Of vindt u dat goed nieuws ?
De slinkende kennis van het Frans is weer zo’n ideaal onderwerp voor de slappe nieuwstijd, die we dezer dagen lijken mee te maken. Maar dat de kennis van het Frans zienderogen slinkt, eigenlijk wisten we dat al langer. Maar wat daaraan te doen ? Of laten we dat gewoon gebeuren ?
Vlaamse jongeren kennen geen Frans meer. Maar kennen ze nu Engels ? En hoe staat het met hun kennis van de moedertaal ? Te oordelen naar wat ik zoal lees op de fora van kranten en weekbladen lijkt het of veel mensen die achteruitgang zonder meer voor waar aannemen, maar dat nieuws ook wegwuiven. Hier en daar bespeur ik ook leedvermaak.
Meest gelezen argument : het Frans is geen wereldtaal meer, je komt verder met Engels. Die taal is veel ‘nuttiger’. Het eerste deel van deze argumentatie gaat voorbij aan het feit dat het Frans internationaal belangrijk blijft, ondanks die relatieve achteruitgang (klik op het internet maar eens ‘Francité’ aan). Het is ook de sleutel tot een ontzaglijk rijk cultureel erfgoed. Mensen de toegang hiertoe ontzeggen is op het criminele af. En die sleutel verwerf je niet door op zich best nuttige conversatie-oefeningen.
De verantwoordelijken in het onderwijs die oordelen dat hun leerlingen vooral moeten kunnen praten en dus de grammatica niet hoeven te kennen, verdienen op staande voet te worden ontslagen. Wie de hoofdtijden van werkwoorden in het Frans (of in welke andere taal dan ook) niet kan afdreunen en al evenmin de regels kent rond de overeenkomst van het voltooid deelwoord met het antecedent, kent gewoon die taal niet, zal ze ook nooit kennen.
Voorts : ook al kom je ‘verder met Engels’, het Frans blijft hoe dan ook de taal van onze buren, waarbij het niet van belang is te weten of de staat België voor eeuwig blijft bestaan. Die nabuurschap is een realiteit die onze Franstalige landgenoten in toenemende mate beseffen. Het aantal Franstaligen in Brussel en Wallonië die Nederlands leren neemt gestaag toe. Vragen zij zich af of Nederlands een wereldtaal is of op weg het te worden ?
En dan dat Engels. De kennis van die taal bij jongeren neemt hand over hand toe, zo wil men ons doen geloven. Natuurlijk : voor de ‘populaire’ (of alternatieve) cultuur is enige kennis van het Engels (of iets wat daarop lijkt) wel nuttig. Maar men make zich geen illusies. Engels is op het eerste gezicht gemakkelijk, maar is in wezen aartsmoeilijk. Je moet maar weinig grammatica doorworstelen, al kennen veel Vlamingen die denken die taal onder de knie te hebben, ook de hoofdtijden van de Engelse werkwoorden niet (zoals ik telkens weer moet vaststellen). Het Engels beheersen is heel lastig. Er zijn weinig regels die houvast bieden. Alles is idioom dat je alleen maar gaat beheersen door vele, vele jaren met die taal bezig te zijn. Uit ervaring weet ik dat de meeste afgestudeerden uit het hoger onderwijs wel wat in het Engels kunnen frazelen, een ‘pint of bitter’ vragen in een Londense pub of zich met ‘I love you, etc.’ belachelijk maken bij een of ander Engelstalig wicht, maar verder ?
Een taal beheersen betekent : in die taal kunnen discussiëren, zonder ‘ja, maar Engels is mijn moedertaal niet’ als excuus te moeten inroepen. Een taal beheersen is hard werken en veel in die taal kunnen oefenen, met vallen en opstaan. Het vereist ook geduldige leraren, leraren die sterk staan in die taal (zo zijn er heb ik de indruk ook almaar minder). Bij voorkeur zijn het ‘native speakers’. Een taal, dus ook het Engels, beheersen is echt wel wat meer dan met horten en stoten een beetje kunnen deelnemen aan een conversatie in die taal. Het betekent ook : die taal kunnen schrijven. Dat is niet gemakkelijk. Hoevelen, behalve enkele germanisten of professionele vertalers, zijn hiertoe in staat ?
Een taal veroveren kost moeite, maar het is die moeite dubbel en dwars waard, want met elke taal open zich een heel nieuwe wereld. De inspanning opent de weg naar andere beschavingen, mentaliteiten, culturen. Investeren in taal garandeert een ongelooflijke Return on Investment. Dit alles plaatst de vraag hoe erg het is dat we steeds minder Frans kennen in een andere context.
De noodkreet van de professoren maakt ook komaf met de mythe dat wij Vlamingen polyglotten zijn. Inderdaad, wij blunderen in veel talen, ook in het Nederlands. Maar of dat nu iets is waarmee we te koop moeten lopen ? Niet dat dit besef al tot iedereen doorgedrongen is. In de overigens verdienstelijke bibliotheek van mijn gemeente worden nauwelijks nog boeken in andere talen dan het Nederlands aangekocht. Welnu, Georges Simenon of Michel Houellebecq lees je best in hun eigen taal. Idem dito voor Siegfried Lenz en Eugen Ruge of voor James Ellroy en Julian Barnes. Vertalingen zijn oké, maar enkel ‘second best’. Was één van de weinige voordelen van tot een klein taalgebied te behoren nu net niet dat we meer open stonden of staan voor andere talen en culturen ? Meertaligheid (én Frans, én Engels, én Duits of Spaans, én….) zou een troef kunnen zijn voor Vlaanderen, maar de afgelopen tien, twintig jaar zijn we ook in dit opzicht alleen maar achteruitgeboerd.
Toegegeven : het is geen leuke afsluiter, maar een eerlijke, zij het harde diagnose heeft ook zijn nut.
Paul Muys – www.doorbraak.be .