‘Boer vindt land’ – boeiende tentoonstelling over Vlaamse migranten in Noord-Amerika

De tentoonstelling ‘boer vindt land’ is een initiatief van het ADVN in het mooie cultuurcentrum Caermersklooster in het Gentse Patershol. De expositie is een interessante reis door een stukje vergeten geschiedenis en houdt een opmerkelijke spiegel voor aan onze huidige samenleving waar migratie een belangrijk fenomeen is.

Tussen 1850 en 1930 lieten tienduizenden Vlamingen hun thuis achter in de hoop op een beter leven in Noord-Amerika. Vooral in het industrieel achtergestelde Meetjesland was de magnetische kracht van de Nieuwe Wereld groot. Dat Meetjesland, het gebied tussen Gent en West-Vlaanderen, was in de late 19de eeuw overbevolkt, kende een achterhaalde overlevingslandbouw op arme zandgronden en had te kampen met een hoge werkloosheid en de concurrentie van goedkoop Amerikaans graan. Een mooie fotoreportage toont de bezoekers het arme leven van de Vlaamse keuterboer honderd jaar geleden, getekend en gegroefd door zijn bestaan.

 

De kerktoren en ouderwetse folklore

Foto ADVN
Foto (c) ADVN

Vanaf 1873 richtte de befaamde Red Star Line overvaarten naar de Verenigde Staten in. In 1912 kwam daar Canada bij als bestemming. Via pamfletten en ronselaars met lokkende beloftes waagden velen de oversteek. Nadien trokken deze eerste emigranten verwanten en kennissen aan en ontlokten zo een kettingmigratie die herinnert aan de huidige gezinsherenigingsproblematiek. Eens in Amerika bouwden de nieuwkomers een Belgisch gekleurd leven op. Het communautaire gekweddel, dat dus ook overzee opdook, verdween naar de achtergrond. De ‘Belgian Americans’ of ‘buffaloes’ stichtten kleine kopieën van het thuisland met Vlaamse en Waalse gemeenschappen. De film ‘Belgian Dream’ van radiomaaktster Katharina Smets, fotografe Ingrid Leonard en historicus Selm Wenselaer illustreert prima welk erfgoed werd ingeplant op Amerikaanse bodem : het katholicisme, de duivenmelkerij, het rollebolle tot zelfs het kantklossen. Ze waren de kentekens van de migrantengemeenschappen. Een vrouw getuigt zelfs met trots dat ze haar dochtertje verdedigde toen die van school werd gestuurd, omdat haar Manneke Pis t-shirt aanstootgevend was volgens de directie. ‘Het is ons erfgoed’, klinkt het. De film laat ook zien dat nazaten van de gelukszoekers een ideaalbeeld hebben van het voorouderlijke thuisland. Het is er volgens hen rustiger, schoner en traditioneler.

 

Vreemde moedertaal

‘De Belgen die nog familie in België hebben leren hun kinderen het dialect van hun dorp of stad, maar hebben geen interesse in ABN’, luidt een opschrift van ene Yvonne Kennedy uit, alreeds, 1985. De taal, de Waalse en Vlaamse dialecten van toen, is nu nog beperkt aanwezig. Nochtans toont een gedicht de koppige gehechtheid van een migrant aan de thuistaal : ‘Alhoewel een vreemde taal / ligt hier op mijn geweten / ik heb nog niemendaal / de Vlaamsche vergeten. / En vele zijn er toch / die hun moedertaal derven / maar ik heb liever nog / voor de Vlaamsche taal te sterven’ (Anoniem, 1934). Dat ‘Vlaamsch’ is nu een vage herinnering bij oud geworden kleinkinderen. Ze zingen volkse liedjes met een sappig Vlaams accent of in het plat Waals. Een moeder-overste zegt nog smetteloos ‘God zegent u en God bewaart u’. Maar daar houdt het bij op.

Brieven, foto’s en kranten gunnen ons een boeiende kijk op een stuk migratieverleden en ook op een cultuur die niet alleen in de Nieuwe Wereld, maar ook in het oorspronkelijke thuisland geleidelijk aan uitdooft. Een absolute aanrader !

‘boer vindt land’ is nog tot 14 september 2014 te bezoeken in Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, Vrouwebroersstraat, 6 in 9000 Gent. Inkom :  gratis. Meer info op www.caermersklooster.be

Harry De Paepe – www.doorbraak.be .