De onderwijshervorming pakt het echte probleem niet aan. Studeren moet meer bieden dan een troefkaart bij sollicitaties, vindt filosoof David Dessin.

Het is opvallend hoe van alle oorzaken die in de tekst van de jongste onderwijshervorming worden opgesomd er geen één is die de schuld van de schoolmoeheid van vele jongeren bij de samenleving zelf legt. Het is altijd ofwel een slechte pedagogische aanpak van de leraren, een problematische thuis- en gezinssituatie, ofwel ligt de schuld bij de jongerencultuur, en ‘de manier waarop er daar wordt omgegaan met regels en verplichtingen, individualiteit en in groep samenleven’.

Schoolfeest A. Rodenbachschool

Ondanks alle goede bedoelingen van deze onderwijshervorming, lijkt geen enkele van de betrokken partijen het echte probleem van ons onderwijs te willen aanpakken. Vraag bijvoorbeeld eens aan leerlingen waarom ze studeren, dan zullen ze allemaal hetzelfde antwoorden : om later een goede (lees: eenvoudige en goedbetaalde) job te vinden, niet omdat ze het graag doen. Ook in het hoger onderwijs studeren studenten voor hun examen, voor hun diploma, niet voor de kennis, niet omdat ze misschien het vak willen leren waarvan ze kunnen houden. En waarom zouden ze ook? Als politici discussiëren over arbeidsduur, loopbaanverlenging, pensioenen, enzovoort gaan zij er toch ook telkens van uit dat mensen zo weinig mogelijk uren willen arbeiden, zodat ze naast hun job kunnen werken aan hun ‘zelfontplooiing,’ via allerlei hobby’s en vormen van vrijetijdsbesteding. Laten we eerlijk zijn : arbeid, zowél technisch als geestelijk, wordt in onze samenleving als een vervelend, maar noodzakelijk instrument gezien. Als iets dat we eigenlijk niet willen doen. Daar zit het échte probleem.

Groen schooltje
Groen schooltje Hove

De jongste onderwijshervorming van de Vlaamse regering wil het technisch onderwijs herwaarderen, via incentives voor scholen en media-sensibilisering. Men wil ook de structuren hervormen, zodat men over drie jaar niet langer spreekt over ‘klassieke talen’, ‘moderne’ en ‘technische’ maar ‘abstract’ de ‘middenrichting’ en ‘praktisch.’ Het is een taal die de houding van instrumentalisering perfect belichaamt. ‘Klassiek ? Modern ?’ denkt de onderwijsvernieuwer, ‘De leerlingen moeten gewoon burgers met creatieve en relationele vaardigheden zijn. Modern zijn kunnen ze in hun vrije tijd ook wel leren, aangenomen dat ze dat zouden willen.’

Als de Vlaamse regering wérkelijk bezorgd is om de Vlaamse leerlingen, dat ze dan eerst eens werk maakt van wat fundamentele culturele verandering, waarbij we niet langer over arbeid gaan denken als een noodzakelijk kwaad, maar net als zelfontplooiing. Dan zal onderwijs ook een heel andere status krijgen, en dan kunnen scholen misschien terug plaatsen worden waar leerlingen zonder angst in discussie kunnen treden met leraars en met elkaar, in plaats van hun mond te houden terwijl hun ‘creatieve en relationele vaardigheden’ langzaam transformeren in onverschilligheid.

David Dessin – www.doorbraak.be
De auteur is filosoof en doctoraal onderzoeker aan de faculteit Letteren & Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen.