Het hele ‘hoofddoekendebat‘ dat met bittere ernst gevoerd werd in Gent had een onwelriekend geurtje. In navolging van de maoïstische sekte die zich PVDA (Partij van de Arbeid) noemt, gingen mensen die van zichzelf menen ‘links’ te zijn het dragen van een hoofddoek verdedigen. Van de groenen kan je dit soort zottigheden verwachten, maar dat ook de sociaaldemocraten zich voor deze kar lieten en laten spannen is op zijn minst gezegd merkwaardig. In een niet zo ver verleden ging de linkerzijde in het verweer tegen kerk, koning en kapitaal. Daar is maar weinig van overgebleven. De vroegere aversie tegen de kerk zou normaliter tot uitdrukking moeten komen in een zekere bezorgdheid over de opmars van de islam. De volgelingen van de profeet lopen immers niet hoog op met het egalitaire linkse denken en evenmin met bepaalde minderheden. Maar de grootste bestrijders van het Roomse papisme en de moraal van de kerk kijken als het om de islam gaat vaak in een andere richting of doen alsof hun neus bloedt. Is dit een gevolg van onnozelheid, medelijden, eigenbelang ? Of een mengeling van dit alles ? Feit is dat bepaalde politici grossieren in platitudes en geen belletje horen of willen horen.
Ook het georganiseerde feminisme geeft niet thuis. Zij die ooit streden voor de rechten van het zwakke geslacht zouden de eersten moeten zijn die reageren op de hoofddoekdragende deernen die in onze steden op gepaste afstand lopen achter hun man. Nu heet het dat westerlingen een ‘verkeerde beeldvorming’ hebben in verband met ongehoorzame moslima’ s die maar al te gaarne cultureel aanvaarde klappen krijgen van hun echtgenoot. Protest daartegen heet tegenwoordig ‘de nieuwe religieuze intolerantie’ of woorden van vergelijkbare strekking. Allemaal een gevolg van irrationele angst van de bange blanke man/vrouw die in werkelijkheid bekrompen geesten zijn.
Solidariteit is een mooie deugd, maar er zijn grenzen. Onze voormalige monarch Leopold II bestreed zogezegd de slavernij in zijn privé-Kongostaat, maar liet wel handen afhakken van inboorlingen die te weinig rubber leverden. En die arme knuffelmoslims die gevraagd worden zich in te burgeren, onder meer via de taal, dat kan toch helemaal niet? Nieuwkomers als haatbaarden, dat moet toch kunnen ? We leven toch niet meer onder de kerktoren? En kritiek op bepaalde uitingen van de islam, ruikt dat niet verdacht naar populisme?
Vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen, inclusief nieuwkomers. Voor zover die zelf hun wet niet opleggen aan hun nieuwe omgeving. De nakomelingen van zij die vroeger “A bas les calottes” zongen, gedragen zich vandaag steeds vaker als minkunkels. Als het over een bepaalde godsdienst gaat, zwijgen ze in alle talen. Maar wie zwijgt, stemt toe.
Onze politieke klasse draagt hier een enorme verantwoordelijkheid. De recente gebeurtenissen in Stockholm waren geen faits divers, er waren in een recent verleden vergelijkbare situaties in Londen en Amsterdam, waar bijna tien jaar geleden ene Mohammed Bouyeri op een gruwelijke wijze Theo Van Gogh afslachtte, en dichter bij ons de wrede moorden in Londen en Parijs. Paniek is een slechte raadgever, maar doen alsof er niets aan de hand is lijkt ons geen alternatief. Het dragen van een hoofddoek in officiële uitvoerende functies is compleet ongepast, net zoals de socialisten en de liberalen vroeger terecht alle religieuze symbolen lieten verwijderen uit gemeentehuizen en andere officiële gebouwen. En het argument dat islamvrouwen zich goed voelen in pinguïntenue raakt kant noch wal : dit is een duidelijke uiting van hun onvoorwaardelijke onderworpenheid. Aangewakkerd of minstens gedoogd door heel wat politici, die zich in deze ongelooflijk hypocriet opstellen. Ontwaakt, verworpenen der aarde !
Christian Dutoit – www.meervoud.org