Tussen neus en lippen21

PARALIPOMENA –  www.doorbraak.be – door Jan Van Peteghem .
‘Les francophones ont gagné, c’est nous qui subirons les conséquences’.

We hebben het al tot vervelens toe gebracht op deze website : de grens tussen het Noord-Europese en Zuid-Europese model loopt dwars door ons land, en dat heeft zo zijn gevolgen. Het dagblad De Standaard liet in een artikel over de positie van Hongarije binnen de EU (uitgave van 30 september) weten : ‘Veel politici uit zuiderse landen vinden snelle uitbetalingen belangrijker dan de rechtsstaat in andere landen van de Unie)’.

Noord-Zuid

Dat is een uitspraak die ook voor ons land opgaat. Alle Waalse partijen (tot en met de liberale MR) houden in onderhandelingen bij de vorming van federale regeringen maar één principe in het achterhoofd : de belastingdruk moet hoog blijven, want dat is een garantie op overmatige financiële transfers van noord naar zuid). Vlamingen hebben een heel wat breder eisenpallet – zij draaien immers financieel op voor het hele feestje. Zo is het bijvoorbeeld typisch dat alle voorstellen die Brussel moeten hervormen tot een beter geleide stad (creatie van een eenvormige politiezone, uitbreiding van de bevoegdheden van de Brusselse regering ten nadele van de gemeentelijke baronieën, een beter milieubeleid voor de regio…) traditioneel gelden als ‘Vlaamse’ eisen. Ze gaan dan ook quasi uitsluitend uit van Nederlandstalige politieke partijen.

Franstaligen houden zich niet bezig met dergelijke ‘flauwe kul’. Een goed en democratisch bestuur is voor onze Franstalige vrienden minder belangrijk, zolang de euro’s maar blijven rollen richting Brussel en Wallonië. Vandaar de grote weerstand, unaniem gedeeld onder alle Franstalige partijen, om te besparen op de sociale zekerheid of de uitgavenstijging te begrenzen.

Kieshervorming

Het problematische is dat de Franstalige minderheid in ons land bij machte is om initiatieven in de richting van een beter beleid volledig af te blokken. In deze zin heeft Bart de Wever gelijk wanneer hij stelt dat de eerste prioriteit erin moet bestaan het kiesstelsel te hervormen – hetgeen een positieve impact moet (en zal) hebben op de vorming van federale regeringen. Ondanks het feit dat we eindelijk een Belgische regering hebben (of wat ervoor doorgaat : na vele onderhandelingen leidt eindelijk geleid een Nederlandstalige ze), gelooft geen kip dat de volgende regeringsvorming minder spektakel zal bieden dan wat we de voorbije maanden zagen.

Bart de Wever, wiens recente uitspraak dat de hervorming van ons kiesstelsel de eerste prioriteit is (een standpunt dat nogal wat stof deed opwaaien in de pers, onder meer een aantal negatieve commentaren, zoals in De Standaard van 30 september vanwege wie anders dan Marc Reynebeau), heeft het dan ook bij het rechte eind. Wanneer we in 2024 niet doorheen hetzelfde feuilleton willen gaan als bij de vorming van De Croo I, moeten we sleutelen aan onze staatsstructuur. Dat zal onvermijdelijk neerkomen op een aanpassing van ons kiesstelsel in de ene of andere richting. Indien dit niet gebeurt, mag de nieuwbakken regering rechtstreeks verantwoordelijk gehouden worden voor de voorspelbare impasse.

Transfers belangrijker dan het verhogen van de welvaart

Nu heeft de N-VA, bij monde van Theo Francken, publiekelijk laten afficheren in La Libre van 30 september: ‘Les francophones ont gagné, c’est nous qui subirons les conséquences’. Gagné houdt in dat Brussel en Wallonïë de komende legislatuur kunnen gerust zijn dat de transfers ongehinderd blijven stromen. De nous in de uitspraak beduidt dat het eens te meer de Vlamingen zullen zijn die de geldbeugel mogen bovenhalen. Ik hoop dat geen enkel weldenkend inwoner van dit land (maar die blijken niet tot de leden te behoren van Open Vld of van CD&V) dat in 2024 nog eens wil ondergaan.

Het zal allicht iedereen opvallen die het verslag van de formateurs over de nieuwe regeringsverklaring leest (auteurs : Alexander De Croo en Paul Magnette). Van in het begin maken ze duidelijk welke de zes ‘prioritaire assen’ zijn die aan de basis liggen van de tekst. De eerste, en dus logischerwijze de als belangrijkste, luidt : een solidair land. Op een nauwelijks verholen wijze staat daar als het allerbelangrijkste dat de regering niet zal raken aan de transfers. Pas in tweede instantie komt aan bod: Een welvarend land.

Een snoepje voor Ecolo/Groen

bij het huisvuil gezet

Het verslag stelt dat de werkzaamheidsgraad in dit land stevig omhoog moet – maar allicht waren het vooral de syndicale organisaties die ervoor gezorgd hebben dat in de tekst duidelijk vermeld staat: ‘We geven het sociaal overleg een nieuwe impuls en verzekeren zijn rol op het vlak van arbeid’. Allicht een garantie voor het nodige immobilisme.

Ecolo en Groen krijgen alvast ook een snoepje : als derde as wordt vermeld : ‘Een duurzaam land’. Het valt trouwens op hoe weinig belang de Franstalige pers hecht aan de betaalbaarheid van al die voornemens. Het is alvast niet haar lezerspubliek dat gaat geconfronteerd worden met de factuur… Maar aangezien de volgende federale minister bevoegd voor Werk een socialist zal zijn, kunnen de vakbonden op beide oren slapen.

‘De grote verliezer van Vivaldi is de Vlaamse regering’

Dit liet academicus Stijn Baert weten in De Tijd van 1 oktober. Het federale regeerakkoord maakt de Vlaamse ambities in het kader van tewerkstelling wel erg moeilijk. Prof. Baert verduidelijkte zich verder als volgt : ‘Zonder hervorming van de lasten op arbeid, de werkloosheidsuitkeringen, de ziekteverzekering en de pensioenen op federaal niveau kan het potentieel van Vlaamse regeringsmaatregelen onvoldoende benut worden.’

Zo klaar als een klontje, en dit was perfect te voorspellen (dat deed Doorbraak al onmiddellijk na de publicatie van de beleidsverklaring van de Vlaamse regering in oktober 2019.)

Hallo mevrouw Crevits (Vlaams minister bevoegd voor Tewerkstelling): gaat het daar nog zo’n beetje?

JAN VAN PETEGHEM
Jan Van Peteghem is emeritus-gasthoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven.
Foto’s (c) Gazet van Hove.