Het RWF pleit voor een ‘plan F’, waarbij Wallonië en eventueel ook Brussel aansluiten bij Frankrijk. Wie zijn die zogenaamde ‘rattachisten’? Waar staan ze voor ? Wat is hun electorale gewicht ?

Rassemblement Wallonie-France (RWF) is de meest actieve ‘rattachistische’ partij. De partij zelf heeft het liever over ‘reunionisme’. RWF werd gesticht in 1999. Het is een democratische en pluralistische partij die streeft naar de afscheiding van Wallonië van België en de aansluiting bij Frankrijk. Ook Brussel zou kunnen aansluiten bij Frankrijk, indien de Brusselaars dit wensen.

Het voorzitterschap van de partij is tweehoofdig. Laurent Brogniet is uitvoerend voorzitter en de welhaast legendarische Paul-Henri Gendebien stichtervoorzitter. Wie is deze Paul-Henri Gendebien en waar staat zijn RWF voor ?

Wallonië heeft het nog steeds moeilijk

 

Gewezen voorzitter RW

Paul-Henri Gendebien, geboren in 1939, is intussen een levende legende in Franstalig België. Hij is een nazaat van Alexandre Gendebien, één van de stichters van België in 1830.

In 1971 wordt Paul-Henri Gendebien verkozen tot volksvertegenwoordiger voor het Rassemblement Wallon (RW). Toen was die partij de tweede grootste partij in Wallonië, na de oppermachtige PS. In 1974 volgt hij de recent overleden François Perin op als voorzitter van het RW.

In 1976 kondigt Gendebien aan dat het RW een meer linkse koers gaat varen. Deze zou bekrachtigd worden op een congres in december. Hij botst hierdoor met regeringsleden van RW, namelijk minister François Perin en de staatssecretarissen Etienne Knoops en Jean Gol. Deze drie excellenties breken uiteindelijk met het RW en stichten met de liberalen de ‘Parti des Réformes et de la Liberté en Wallonie’ (PRLW), die later wordt omgevormd tot PRL en in 2001 tot het huidige MR.

Het congres van 4 december 1976 bevestigt de nieuwe koers van het RW. Het succes van Gendebien is maar tijdelijk, want er volgt een electorale opdoffer. Bij de verkiezingen van 1977 wordt het RW gehalveerd. De partij valt terug op 9,22%. Het RW bloedt vervolgens langzaam dood. PRLW echter zal bij dezelfde verkiezingen bijna 4% winst boeken.

Gendebien keert het RW de rug toe in 1981. Hij blijft lid van het Europees parlement tot 1984. Bij de verkiezingen van 1985 wordt hij in een kartel met de PSC (op heden cdH) opnieuw verkozen tot volksvertegenwoordiger. Hij zetelt tot 1988. Van 1988 tot 1996 wordt hij vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschap te Parijs. Eens terug in België zal hij in 1999 het RWF oprichten.

Rassemblement Wallon

Het DNA van het RWF

Gedurende de crisis van 2010-2011 publiceert Gendebien een interessant boekje : ‘La raison et le coeur. Oui à la France’. Hoe omschrijft de auteur het DNA van zijn partij ?

RWF (1)In het voortbestaan van België gelooft Gendebien alvast niet. Compromissen sluiten met de Vlamingen heeft geen zin, want ze zijn ‘confederalist’ of ‘preseparatist’. Dit gaat alleen maar leiden tot de verarming van de Wallo-Brux. Een ‘scheiding met onderlinge toestemming’ is de enige uitweg.

Het federalisme verder uitdiepen heeft ook geen zin. Federalisme heeft immers niet gezorgd voor pacificatie. Wel integendeel, het heeft de conflicten op de spits gedreven. Bovendien is elke stap in het federalisme dubbelzinnig. Voor Vlaanderen is het een stap in de richting van onafhankelijkheid, voor Franstaligen is dit ‘het laatste sacrament van de belgitude’ en een ‘voorbehoedsmiddel tegen separatisme’.

Het confederalisme is dan weer een valkuil. Het confederalisme wil de ‘laatste voordelen’ die het voortbestaan van België aan Wallonië biedt, schrappen. Dat is ‘inacceptable’, voor Gendebien en zijn RWF.

‘Belgitude’ en ‘neonunitarisme’ zijn dan weer ‘des naivités en série’. Politici als Joëlle Milquet (cdH), Elio Di Rupo (PS), Jean-Michel Javaux (Ecolo) en Louis Michel (MR) zouden beter stoppen met het vertellen van ‘Belgische sprookjes’. Zoiets kan enkel in een nachtmerrie eindigen, poneert de RWF-voorzitter.

In ‘Brussels DC’ (Brussel als Europees district) of in een onafhankelijk Brussel gelooft Gendebien niet. De Brusselaars rekenen zich graag rijk en denken dat ze ‘groot Monaco’ zijn, maar kunnen de uitdagingen van armoede en werkloosheid niet zelf oplossen. Terecht merkt Gendebien op dat Brussel niet alleen een zeer welstellende bevolkingsgroep kent, maar tevens een ‘nieuw proletariaat’. Niet alleen voor Brussel, maar ook voor een onafhankelijk Wallonië staat het bankroet in de sterren geschreven. Gendebien schat in dat de sociale bescherming met 20% zal verminderen.

Ook het beruchte ‘plan B’ van Di Rupo verwijst de auteur naar de prullenmand als een niet levensvatbare ‘Etat-confetti’. Een ‘petite Belgique’ bestaande uit Wallonië en Brussel zal de inwoners verregaand verarmen.

 

Het plan F

Het enige haalbare plan is, volgens Gendebien, ‘plan F’ : Wallonië en Brussel sluiten aan bij Frankrijk. ‘Pour les Wallons et les Bruxellois, choisir la France, ce n’est pas disparaître, c’est augmenter leur taille’, is één van de slotzinnen van het boek.

FrankrijkDeze aansluiting bij Frankrijk dient bevestigd bij referendum in Frankrijk, Wallonië en Brussel. Wallonië wordt dan ‘région de France’ en Brussel ‘région de France et capitale de l’Europe’.

En de Duitstaligen? Ook zij mogen kiezen : aansluiten bij het groothertogdom Luxemburg of bij Rijnland, dan wel samen met Wallonië aansluiten bij Frankrijk. Maar hier is het zelfbeschikkingsrecht plots begrensd want Gendebien waarschuwt alvast dat Wallonië niet makkelijk een deel van zijn grondgebied zal afstaan.

 

RWF over Brussel

Voor de Brusselaars geldt dan weer een volwaardig zelfbeschikkingsrecht. Ze mogen zelf over hun lot beslissen, maar de voorkeur van Gendebien gaat overduidelijk uit naar een gezamenlijk aansluiten van Wallo-Brux bij Frankrijk. Brussel verkrijgt een bijzonder statuut, naar het voorbeeld van Parijs, Lyon en Marseille.

Wat opvalt, is dat Gendebien en zijn RWF niet goed weg weten met Brussel. Het hart van de RWF-voorzitter klopt alvast voor Wallonië. Hij wil ook het lot van de Walen niet koppelen aan dat van de Brusselaars. De Brusselaars worden gewoon ‘uitgenodigd’ om samen met de Walen de stap te zetten.

fdfMaar wanneer het dan daadwerkelijk over Brussel gaat, dan wordt de RWF-voorzitter plots nog vele malen Fransdoller dan het FDF. In de zes randgemeenten wordt onder Europees toezicht een referendum georganiseerd, zodat deze kunnen aansluiten bij Brussel. Tweetaligheid te Brussel wordt afgeschaft en de Vlamingen verkrijgen niet nader omschreven faciliteiten. Deze faciliteiten worden vastgelegd in een verdrag gesloten tussen Frankrijk en Vlaanderen. Bovendien gelden, kwestie van wederkerigheid argumenteert Gendebien, dezelfde faciliteiten ook voor de Franstaligen die in Vlaanderen wonen. Een onafhankelijk Vlaanderen met faciliteiten voor Franstaligen van Opgrimbie tot De Panne, als compensatie voor de afschaffing van de tweetaligheid te Brussel … men kan maar dromen.

 

Waarom een plan F ?

Dat Franstaligen willen aansluiten bij het land bij uitstek van de Franse cultuur valt te begrijpen. Wallonië en eventueel ook Brussel sluiten dan ook aan bij een bestaand politiek regime : rechtstreekse verkiezing van de president, meerderheidsstelsel, referenda, … Het belangrijkste argument blijkt echter dat Wallonië en Brussel aldus hun sociale bescherming kunnen behouden. Meer nog, de sociale voorzieningen zullen zelfs beter zijn dan de Belgische.

Op dit punt profileert RWF zich als de meeste Franstalige partijen. Ze aanvaarden de sociaaleconomische situatie van Wallonië welhaast als een fataliteit. Ze zoeken niet bij zichzelf de kracht om de sociaaleconomische situatie te verbeteren en willen aansluiten bij anderen. RWF wekt aldus de indruk België te willen inruilen voor Frankrijk. De kleur van de koe doet er niet toe, als ze maar melk geeft.

Spijtig dat RWF – net als meerdere andere Franstalige partijen – op dit punt niet meer ambitie heeft. Er is geen enkele reden waarom Wallonië niet even welvarend kan worden als Vlaanderen. De potentie is er, maar men ziet ze niet of men wil ze niet zien.

 

Het gewicht van het rattachisme en van het RWF

Het electorale gewicht van het RWF is gering. Bij de federale verkiezingen van 2010 behaalde het RWF 0,19% in BHV; 1,58% in Henegouwen; 1,40% in Luxemburg; 2,10% in Waals-Brabant. De hoogste score werd behaald in de kieskring Namen met lijsttrekker Paul-Henri Gendebien, namelijk 2,53%.

wallonie-france2In de meeste kieskringen was de partij wel gestegen ten opzichte van 2007, ondanks de concurrentie van andere kleine Wallingante partijen zoals W+ en Wallonie d’ Abord. Bij de verkiezingen van 2014 zal de partij bovendien nog moeten afrekenen met het Fransdolle FDF dat ook in Wallonië naar de gunst van de kiezer gaat dingen.

De beperkte electorale impact van RWF betekent echter niet dat het gedachtegoed niet aanslaat. Gewezen partijvoorzitters Jean Gol (MR) en Guy Spitaels (PS) waren Frankrijk zeker niet ongenegen. Gewezen voorzitter van het Waals Parlement Willy Burgeon (PS), gewezen minister van onderwijs Pierre Hazette (MR) en ook gewezen Waals minister-president Robert Collignon (PS) wijzen een aansluiting bij Frankrijk al evenmin af.

De grootste handicap van het RWF is dat deze partij nauwelijks aan bod komt in de Franstalige media. Op zich is dit vreemd. Andere kleine partijen die tot nu toe niet vertegenwoordigd zijn in een parlement, zoals de PTB (Franstalige PvdA), de PP van Modrikamen en ‘La Droite’ komen veel meer aan bod. PTB is ten opzichte van zijn electoraal gewicht – namelijk geen enkel parlementslid – zelfs kennelijk oververtegenwoordigd in de Franstalige media. RWF is dan weer kennelijk ondervertegenwoordigd.

Prof. Dr. Hendrik Vuye – www.doorbraak.be