(Herneming van een opinietekst op de webblog “http://noordzeerepubliek.wordpress.com” van 2 februari 2014, maar nog steeds een actuele kwestie)

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Peter De Roover (l) met staatssecretaris Theo Francken (m) en Manuela Van Werde (r)

De overstap van Peter De Roover naar de N-VA heeft voor heel wat beroering gezorgd binnen en buiten de Vlaamse Beweging. Heel wat mensen (voornamelijk N-VA-gezinden) juichten de stap toe, heel wat anderen zagen hierin een verdere verschraling van de Vlaamse Beweging, die wederom slechts een vormingscentrum voor toekomstige politici lijkt te zijn. Uiteraard is het aan De Roover zelf om te beslissen welke carrière hij ambieert, niemand “bezit” hem, noch VVB, noch N-VA, noch de “Vlaamse Beweging” in haar geheel. Het is overigens bijzonder merkwaardig dat er zo veel kritiek komt op het feit dat iemand die al jaar en dag met politiek bezig is beslist om… aan politiek te doen. Maar los van de keuzes van de persoon De Roover zelf, dringt er zich een veel problematischer keuze op, namelijk die van de te volgen strategie. Want het is al langer een gegeven dat de partijpolitieke vleugel van “de Vlaamse Beweging” niet alleen in ledenaantal maar ook in maatschappelijke relevantie de niet-partij-gelieerde beweging veruit overschaduwt. De impact van wat politici van de V-partijen zeggen is vele malen groter dan de impact van wat alle Vlaamsgezinde organisaties samen zeggen en doen. Wie in de doorsnee stad in Vlaanderen rond loopt en mensen willekeurig vraagt of zij V.V.B. of aanverwante organisaties kennen, zal tot de vaststelling komen dat “de Vlaamse Beweging” quasi compleet afwezig en onbekend is in de samenleving. Haast nergens zullen er “Vlaamse” affiches te vinden zijn, tenzij vanwege de partijen. Haast nergens is een Vlaamsgezinde actiegroep bezig rond maatschappelijke thema’s die de louter defensieve taalstrijd overstijgt (en dan nog : een taalbeweging die zichzelf respecteert zou bijvoorbeeld massaal inzetten op cursussen Nederlands voor anderstaligen, om maar iets te zeggen). Haast nergens speelt de Vlaamse Beweging een pioniersrol in cultuur en kunst. De Wever zei ooit dat de Vlaamse Beweging zichzelf beter kan opdoeken. Te meten aan de maatschappelijke relevantie, heeft hij gelijk, en de overstap van De Roover voorstellen als alsnog een “erkenning van die beweging” is zichzelf een illusie aanpraten, want eigenlijk gebeurt juist het omgekeerde : die overstap zelf toont aan dat de Beweging ondergeschikt is aan de partijhoofdkwartieren. nederlandse-taal-verbindt

Dat is de situatie van vandaag, maar die hoeft natuurlijk niet zo te blijven. Meer zelfs, de huidige keuze voor de partijpolitieke weg zal wellicht nefast blijken te zijn in de toekomst, wanneer de beperkingen van het Belgische parlementaire model zichtbaar worden, en dan zal er net een brede, sterke beweging nodig zijn om aan die beperkingen voorbij te gaan. De Vlaamse Beweging zoals die vandaag bestaat zal daar misschien niet meer aan te pas komen. Ze is al te veel geïnfecteerd door het partijvirus. In de plaats is er eerder nood aan een soort Vlaamse Beweging 2.0, die zich buiten het kader van de Belgische parlementaire anti-democratie durft bewegen.

Wat gaat de PS hierover zeggen ?
Jan Jambon : van ‘Vlaams opstandeling’ tot ‘minister van de koning’ …

Dat de partijpolitieke strategie een doodlopende straat is, dat staat zo goed als vast. België hervorm je niet, België hervormt jou. Vandaag belichaamt de N-VA die strategie, en doet dat voorlopig met verve, maar ondertussen is al gebleken dat de Belgische staat ook kan functioneren zelfs al haalt N-VA meer dan dertig procent van de stemmen. Er is geen Vlaamse meerderheid nodig om een Belgische regering te vormen, dus de “confederale” revolutie waar N-VA graag mee te koop loopt, is op voorhand al gedoemd te mislukken, want ze zal nooit binnen een Belgisch kader kunnen waar gemaakt worden. Voor N-VA is er de keuze van ofwel in de oppositie te belanden voor vijf jaar, ofwel deel te nemen aan een regering van ‘economisch herstel’ of zoiets, een eufemisme voor ‘nationaal Belgisch herstel’ waar alle communautaire hervormingen in de koelkast geplaatst worden voor een liberale economische regering die tegen de daaropvolgende verkiezingen massaal weggestemd zal worden.

republiek Vlaanderen

Confederalisme komt er niet, binnen het kader van het Belgisch parlement. Die druk zal vanuit het Vlaams parlement moeten komen, dat unilateraal een ‘confederaal’ model zal moeten opleggen. En dat kan alleen als de V-partijen zowel een absolute meerderheid halen in dat parlement, als bereid zijn om samen een regering te vormen (VB – N-VA dus). De tweede ‘als’ is op dit moment een hypothetisch vraagstuk waar eigenlijk niet veel over te zeggen valt, want we weten niet echt hoe de partijbesturen van deze twee zich zouden gedragen in geval van een gezamenlijke meerderheid aan parlementaire zitjes. Voorwaarde nummer een, een Vlaamsgezinde meerderheid, wordt een problematisch gegeven. En wel omdat zowel VB als N-VA zich nogal rechts opstellen, en daarmee een heel gamma aan potentieel Vlaamsgezinde, maar economisch meer ‘linkse’ kiezers in de kou laten staan, die dan maar op B-partijen blijven stemmen. Er zou een (centrum)-linkse Vlaamsgezinde partij moeten opstaan, om het electoraat van SP.A (en groen) in te pikken en zo die ‘confederalistische’ meerderheid mogelijk te maken. En dan nog is er enkel een samenwerking mogelijk op institutioneel vlak, dat wil zeggen een Vlaamse regering die als enig streefdoel heeft die autonomie te verwerven. De kans is immers heel reëel dat op heel wat andere thema’s het water veel te diep zal zijn. Kortom, op lange termijn is de partijpolitieke weg enkel mogelijk indien de partijpolitiek aan Vlaamse zijde zich herschikt – lees : er een centrum-linkse V-partij bij komt.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Durft deze man ‘buiten de lijntjes te kleuren’ ??? …

Dat zal de komende jaren wellicht niet het geval zijn, net zo min als een plots samen gaan van VB en N-VA. Via partijpolitieke weg de “confederale” revolutie beginnen is dus quasi uitgesloten. De kans is dan ook reëel dat N-VA vroeg of laat de VU zal achterna gaan, de vorige “centrum” V-partij die ook te pletter sloeg op de klippen van de Belgische particratie. Want, nogmaals : België hervorm je niet, België hervormt jou. Daarom juist is er nood aan een buitenparlementaire strategie, dat wil zeggen een brede, pluralistische, sterke volksbeweging die massaal kan mobiliseren, zoals dat bijvoorbeeld in Catalonië het geval is. De vraag is of dit vanuit de Vlaamse organisaties in hun huidige vorm kan verwezenlijkt worden. De meeste van de leden ervan zijn immers al op de een of andere manier aan een partij gebonden, en zullen de partijbelangen (die onvermijdelijk vooral op de korte termijn gericht zijn) steeds laten doorwegen. Een Vlaamse Beweging 2.0 zal misschien moeten ontstaan uit de marge van de oude beweging, zij die de partijpolitiek in Belgische context werkelijk durven overstijgen en bestrijden als het moet en daarbij geen enkel Vlaams heilig huisje uit de weg gaan. Zo’n beweging schuwt de confrontatie niet, zo’n beweging kleurt niet binnen de lijntjes van het legalistisch (dus Belgisch) kader, en zoekt actief naar manieren om een volkse tegenmacht uit te bouwen, met alle middelen nuttig en/of noodzakelijk. Zo’n beweging loopt ook niet blindelings de Europese vlag achterna, de volgende dwangbuis. Zo’n beweging sluit zich ook niet op in negentiende-eeuws provincialisme, maar mobiliseert alle lagen van de bevolking in heel Vlaanderen. En tenslotte schuwt zo’n beweging ook de zelfkritiek niet, noch wentelt die zich in calimero-zelfbeklag over de onvermijdelijke vuile tegenstand die er zal komen.

Euskadi 2

Waar moet zo’n beweging dan vandaan komen ? Misschien moeten Vlaamsgezinden eens massaal op excursie naar Catalonië, Baskenland of Schotland, waar het wel lijkt te lukken. yes scotland should be an independent country

Tekst : www.v-sb.net

Foto’s © Reporters.