MORTSEL

Stad Mortsel krijgt voor de renovatie van FORT 4 een stevige duw in de rug van de Vlaamse regering. Die laatste maakte begin juni bekend dat ze 6,5 miljoen euro vrijmaakt voor het restauratieproject. De restauratiewerken passen in een masterplan dat de stad de voorbije drie jaar uitwerkte. Bovenop de subsidie is ook een aanzienlijke bijdrage van het stadsbestuur nodig om de werken tot een goed einde te brengen, een investering van zo’n twee miljoen euro. Vooraleer het definitieve scenario te bepalen en tot actie over te gaan, bekijkt de stad eerst nog een aantal financiële en praktische zaken. Tegen het najaar van 2016 hoopt het bestuur een duidelijke planning uit te werken. De totale restauratie neemt wellicht vijf tot zes jaar in beslag.

P1020943

 

Opties van het masterplan

Het masterplan biedt een aantal ambitieuze opties voor de toekomst van het fort :

• de mogelijkheid dat het historische binnenfort in de toekomst volledig hersteld en opgeknapt wordt, dat de brug over de vestinggracht (zijde Krijgsbaan) na de werken vlot toegankelijk wordt en dat er een parkeerterrein voor personen met een beperking komt;

• het plan om een horecagelegenheid op te starten in het officierengebouw, aan de buitenzijde van de fortgracht een openluchttentoonstellingsruimte te openen en te gaan voor een duurzame overkapping van het binnenfort om ervoor te zorgen dat de binnenplaats tijdens de zomermaanden los van alle weersomstandigheden opnieuw dienst kan doen voor verschillende culturele activiteiten;

• de mogelijkheid om op termijn in het binnenfort een ‘creatief bedrijvencentrum’ op te starten, zoals ruimte voor creatieve jonge of startende ondernemers in de productontwikkeling, architectuur, grafische communicatie of multimedia. Beperkte activiteiten, die in harmonie met de groene omgeving worden uitgeoefend.

Stad Mortsel overweegt om delen van het gerestaureerde fort voor diensten en activiteiten te verhuren en hoopt op die manier een financiële return te krijgen voor de aanzienlijke investering.

Mortsel Info

Foto’s (c) Gazet van Hove