Kalligrafie is de kunst van het schoonschrift. Na de uitvinding van de boekdrukkunst raakte dit langzamerhand overbodig. Vandaag hebben we daarbij de computer met al zijn verschillende lettertypes en grootte. Sinds midden 19de eeuw herleeft de belangstelling voor de kalligrafie. Eerst als hobby, maar sedert kort ontwikkelde de kalligrafie zich ook tot een zelfstandige kunstvorm.

In Hove wordt de kalligrafie ook onderwezen door Ludo Versteijlen uit Kontich. Ze organiseerden het afgelopen weekeinde hun jaarlijkse tentoonstelling in Het Kostershuisje. Op vrijdagavond kregen de cursisten hun diploma met een uitgebreide receptie.

Getuigschrift “beginner”

  • Cooreman M.
  • Winderickx R.
  • Verhaert E.
  • Onghenae L.
  • De Cock L.
  • Peeters C.
  • Rossel S.
  • De Winter N.
  • Vroom T.
  • Declerck N.

Getuigschrift Anglaise

  • Boden L.
  • De Lenz M.
  • Mattijs D.
  • Van Lissum W.
  • Slootmans P.
  • Pofliet W.

Getuigschrift technieken

  • Boden L.
  • Van Genechten E.
  • Rutten V.
  • Vermeiren L.
  • Mattijs D.
  • Slootmans P.
  • De Lenz M.

Getuigschrift letterontwerp

  • Van Loock S.

 

[AFG_gallery id=’30’]

 

Toespraak van Arnold Herrebout

Schepen voor Cultuur, Onderwijs en Woonbeleid

“Beste kunstvrienden,

Met een computer is veel mogelijk, ook op het vlak van schrift en tekstdecoratie. Hier, vanavond, staat de computer niet centraal. Hier staat het artisanale centraal; het creatieve handwerk; de toegewijde inspanning; de monnikenarbeid; de vaardige hand; de precieuze afwerking van de gemotiveerde amateur.

En als we rondom ons kijken, dan is het , net als vorig jaar, opnieuw een ganse verzameling geworden. Ik heb een aantal van de tentoongestelde werken toen pareltjes genoemd. Geen grootse tentoonstelling, met doeken die het van hun afmetingen moeten hebben, maar een met een hoog “Klein, maar fijn” gehalte.

Ik ben dan ook graag ingegaan op de vraag om ook dit jaar met een inleidend woordje de tentoonstelling te openen. En ik heb met veel verwachting uitgekeken naar het thema ervan: “de groote oorlog”, de wereldbrand van 14-18.

Arnold Herrebout
Arnold Herrebout

Dat thema is passend, daar het de moeite loont om ook in uw kunst te herinneren dat 100 jaar geleden, onze ouders en grootouders werden meegesleurd in een mensonterend oorlogsgebeuren dat de ganse samenleving overhoop haalde en zo velen hun leven en hun toekomst benam. Want achter ieder kruis van toen ligt een zoon, een vader, een moeder of zuster, telkens een afgebroken toekomst.

Ik was benieuwd hoe jullie tekst en thema zouden combineren, hoe jullie dit oorlogsgebeuren als thema zouden ontwikkelen.

Want de ‘groote oorlog’ is een thema dat veel mogelijkheden biedt, waarvan sommige goed zijn uitgewerkt, bv. “In flanders fields”. Maar ik wil naar jullie toe de uitdaging formuleren om nog meer van die mogelijkheden aan te snijden. Waarom ? Omdat ik mij de vraag stel of we straks ook andere herdenkingen van de groote oorlog in Hove, niet met een selectie van jullie kalligrafische werken kunnen/ moeten opfleuren.

Als ik even persoonlijk mag worden : “de groote oorlog” ligt mij nauw aan het hart: als zoon van een oudstrijder, een carabinier-cyclist die, na de loopgravenoorlog aan de IJzer bij het Onze Lieve Vrouwhoekje in Oud Stuyvekenskerke, bij de eersten was om Brussel bevrijdend binnen te trekken, en daarna nog een jaar een bezettingsopdracht in Duitsland vervulde. Mijn vader, die als Belgisch strijder in de oorlog terechtkwam en als V.O.S. van de IJzer terugkeerde. U zult begrijpen dat dit voor mij een stuk erfgoed is. En ik dat, ook hier, in ere wens te houden. Onder meer met een paar gedachten die ik vorig jaar op 11 november naar voor bracht, te weten :

* Als we het over de Groote Oorlog hebben, dan hebben we het over de Duitse inval op 4 augustus 1914, de terreur van hun barbaarse doortocht. De strijd om de forten van Luik, de ‘Chemin du crime’ in en om Luik, de met bloed overgoten doortocht  langs Maas en Samber, de drama’s in Aarschot, Leuven en Dendermonde, en zoveel meer. Waar het Belgisch leger ook weerstand bood, het waren de burgers, de franc – tireurs en die onverbiddelijk werden afgestraft. Met gijzelingen, verkrachtingen, executies, plunderingen, brandstichtingen op grote schaal.

* Dan hebben we het over de vluchtelingenstromen, onder ellendige omstandigheden. Na enkele weken was één derde van de Belgische bevolking op de vlucht. Een miljoen naar Nederland; een kwart miljoen naar Engeland ; driehonderdduizend naar Frankrijk. Stoeten van ellende. Het was overal ‘sauve qui peut’ die 25ste  augustus 1914, die Vliegende Maandag.

* Dan hebben we het over de loopgravenoorlog, de overstroomde ijzervlakte met  mensonterende toestanden; de Frontbeweging als de Vlaamse ontvoogdingsbeweging, die vocht op een dubbel front: tegen de Duitse aanvaller en tegen een Belgische overheid die hun elementaire rechten miskende en wie er voor vroeg opkwam bestrafte. Nadat duizenden als vrijwilliger gehoor hadden gegeven aan de Koninklijke oproep “Vlamingen, gedenk de slag der Gulden Sporen”. En dat kwam hard aan, zo hard dat onze ontgoochelde grootvaders en vaders – ook de mijne – het uitschreeuwden : “Hier ons bloed, wanneer ons recht”.

“Onze IJzersoldaten voerden geen staatsie, geen hoge waan. Zij hadden slechts grauwe kapoten aan. Hun burcht was een nest van aarde en hout, In de smalle pijp van een loopgracht gebouwd”. Zo verwoordt Anton van Wilderode, een van onze grootste dichters, het in zijn gedicht “Wij hebben zes ridders voorbij zien gaan”. Om zijn hertaling van “ In flanders fields” niet te vergeten.

* Dan hebben we het over de Britse bondgenoten in de ‘Salient’, de boog rond Ieper én de geallieerden, van waar ze ook kwamen – en ze kwamen van overal : China, Nieuw Zeeland, en kan het nog verder – op de slagvelden van de Somme tot Verdun terecht.

* Dan hebben we het over een uitgeput, oorlogsmoe land, kreunend onder Duitse dwingelandij, over de strijd om overleven onder een wurgende bezetting, met hongersnood, leegplundering, razzia’s, opeisingen, grensversperringen, terechtstellingen en met een bevolking ten prooi aan de Spaanse griep.

* Dan hebben we het over het verhaal achter elke grafsteen, over iedere tragedie, over elk voortijdig afgebroken leven. Dan hebben we het over de gedachte dat een oorlog nooit vrede brengt.

Door “de groote oorlog” aldus in herinnering te brengen heb ik – ik ben er mij van bewust – met hoge verwachtingen uitgekeken naar jullie de kalligrafische teksten. En ik ben blij dat ik heel wat zinvolle verwijzingen naar “de groote oorlog” terugvind. De themakeuze was dus verantwoord en is ze gelukt.

Want Kalligrafie is toch iets speciaals : Kalligrafie brengt niet alleen zakelijke communicatie over. Kalligrafie zet ook de stap naar beleving. Als we er echt stil bij staan, dan ervaren we dat de teksten gevoelens verwoorden; waarbij letters als noten klinken, woorden stukjes notenbalk worden, zinnen tot een melodie versmelten. En doorheen de tekst een lied weerklinkt.

Dat is zoveel meer dan zakelijke communicatie. Dat is communicatie met interpersoonlijke beleving, met tussenmenselijke dynamiek, met interactie tussen levenden, geladen met  gevoel en emotie. En dat is goed.

Ik wil dan ook eindigen met een wens : dat de wijze waarop jullie het thema van “de groote oorlog” tot inter-actie brengen ook andere Hovenaars en Hovese verenigingen tot initiatieven over dit thema moge stimuleren. En dat wij vanavond deze inter-actie onder ons verder zetten met een babbel en een glaasje …”

Hove, Kostershuisje, 25 April 2014.