw de dag erop. Nu was ook Ludwig daar, productieleider bij De Meeuw. In het hospitaal vernam ik dat het einde van Rob naderde.

Maandag 27 augustus bezocht ik Rob terug en dit werd helaas mijn laatste bezoek. Hij overleed de dag nadien.

Ik werd gevraagd door de familie om de burgerlijke begrafenisdienst te leiden. Dit was voor mij nieuw maar ik geloof dat ik mij op een serene manier van deze taak gekweten heb met teksten van mij en de familie en gepaste gedichten, onder andere één van Magda.

Rob werd bergraven op 4 september; diezelfde avond hielden we na 1 minuut stilte de eerste lezing van Rob’s stuk. Alhoewel het stuk een succes werd, zat ik met een dubbel gevoel : blij dat ik dit mocht doen, maar verdrietig omdat ik het moest doen.

Maar voor ik kennis maakte met De Meeuw moeten we even terug naar april 2012. Op een mooie namiddag waren mijn echtgenote Ingrid en ikzelf gaan wandelen in het Rivierenhof in Deurne en we liepen ook even binnen in het Sterckxhof. Daar lagen folders van Poppenschouwburg Van Campen. Ingrid zei : ‘Zou dat niet iets voor jou zijn ?’ Wij gingen toch jaarlijks naar hun voorstelling (zelfs mijn zestigste verjaardag vierden we met zijn allen bij Van Campen) en na de vertoning op zaterdag 21 april vroeg Ingrid of ze nog spelers zochten. Eigenlijk niet, t.t.z. , wel vrouwen, maar dat zag Ingrid niet zitten. Mijn naam en telefoonnummer werd evenwel genoteerd. Begin van de daaropvolgende week belde Wilfried Van der Auwera mij of ik in ieder geval auditie wilde doen. Dat gebeurde op zaterdag 28 april  om 18.30 uur, bij de regisseur en “Neus” Ben Bervoets; Zij waren best tevreden over mijn stem maar er waren helaas mannen genoeg. Moest er iets wijzigen dan zou ik dat wel vóór einde mei vernemen. Echter, mei ging voorbij en ik had niets meer vernomen.

Poppenspel

Tot die dinsdagnamiddag in januari 2013. Ingrid was naar de  Italiaanse les. “John, Wilfried hier, hebt gij nog interesse of ben je met andere zaken bezig ?”
“T.t.z. ik heb een regie gedaan bij de Meeuw, maar dat is voorbij, krijg ik 2 weken bedenktijd ? “
“Denk er gerust over na en laat binnenkort iets weten”.

’s Avonds en de volgende dagen met Ingrid alles besproken, want dat verandert één en ander, tussen oktober en april liggen de voorstelling, omzeggens wekelijks en er kunnen nog speciale speeldagen bijkomen, dus kwestie van verlofplanning, niet niks.

Maar het leek ons natuurlijk een unieke kans en ik heb dan na 14 dagen gebeld dat ik kandidaat bleef.
“Wel, indien we effectief met U willen werken, zullen we U nog uitnodigen voor een stemproef”.

Woensdag 13 maart 2013, we zaten te eten bij Andy, werd ik dan opgebeld en de woensdag nadien ben ik een stemproef gaan afleggen. Op 26 maart kreeg ik dan de bevestiging. Op 27 april zijn we dan naar de laatste voorstelling gaan kijken en met de ganse ploeg een pint gaan pakken.

Nu wordt het dus spannend, de repetities vangen aan eind augustus en wij spelen vanaf eind september 2013”.

Dan speelt er een Hovenaar in het bekende Antwerpse poppentheater Van Campen aan de Lange Nieuwstraat/ Sint-Niklaasplaats.

“Spelen met poppen vergt een speciale techniek. De coördinatie tussen de spelers en de poppen op een kleine oppervlakte zorgt voor de nodige evenwichtsoefeningen. Men moet ook verschillende stemmen kunnen gebruiken. Ik vertolk 15 rollen in het stuk Christoffel Plantijn. De Hovenaars wil ik gerust stellen, ik blijf bij de Statiepoweten optreden. Het is een kwestie om de agenda’s overéén te brengen” aldus onze toekomstige Hovese poppenspeler John Volkaerts.

Informatie over Poppentheater Van Campen: www.van-campen.be