Een Belgische geschiedens

De herdenkingen rond 100 jaar eerste Wereldoorlog zouden ook in eigen land wel eens oude wonden kunnen openreiten. Er zijn al de ‘deserteurs’ maar ook het verhaal van ‘de zwarten’ is niet afgesloten zegt M.G. Bijnens.

generaals
© www.wereldoorlog1418.nl Duitse generaals bij de opening van de Nederlandstalige universiteit in Gent.

Het artikel Mogelijk eerherstel voor 32.000 ‘deserteurs’ “ (HN 24/01/2014) is voor mij een aanleiding om analoge Belgische tekortkomingen tijdens en na de eerste wereldoorlog aan te kaarten. Het gaat om de duizenden Vlaamse ambtenaren die tussen 1914 en 1918 bevorderd werden in het kader van de vernederlandsing van de administratie en het onderwijs. Na de oorlog werden zij beschouwd als sympathisanten van het activisme en ontslagen, zonder vergoeding of recht op pensioen. In de volksmond werden ze als ‘zwarten’ gebrandmerkt. Ze werden niet juridisch veroordeeld zodat ze geen mogelijkheid hadden beroep aan te tekenen. Hun zaak werd behandeld door een zogezegde ‘jury d’honneur’.

Hun nakomelingen, zelfs nog kinderen, en massa’s kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn nog in leven en ondergaan bij de herdenkingen opnieuw het trauma van ‘vermeend’ aan de verkeerde kant te hebben gestaan. Ook deze mensen hebben recht op eerherstel en ook zij zijn niet uit op financiële tegemoetkomingen.

 

Vlaamse Raad

Onder druk van de activistische Vlaamse Raad voerden de Duitsers tijdens de eerste wereldoorlog het Nederlands in als enige officiële taal in de Vlaamse administratie. De massa Franstalige ambtenaren werd naar huis gestuurd of gedeporteerd naar Duitsland. Hierdoor ontstonden er enorme leemtes in de bestuurlijke kaders. Om dit probleem op te lossen werden duizenden Nederlandstalige ambtenaren bevorderd. Deze bevorderingen werden met dwang opgelegd met dreiging van verlies van job en pensioen. Een voorbeeld van zulke dwangbevelen kan men vinden in De Standaard van 25 januari 1921 art. ‘Twee maten en twee gewichten.’

invlaamsevelden_algemeen_wietsetanghe_eaIn genoemd artikel is er sprake van een ambtenaar uit Brugge die een bevelschrift kreeg een andere functie te aanvaarden. Hiervoor werd hij na de oorlog ontzet uit zijn ambt. Zijn rechtstreekse overste die hem het bevel gaf werd na de oorlog gedecoreerd.

 

Alfons Jeurissen

Persoonlijk werd ik toevallig geconfronteerd met deze materie in de periode 2007 tot 2010. Ik interesseerde mij voor de werken en het leven van de schrijver Alfons Jeurissen.

Jeurissen (˚1874) was afkomstig uit Hasselt en tolbeambte van 1897 tot 1911 in Lanaken en daarna in de omgeving van Antwerpen. Hij stierf in 1925 te Ekeren. Hij was een begaafd schrijver van Vlaamse novellen en werd geroemd als opkomen talent. Zijn talent is nooit tot bloei gekomen om professionele reden (de talrijke verhuizingen als douane) en het feit dat hij na WO I ontzet werd uit zijn ambt omdat hij in augustus 1918 de functie van bibliothecaris van het ministerie van financiën te Brussel had aanvaard na het ontvangen van een dwingend bevel.

Raad_van_vlaanderenGedurende mijn opzoekingswerk had ik het geluk in contact te komen met enkele kleindochters van de schrijver en tijdens onze gesprekken werd ik diep ontroerd door de pijn die deze dames nog steeds ondervonden omwille van het, in hun ogen, onrecht dat hun grootouders werd aangedaan.

Toen ik gedurende die periode tijdens een vriendengesprek me liet ontvallen dat ik bezig was met het leven van Alfons Jeurissen kreeg ik de kritische vraag : ‘waarom houdt ge u bezig met een zwarte’ ? En inderdaad als ik in 2010 Wikipedia raadpleegde werd de figuur van Jeurissen als een radicale activist beschreven.

Mijn opzoekingen resulteerden in een boek ‘Een Eeuw Later’ (ISBN 978-810592-2-0(. In dit werk heb ik een speciaal hoofdstuk (pag. 265-271) besteed aan de verhouding van Jeurissen tot het activisme en ik kwam tot het besluit dat hij in geen geval een activist was.

Ik heb de vraag ook gesteld aan Luc Vandeweyer en kreeg volgend antwoord :
Het klopt dat – tot dusver – van Jeurissen nog geen ‘bewijzen’ zijn dat hij zich tijdens de oorlog profileerde als militant activist.’

Studenten van de Vlaamsche Hoogeschool in 1917 (Collectie Universiteitsarchief Gent).
Studenten van de Vlaamsche Hoogeschool in 1917 (Collectie Universiteitsarchief Gent).

Verder vermeldt Vandeweyer dat alhoewel Jeurissen geen activist was hij toch de kans greep om zijn voordeel te doen. Hierbij wil ik opmerken dat Vandeweyer geen rekening heeft gehouden met de stijl van het dwangbevel dat deze mensen kregen om hun nieuwe functie op te nemen.

Zoals Jeurissen waren er enkele duizenden en in naam van hun families, die het niet aandurven om eerherstel te vragen, doe ik hiermee een oproep om ook de gestrafte ambtenaren in een Belgisch pardon te betrekken.

M.G. Bijnens – www.doorbraak.be .