Stook slim en zonder zorgen
GENIET VAN JE HOUTVUUR
Zonder schade voor je gezondheid !
Hout is niet alleen een waardevol bouwmateriaal, maar ook een uitstekende brandstof. Wie slim stookt kan er zonder zorgen zijn woning mee verwarmen. Maar ook als je alleen af en toe hout stookt, doe je dat best met kennis van zaken.
Vier op een rij
Vier dingen zijn essentieel : de brandstof, het type kachel of haard, de schoorsteen en de manier waarop je in de praktijk stookt. Hoe beter je dat doet, hoe vollediger de verbranding en hoe minder ongezonde stoffen er in je woning en de buitenlucht belanden. Deze stoffen kunnen nadelig zijn voor je gezondheid. Bovendien bespaar je je buren zo heel wat geur- en roethinder.
DE JUISTE BRANDSTOF
Stook UITSLUITEND droog en onbehandeld hout !
Gevernist, geverfd of geïmpregneerd hout mag je nooit verbranden. Hetzelfde geldt voor triplex, vezelplaat en alle andere samengestelde houtproducten. Bij de verbranding ervan komen immers ongezonde stoffen vrij. Zowel de rook binnen in je woning als buiten en ook de as zijn ongezond. Dit soort houtafval kun je kwijt in het recyclagepark van je gemeente. Je verbrandt ook best geen papier en zeker geen drukwerk, zoals reclamefolders of krantenpapier.
In de handel is uitsluitend brandhout te koop dat kunstmatig of in openlucht is gedroogd. Vers hout laat je minstens één en liefst twee jaar onder een afdak drogen. Als je de dikke stronken klieft, verliest het hout sneller vocht. Dek je voorraad niet af met een zeil of plastic, maar zorg ervoor dat de wind vrij spel heeft. Hoe droger, hoe hoger het rendement, hoe schoner de rook en hoe minder roetaanslag.
DE JUISTE KACHEL
Kies voor een kachel met een aangepast vermogen !
Hoe hard je ook stookt, een kachel met een klein vermogen zal nooit voldoende warmte produceren om de gewenste temperatuur te bereiken. Omgekeerd moet je bij een kachel met een te groot vermogen al heel snel de luchttoevoer sterk beperken om het niet te warm te krijgen. Bij gebrek aan zuurstof brandt het hout dan minder fel. De temperatuur zakt, maar de verbranding verloopt niet langer optimaal, zodat de rook meer ongezonde stoffen bevat en een onaangename geur verspreidt.
Kun je de luchttoevoer zelden of nooit zo goed als volledig openzetten zonder dat het huis meteen bloedheet wordt, dan is het vermogen van je kachel duidelijk veel te groot. Je doet er dan goed aan om uit te kijken naar een andere kachel. Vraag advies aan een verkoper die van wanten weet en je oude kachel eventueel wil overnemen. Een kachel met het juiste vermogen zal bovendien veel minder brandstof verbruiken.
DE JUISTE PREVENTIE
Zorg voor een voldoende hoge, schone schoorsteen die goed trekt !
Vuur heeft zuurstof nodig. De schoorsteen trekt lucht uit je woning aan en voert verbrandingsgassen af. Dat lukt alleen met een schoorsteen die boven de nok van het dak en aanpalende gebouwen uitsteekt. Bovendien moet de diameter van het schoorsteenkanaal aan je kachel of haard zijn aangepast. Anders trekt de schoorsteen slecht en vergroot het risico op een schoorsteenbrand.
Als je regelmatig hout stookt, laat je schoorsteen dan minstens één keer per jaar door een vakman vegen. Dat is overigens verplicht. Zo wordt de diameter van het schoorsteenkanaal niet steeds kleiner, blijft je kachel goed branden en is een schoorsteenbrand nagenoeg uitgesloten. Dat het verbranden van gedroogde aardappelschillen hetzelfde effect zou hebben, is een fabeltje.
DE JUISTE PRAKTIJK
Hou de rook en de vlammen in de gaten !
Controleer met de hand of een lucifer of de schoorsteen goed trekt. Is dat niet het geval, laat dan eerst enkele proppen onbedrukt papier zo dicht mogelijk bij het schoorsteenkanaal verbranden. Zo jaag je de koude lucht uit de schoorsteen.
Steek de kachel aan met aanmaakhout of natuurlijke aanmaakblokjes. Gebruik geen krantenpapier, brandspiritus of paraffineblokjes.
Leg het best brandbare materiaal bovenaan en niet van onder.
Laat het vuur vanzelf doven. Sluit de luchttoevoer niet af. Zo voorkom je onvolledige verbranding, geurhinder en ongezonde stoffen.
Let op de kleur van de rook. Witte of nauwelijks zichtbare rook wijst op een goede verbranding. Donkere rook is een alarmsignaal.
Bewaar de as in een onbrandbare, gesloten bak. Geef dit afval mee met het huisvuil.
Stook liever niet op mistige, windstille dagen en evenmin bij temperatuursinversie, wanneer de onderste luchtlagen kouder zijn dan de bovenste. De rook wordt dan slecht verdund waardoor roetdeeltjes neerslaan in je buurt.
Zorg altijd voor voldoende verse lucht en wees extra waakzaam wanneer het KMI waarschuwt voor CO-vergiftiging.
Meer info over vuurtjes in de tuin en tips om afval te voorkomen vind je op www.stookslim.be
Informatie van de Vlaamse Overheid
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Koning Albert II-laan 20 / bus 8 in 1000 Brussel