In de discussie over de massamigratie ontbreekt het identitaire perspectief.
Door Jeroen Bolckmans – www.doorbraak.be .
De afgelopen 50 jaar is Vlaanderen ingrijpend veranderd. De jaren 60 begonnen beloftevol, met een economisch reveil voor de door de Tweede Wereldoorlog getekende West-Europese naties. Ze brachten evenwel twee grote evoluties op gang die deze naties tot op vandaag zouden beïnvloeden : Ten eerste een massale migratie, aanvankelijk vanuit Zuid-Europa en later ook vanuit de derdewereldlanden. Deze was aanvankelijk economisch van aard : de gastarbeiders vingen een arbeidstekort op. Wanneer de economie het in de jaren ’70 slechter deed, keerden de gastarbeiders echter niet naar huis – in tegendeel, de migrantenpopulatie bleef aanhoudend groeien. Een gerelateerde evolutie is de opkomst van het neomarxisme. De Frankfurter Schule met figuren als Adorno, Marcuse en Horkheimer creërde een discours over ‘diversiteit’ en ‘tolerantie’ dat de voorstanders van de massale migratie ideologische munitie bood – terwijl links met revoltes van mei ’68 een culturele hegemonie wist te installeren. Ondanks een volharden in de boosheid vanwege media en politiek, is voor de gemiddelde Vlaming inmiddels duidelijk dat de realiteit anders ligt.
De harde cijfers
De cijfers rond de demografische consequenties van de massamigratie laten weinig aan de verbeelding over. Duitsland verwacht dit jaar alleen al 800.000 asielzoekers. In Groot-Brittannië verwacht men dat de autochtonen tegen 2066 een minderheid in eigen land zullen zijn. Bij ons in Vlaanderen tellen we inmiddels meer dan een miljoen migranten, bij kinderen tot vijf jaar zelfs één op de drie. Houd daarbij rekening met :
1) Een vergrijzende autochtone bevolking, waarvan de vruchtbaarheid duidelijk onder de het vervangingsniveau van 2,1 kinderen (het niveau nodig om een bevolking constant te houden) ligt.
2) Een fertiliteit onder de inwijkelingen die dit vervangingsniveau ver overtreft.
3) Een verdere instroom van honderdduizenden migranten, voornamelijk uit de islamitische wereld en Zwart-Afrika.
… en het is duidelijk dat de West-Europese volkeren op korte termijn een minderheid in eigen land zullen worden.
Een economisch ‘reserveleger’ ?
Zoals vermeld was de aanvankelijke motivatie voor de migratie economisch : de gastarbeiders zouden het arbeidstekort kunnen opvullen. In realiteit kunnen we stellen dat de arbeidersklasse het eerste slachtoffer was van de migranten waarmee ze voortaan voor hun jobs zouden moeten concurreren.
Een economische motivatie kan de migratie in de Europese landen echter bezwaarlijk volledig rechtvaardigen. In Vlaanderen werkt bijvoorbeeld slechts 44 % van de allochtonen – tegenover ruim 73 % van de autochtonen. Dat leidt dan weer tot kosten van uitkeringen, sociale woningen en dergelijke meer. In tegenstelling tot in de klassieke migratielanden zoals de VS, Canada of Australië, is ‘discrimineren’ tussen de nieuwkomers die een economische meerwaarde leveren en diegenen die dat niet doen bij ons immers taboe.
Hoewel sommige politici de massale migratie nog steeds economisch trachten te motiveren – de migranten zouden de jobs doen waarvoor de Vlaming zich te goed voelt of ze zouden onze pensioenen verzekeren – is dit niet langer het belangrijkste element. Vandaag zien we de migrant immers vooral in de gedaante van vluchteling in plaats van als gastarbeider.
Morele chantage
Met honderdduizenden komen deze vluchtelingen illegaal de Middellandse Zee overgestoken. Niet iedereen die de overtocht waagt, overleeft hem – maar wie wel heelhuids in Europa raakt, kan er zeker van zijn dat hij niet meteen wordt teruggestuurd. Hiermee krijgen we niet enkel een perfide systeem dat de asielzoeker uitdaagt om ‘Russische roulette’ te spelen – ook krijgen deze asielzoekers uiteindelijk een veelvoud van de middelen tegenover de massa van oorlogsslachtoffers die hun regio niet verlaten. Een onevenwicht waardoor zelfs een als progressief bekend staande economieprofessor als Paul Collier oproept om muren rond Europa te bouwen, illegale migranten terug te sturen en de focus te verleggen naar een opgedreven ontwikkelingshulp.
De vluchtelingen die in Europa raken, zijn er volgens antropoloog en oorlogsfotograaf Teun Voeten bovendien niet het ergst aan toe. Vaak gaat het over diegenen die jong, gezond, ondernemend of rijk zijn. Zij die hun land net terug zouden kunnen opbouwen, dus.
Eerder dan naar een kritische en redelijke oplossing te zoeken, merken we dat Europa zich vandaag voornamelijk laat leiden door schuldgevoelens, moraliserende opiniemakers en beelden die op de emoties moeten spelen.
Over een zogenaamde ‘diversiteit’
Een laatste factor aangaande de massale migratie vinden we in het discours van de diversiteit, dat haar oorsprong heeft bij de neomarxisten maar inmiddels door alle gevestigde partijen verdedigd wordt. De diversiteit aan volkeren en culturen zou onze samenleving verrijken en kleuren. Ze zou ons in staat stellen de wereld op een meer open manier te bekijken – en om dichter bij elkaar te komen. Het omgekeerde is gebeurd. Aan de hand van het diversiteitsdiscours wist de huidige elite de illusie van een maatschappelijke breuklijn te scheppen – met aan de ene kant de voorstanders van de massale migratie, die van de diversiteit houden en open staan voor andere volkeren – en aan de andere kant haar tegenstanders : bekrompen, bang en veroordeeld om onder de eigen kerktoren te blijven leven. Wij stellen vandaag vast dat de realiteit anders ligt. De massale migratie heeft de volkeren en culturen van de wereld helemaal niet dichter bij elkaar gebracht – ze heeft de haat, het onbegrip en het wederzijdse racisme enkel vergroot. Een dergelijke maatschappelijke evolutie had ook geen ander gevolg kunnen voortbrengen.
Meer nog, hoe vreemd het na decennialange propaganda vanwege de cultuurmarxisten ook kan klinken : de ‘multiculturele samenleving’ is fundamenteel racistisch en een bedreiging voor èchte diversiteit. Daarom valt een migratie op dergelijke schaal, zelfs àls ze economisch nuttig zou zijn, voor een identitaire nationalist niet te verdedigen.
Wanneer men vanuit progressieve hoek over diversiteit of multiculturalisme spreekt, bedoelen ze de leuke hoedjes die sommige volkeren dragen – of de kleurrijke sluiers. Ze spreken over exotische gerechten of een Afrikaanse djembé. Of er wordt gedacht aan religieuze rituelen, tenminste in zoverre die tot de persoonlijke sfeer beperkt worden.
Oppervlakkig lijkt dit misschien diversiteit te zijn, maar feitelijk worden hierbij enkel de oppervlakkige aspecten van de vreemde cultuur getolereerd. Onderliggend vinden we een ander discours : ‘Ook al lijken we op het eerste gezicht te verschillen, “binnenin” zijn we allemaal hetzelfde.’ Wat ons onderscheidt, wordt met andere woorden niet werkelijk serieus genomen.
Hier verdwijnt het oppervlakkige diversiteitsdenken van de heersende elite dan ook. Wat hen betreft, is er maar één moreel systeem aanvaardbaar : de doctrine van de universele mensenrechten. Er is maar één politiek systeem aanvaardbaar : namelijk de liberale democratie. En is er maar één economisch systeem aanvaardbaar : namelijk de sociaal gecorrigeerde en geglobaliseerde vrije markt. Geen verrijking of tolerantie meer, maar één ‘juiste’ manier van leven, de Westers-Atlantische, die als universeel geldig wordt opgevat – waartegenover de andere culturen als achterlijk, primitief of onderontwikkeld worden beschouwd.
Tegenover dit onder mooie woorden ‘vermomde’ culturele imperialisme kunnen we diversiteit ook vanuit een identitaire visie benaderen :
1) Dergelijke visie erkent dat verschillende volkeren een verschillende manier van leven hebben. Dit hoeft niet te betekenen dat we in cultureel relativisme vervallen : niet elke traditie of norm is noodzakelijk waardevol. Sommigen doen een volk floreren, anderen niet. Maar als Europeanen hebben we niet noodzakelijk een definitieve waarheid in pacht. Er zijn verschillende wegen die men kan volgen en elk volk kan de hare kiezen.
2) Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn omtrent tolerantie. Wanneer mensen niet enkel een andere taal spreken, maar een ander moreel referentiekader hanteren, leidt dit al gauw tot onbegrip.
Het ene volk vindt ontblote schouders of haren obsceen – het andere ziet liever geen peniskokers in het openbaar; binnen de ene cultuur worden meisjes uitgehuwelijkt (of zelfs geschaakt) – andere culturen zien het huwelijk als een hoogst individuele keuze, en zo kunnen we nog even doorgaan.
Als goede buren samenleven zou al een hele prestatie zijn. Honderdduizenden mensen van verschillende achtergronden zonder meer door elkaar gooien, is echter een recept voor conflicten. Conflicten die we hoe langer, hoe meer in onze straten terugvinden, met Europeanen die zich niet langer veilig of thuis voelen in hun eigen stad, hun eigen natie.
De massamigratie naar Europa is een fenomeen dat immense gevolgen zal hebben. Vanuit progressieve zijde wist men een moral high ground te vinden van waarop het debat te monopoliseren was. Het is tijd dat wij de handschoen opnemen en een antwoord bieden – niet vanuit een Westers superioriteitsgevoel dat in de negentiende eeuw thuishoort, maar vanuit een identitaire invalshoek die de eigenheid van elk volk, ook het onze, respecteert.
Foto’s © Reporters.
Jeroen Bolckmans is Senior Seniorum NSV in het kader van de campagne ‘De toekomst is van ons !’ van de Nationalistische Studentenvereniging.